moessQn
WAAR IK WACHT
De inhoud van ingezonden
brieven valt buiten de
verantwoordelijkheid van de redactie
Nipponwerkers (1)
In het artikel van de heer Roeloffs in het
decembernummer op pagina 14 komt het
hoofdstuk 'National Pride' aan de orde.
Het gaat over de Nippon-werkers: Neder
landers die niet of nauwelijks te vervangen
waren en tijdens de Japanse bezetting
doorwerkten en daarom niet naar het
mannenkamp gingen. De Nippon-werkers
waren als regel geen krijgsgevangenen.
Ze waren in de ogen van Japanners (nog)
onvervangbaar. Het is daarom onwaar
schijnlijk dat deze onmisbare burgers voor
het KNIL werden opgeroepen, op een
enkele uitzondering na. De term 'Private'
POW's zal wel een verwarrende vertaling
zijn van Civil Internees, zoals ook de be
naming 'administratie' voor de staf van
Imamura. Het juiste aantal Nippon-wer
kers heb ik niet kunnen vinden, maar het
zal zeker gaan om een paar duizend man,
waarvan een duizendtal op Sumatra.
Het ging Imamura in de eerste plaats om
olie. Oliedeskundigen werden al op
24 maart 1942 apart opgeroepen om de
vernielde installaties te herstellen. Pas in
oktober 1942 werd een begin gemaakt
met de oliewinning op Oost-Borneo,
Zuid-Sumatra en Midden-)ava. Naast olie
mensen betrof het hier bedrijfsleiders van
ondernemingen, ambtenaren van de
spoorwegen, posterijen en nutsbedrijven,
employées van banken en fabrieken.
Nippon-werkers werden eind 1942, begin
1943, met vrouw en kinderen in gezins
kampen opgenomen. Veel van hen zijn in
de loop van 1943 alsnog naar mannen- en
vrouwenkampen gegaan.
De beschrijving van de afstandelijke op
stelling van de Nippon-werkers komt posi
tief op mij over. Te vaak werd van hen ver
teld dat zij onnodig hand-en spandiensten
verleenden aan de vijand, terwijl het hen
alleen te doen was om door een minimale
prestatie hun gezin te behoeden voor de
gevreesde internering in vrouwen- en
mannenkampen.
Huns Liesker, Amsterdam
Nipponwerkers (2)
Ik wil reageren op het artikel 'Memoires
van Hitoshi Imamura' en wel in het bij
zonder op het hoofdstuk 'Nationale Trots'.
In 1942/1943 zat ik in Djokja en was tien
jaar oud. Ik heb dus niet onder Imamura
'gediend', maar ik weet wel te vertellen dat
er in mijn omgeving een man was (zijn
naam ben ik vergeten) die na één of twee
dagen internering uit het kamp werd ge
haald om zijn werk (ik meen als PTT lijn-
monteur) weer op te pakken, met behoud
van salaris, huisvesting en 'vrijheid'.
Hij kreeg daarvoor een speciaal pasje dat
hij altijd bij zich moest hebben. De verho
len openbare mening over zo'n verplichte
tewerkstelling was dat het zweemde naar
collaboratie.
Na de oorlog ben ik getrouwd met een
dochter van een SS-er - niet te verwarren
met de Duitse SS. Haar vader heeft tot
1944 doorgewerkt op de Afdeling Registra
tuur van de SS in Bandoeng. In 1944 kwa
men de Japanners er achter dat mijn
schoonvader bij de Landstorm heeft ge
diend en werd alsnog geïnterneerd en als
krijgsgevangene op transport gesteld naar
Singapore. Op de vraag wat 'private priso
ners of war' zijn, kan ik alleen met een
eigen interpretatie antwoorden. Ik denk
dat er 'Hollandse burger geïnterneerden'
mee wordt bedoeld.
G. Welborn, Den Haag
Nangka boom
Op pagina 4 van het decembernummer
vraagt mevrouw Payens-Fluyt zich af welke
boom en welke vrucht op de foto staan
afgebeeld. Het is een Nangka boom.
Op de foto zie je het begin van een
vruchtvorming die onmiskenbaar een
Nangka is.
T.G. Huygens Tholen, Mudgeeraba,
Australië
Pisang Rodjoh Molo
Toevallig las ik in het meinummer van
Moesson op pagina 2 over rare pisangs.
In 1937 woonde ik in Lawang. Op een
dag ging ik met een paar vriendinnen naar
de familie Van der Linden en de familie
Gibson. Zij woonden in de bergen, waar
het heerlijk koel was. We kregen bij hun
een pisang. Van één zo'n pisang zat me
teen je buik vol. Ze zeiden tegen ons dat
dit de pisang Rodjoh Molo was. Ze groei
den bij hun in de tuin. In 1995 ging mijn
dochter met een vriendin naar Indonesië.
Ik had aan mijn dochter gevraagd of zij in
Indonesië naar de pisang Rodjoh Molo
wilde vragen. De pisang kostte echter 28
gulden.
Familie Hofstede-Meyer, Rotterdam
HBS in Semarang
In het novembernummer staat op pagina
46 een klassefoto. Deze foto is gemaakt
op 5 december 1947. Het is de derde klas
van de Semarangse HBS aan de Oei Tjong
Ham-weg. De tekening op het bord werd
inderdaad gemaakt door Piet de Roche-
mont (de langste in de klas, in het mid
den achteraan, met bril).
Ik weet nog verschillende ander namen.
Achterste rij van links naar rechts: Edy
Warlach, Meta Prins, Kian Gwan (voor het
bord), juffrouw Ham, Bob Klerks, Piet de
Rochemont, Henk Nelman, Mevrouw
Bouman (lerares Engels), Tweede rij van
links naar rechts: Ang King Nio (de 'brani'
van de klas), Tan Gwah Hwa, Gan Kim
Lan, Liem Khing Liang,
Derde rij van links naar rechts:
Willem Flach (in het midden), Berh
Albinus (helemaal vooraan in het mid
den).Veel namen zijn mij ontschoten.
Ik hoop dat andere lezers zullen reageren.
Wim en Meta Flach-Prins, Chancellor
Park Estate Sippy Downs, Australië
Nasi-tim
Ik reageer even op twee stukjes over de
nasi-tim pan. Het eerste stond in de ru-
Woorden
verliezen
hun kracht
in het gras
onder
de wolken
waar ik wacht.
Esther Manuel
4
Brieven