De motorrace
9
moessQn
moessQn
Opbergmappen
Nadat ik bekomen was van de haast fatale
expeditie met de maanraket, besloot ik
mijn oude vriend Gustaf von Dunderhau-
sen maar weer eens op te zoeken.
De overblijfselen van de ramp lagen nog
verspreid over zijn achtererf. Ik liep door
naar de schuur waar ik luide knallen van
daan hoorde komen. Hopelijk was hij niet
bezig met een verbeterde uitvoering van
mijn mertjon bumbung.
'He Goes, hoe is het met jou? Met wat voor
een nieuw project ben je nu weer bezig?',
vroeg ik toen ik de oude motorfiets zag
waar hij aan zat te peuteren.
'Kom binnen Wie, je moet deze
motorfiets zien die ik aan het
opvoeren ben voor de komen
de race tegen een Norton
500 cc eenpitter.'
'Waar heb jij dit prehistorisch
stuk roest opgeduikeld?'
'Deze 1927 Brough Superior
heb ik voor een prik van een
Arabier kunnen overnemen;
780 cc V motor, groter dan de
motor van een HD.'
'Maar je haalt uit deze oude knor
toch geen topsnelheid van 100 kilometer?
Die Norton waar je het over hebt, haalt
een topsnelheid van 110 kilometer en zal
je zeker verslaan.'
'Daarom ik heb deze motor opgevoerd.
Ik heb de compressie verhoogd en een
kleinere achtergear gemonteerd. Deze mo
tor trekt eerst langzaam op, maar als al op
toeren, hij blaas die Norton. Ik heb daar
om als voorwaarde gesteld dat er een duo-
zitter meegaat, want hij weet niet dat mijn
motor een betere trekkracht heeft. Wil jij
mijn duozitter zijn, Wie?'
Na de laatste catastrofe met de maanraket,
was ik niet bepaald happig om weer met
Goes mijn leven te riskeren. Maar aange
zien wij op de begane grond bleven, nam
ik, hoewel met een bezwaard hart, zijn
uitnodiging aan. Goes kon je namelijk op
een manier aankijken, waardoor je onmo
gelijk kon weigeren.
Goes was vereerd dat hij mijn vertrouwen
had herwonnen en gaf mij een bijzonder
mooie kalongpijp cadeau.
'Aanstaande zondag wordt de race gehou
den buiten Wonokromo, op dat mooie
vlakke gedeelte van de weg naar Malang.
Er worden heel wat weddenschappen
gehouden, ledereen weet hoe snel die
Norton kan gaan, maar mijn topsnelheid
niemand weet.'
I let was een prachtige, zonnige dag en aan
weerszijden van de weg hadden motor
enthousiasten zich opgesteld. Ook de be
volking van de desa was in drommen naar
buiten gekomen, om de strijd tussen de
twee luidruchtige monsters gade te slaan.
Goes had twee oude, stalen legerhelmen
van het KNIL meegenomen.
'Waar hebben wij dat voor nodig?', wou ik
weten. 'Om de wind te breken?'
'Soedah, doe maar op jouw kop en doe
die lasbril ook op!', raadde hij mij aan.
Achter de startlijn, met krijt getrokken,
stonden de twee motorfietsen op te war
men. De Norton zag er indrukwekkend
uit, zo ook de berijders die pilotenkappen
en grote zonnebrillen hadden opgezet.
Goes zijn motorfiets zag er armoedig uit
naast de opgepoetste en chroomrijke
Norton. Maar ik moest toegeven dat zijn
tweepitter motor meer lawaai maakte, ge
holpen door de afgezaagde knalpijpen.
'Goes, weet je zeker dat wij een kans
hebben om te winnen? En waar gaat het
eigenlijk om?'
'De winnaar krijgt honderd pop van de
verliezer, plus premies van de winnende
gokkers.'
Eindelijk werd aanstalten gemaakt om de
race te beginnen, die over een afstand van
tien kilometer gereden zou worden.
Ik hield mij krampachtig vast aan de zadel
beugel en drukte mijn laarzen stevig op de
steps, want Goes' oude knor had geen
achtervering. De eigenaar van de Norton
keek minachtend naar ons en liet zijn
motor extra brullen om ons te imponeren.
Met de oude legerhelmen op zagen wij
eruit als oud-Atjehstrijders die een afslach
ting hadden overleefd.
'Een, twee, drie!', telde de startmeester af
en met een hoop rook en geknal schoten
beide motorfietsen vooruit.
'Bukken!', maande Goes, 'we vangen te
veel wind!'
De Norton schoot ons voorbij alsof wij
stil stonden. Met moeite zette Goes zijn
motor, toen die op toeren kwam, in een
hogere versnelling, wat met een hoop ge
kraak gepaard ging. Maar het hielp en wij
begonnen wat terrein op de Norton te
winnen. Het leek dat Goes zijn motor tot
het uiterste gedreven had, want inhalen
konden wij niet. Plotseling fladderde een
kip, zowat honderd meter voor de eind
streep, luid kakelend de weg over, alsof
iemand dit beest op straat gegooid had.
De berijder van de Norton schrok zich het
lazarus, trapte op de rem en maakte een
schuiver in de richting van de sawah aan
de kant van de weg. Beide berijders maak
ten een salto en doken met uitgespreide
armen in de vers geploegde sawah.
Plotseling hoorde ik iets suizen en ver
schillende projectielen ketsten op onze
helmen af. Goes' motorfiets begon onheil
spellend te sputteren en olie van een lekke
leiding spatte alle kanten uit.
Enkele meters voor de eindlijn liep
de motor vast. Onder aanmoedi-
ging van gokkers die op ons had-
j den gewed, duwden wij met een
laatste krachtsinspanning de mo
torfiets over de eindlijn. Een luid
gejuich brak los en wij werden
door diverse dorpsschonen met
kembang melati bestrooid.
'Goes, heb je deze wedstrijd wel
eerlijk gewonnen?
Ik vertrouw die kip niet, die plot
seling de straat overstak.'
Hij gaf mij een knipoog: 'Ik heb een paar
van hun handlangers omgekocht en kwam
te weten dat zij op ons zouden kattepullen
als wij de Norton zouden inhalen en daar
om die kip. Beter een kip in de lucht dan
tien in het hok katanja en die honderd
pop kan ik goed gebruiken voor een nieu
we maanraket.'
Louis Pauselius
38
Voeg alle Moessons van een jaar
bij elkaar d.m.v. onze handige
opbergmappen.
Indien u 27,50 overmaakt op
giro 6685 t.n.v. Moesson te
Amersfoort, onder vermelding van
opbergmap, krijgt u een
exemplaar thuisgestuurd.