1998... Les Gardines moessQn Omdat ik gemakkelijk de auto van mijn werkgever kan gebruiken en omdat mijn vriend Kees van Klinkenberg perfect Frans spreekt, brengen wij mevrouw X, echtge note van de KPM-agent ter plaatse (en dus hiërarchisch hoog in de Nederlandse ge meenschap in Bandjarmasin) naar het vliegveld Oelin. De weg is slecht. Oneigen lijk gebruik door voetgangers, kippen en ander vee vertraagt de tocht circa één uur. In het kleine keetje dat op Oelin tot sta tionsgebouw dient, wachten wij op de komst van de DC-3 uit Djakarta, met aan boord onder andere (hopen wij) mevrouw Ida Presti, de gitariste. Ze is bezig aan een rondreis langs verschillende oorden in de Buitengewesten waar Sticusa (Stichting Culturele Samenwerking tussen Nederland en Indonesië) het gewenst acht, dat er van tijd tot tijd iets wordt gedaan aan het ver der opschroeven van het cultureel peil van de Belanda's. Ida Presti komt het vliegtuigtrapje af. Je herkent haar onmiddellijk: drie gitaren bungelen om haar schouders. Het is een klein vrouwtje met een vriendelijk gezicht, vlot babbelend in het Frans. Na haar koffer te hebben aangenomen, plaatsen we haar achter in de Chevrolet Bel Air, naast mevrouw X. Ze zal uiteraard logeren bij meneer en mevrouw X. Op de weg terug naar Bandjarmasin horen wij enkele persoonlij ke gegevens van deze gitariste. Dat ze geboren is in Alexandrië (Egypte), een Italiaanse vader en een Egyptische moeder heeft en op het conservatorium in Parijs heeft gezeten. INDONESISCH SPECIALITEITEN RESTAURANT DEWATA Beeklaan 269 - Den Haag Tel. 070 - 346 76 97 jZontont y <J ap-tjomeh Semaian^ Mevrouw Presti vertoont geen enkel spoor van vermoeidheid na de weinig comforta bele vlucht aan boord van een DC-3, waar de passagiers op lage, ondiepe banken, ruggelings tegen de zijwanden van de ca bine zitten. O nee, ze heeft geen bezwaar tegen een inspectie van het toneel in de sociëteit en van de akoestiek in de zaal. Mevrouw X, die toch wel Franse peentjes zweet, wordt door ons bij de sociëteit af gezet met haar muzikale gast. Kees en ik keren terug naar onze werkplekken. Mevrouw X had zich naar vermogen van tevoren verdiept in alles wat nodig was om het toneel, de belichting, enzovoorts, optimaal te laten verzorgen. 'Avez-vous besoin de gardines?' 'Des gardines?' 'Oui, vous avez derrière de vous...' Mevrouw X sprak met bijpassende armge baren. Later op de avond (de uitvoering is pas morgenavond) maakt mevrouw X ons deelgenoot van haar linguïstische lijdens weg, die namiddag. 'Des gardines? Ah, je vous comprends, des rideaux!' Mevrouw X zal wellicht nooit meer in haar leven geroepen worden zich in het Frans uit te drukken. Ik weet zeker dat ze het woord 'rideaux' nooit meer zal vergeten. Er bleken voor Ida Presti's optreden geen extra gordijnen nodig te zijn. Akoestisch wist zij tijdens de uitvoering door haar techniek de eventuele tekortkomingen van de zaal en het toneel, feilloos te verhullen. Mevrouw Presti sprak aan het einde van de voorstelling een dankwoord uit aan het publiek en in het bijzonder aan haar gast vrouw, mevrouw X. Ida Presti deed dat in foutloos Engels!Ze bleek zeven talen te beheersen. De taalles en haar optreden vonden plaats op maandag 8 en dinsdag 9 september 1952. Dit was ruim vijf jaar eerder dan haar Padangse concert dat zo treffend beschreven is door de heer en mevrouw Van Weenen, in Moesson van november 1997 (bladzijde 22). Mevrouw Ida Presti's overlijden in de jaren zeventig haalde de dagbladpers in Nederland. Cees de Vlieger Een nieuw jaar is begonnen. Wat zal het ons brengen? Elke keer weer heb ik, als zovelen, een aantal goede voornemens: mijn pakje sigaretten oproken en geen nieuwe meer in huis halen, me wat milder opstellen en niet direct met kritiek klaar staan, mijn strijkgoed niet torenhoog op sparen, mijn gebedjes zachtjes voor me uit te prevelen, want het staat zo stom als ie mand het hoort: lieve Heer, let op de kin deren, zorg dat het verlies van Rob voor Ineke te dragen is, laat Letta weer gelukkig worden en die oen van haar zijn bekomst krijgen met zijn bini muda. En Lieve Heer, zorgt u aub dat ik niet meer ziek word, ik zou zo graag heel oud willen worden. Maar van die voornemens komt weinig terecht en ik hoop dat onze Lieve Heer mijn schietgebedjes gesaved heeft. Want op het laatste moment schiet je weer in je jas om sigaretten te halen en je geeft weer een sneer aan het adres van die bésan, omdat ze weer zo eigenzinnig aan het oeroesen is waar en bij wie er gevierd kan worden. Alleen met het strijkgoed gaat het goed (ik heb het een en ander gewoon opge vouwen en opgeborgen). Ziek worden... daar krijgen we allemaal wel eens mee te maken. Vervelend is het wanneer je opgenomen moet worden, ook al mankeert er eigenlijk weinig in het zie kenhuis. Wat het eten betreft, heb je drie keuze-menu's (die krijg je thuis niet eens) en er zijn vaak heel lieve verpleegkundi gen - al moet ik even wennen als een ver pleger in plaats van een zuster me komt poedelen... Wat moet ik nou? Zeggen dat ik het wel zelf kan? Voor de oude hap moeten ze dat eigenlijk wat geleidelijker invoeren, de mannen buiten beschouwing gelaten, want die worden al sinds eeuwen gepoedeld door verpleegsters en zijn daar content mee. Ook 'gemengd' op zaal of kamer liggen. Ik meld me aan en wordt vriendelijk naar mijn kamer gebracht waar ik met 'nog twee patiënten' zal liggen. Prima, geen grote zaal maar een kamer, meer privacy! Ik installeer me zó dat alles binnen handbereik ligt: boek, bril, zak doekjes en in mijn laatje een zak kroepoek en een potje sambal sétan. Ik hoop dat ik gezellige dames op de kamer krijg. De bedden zijn opengeslagen, mis schien zijn ze even naar de conversatie zaal... forget it! Ik lig niet op de damesaf deling; ze hebben me vanwege mijn korte verblijf - een dag vóór de operatie - maar op de herenafdeling gezet! Hadden ze dat een tiental jaren geleden gedaan, dan had

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 6