POIRRIÉ'S
PERIKELEN
Kalizwemmen
De Sterkste Man van de Wereld, of des
noods alleen maar van Nederland: als
zo'n krachtmeting op tv is en je ziet
wat die potelingen allemaal presteren,
heb je evenveel spijt als haren op je
hoofd dat je vroeger nasi-petjil en ge-
toek verkoos boven voedzame en spier
massa bevorderende kost. En kun je al
je haren wel uit je hoofd trekken als je
denkt aan de keren dat je de lepel lever
traan die ma je ingoot weer onmiddel
lijk uitspoog. Maar besef je ook terdege
dat je destijds bij het sjorren aan zo'n
trelc-sandow en het vermoeiende op
drukken veel te weinig volharding aan
de dag hebt gelegd.
Na een paar dagen trainen om (aan)
toonbare biceps, triceps en 'vleugels' te
fokken, gaf je er meestal de brui aan.
Schuldige was eigenlijk de grote spiegel
op de slaapkamer van pa en ma, die
steeds het zelfde ontmoedigende beeld
van een akelig dunne pierlala te zien gaf.
Het enige wat je aan al dat gedoe over
hield was spierpijn en een morele in
zinking. Maar het gebrek aan doorzet
tingsvermogen had natuurlijk vooral te
maken met het feit dat je buiten spelen
veel leuker vond dan trainen. Vooral
zwemmen, want dat was een bezigheid
die naast lcastie, knikkeren en gewoon
in de middaguren met een katapult de
buurt onveilig maken favoriet was bij
heel veel Indische jongens.
Zwemmen deed je trouwens bij voor
keur in een kali, al zat daar soms een
verraderlijke stroming in en liep je niet
zelden het risico van aanvaringen met
menselijk afval. Die troep zag je in de
buurt van een kampong soms in vloten
stroomafwaarts drijven. Ware slagsche
pen zaten er vaak bij.
Pa was trouwens fel tegen kalibezoek.
Dat kwam omdat hij in zijn jonge jaren
een bijzonder nare ervaring had opge
daan in de Barito, bij Bandjermasin.
Hij vertelde ons wel dat het een ander
was overkomen, maar omdat we zijn
stijl van vertellen kenden, hadden we
het sterke vermoeden dat het hemzelf
was overkomen. Pa praatte namelijk
nooit in de ik-vorm als het om een
fiasco ging. Zal wel met prestige te
maken hebben gehad.
Om een lang verhaal kort te maken:
het lijdend voorwerp waar pa het over
had, wilde zich klaarmaken voor de een
of andere keramean. Daartoe had hij
zich aan de leant van de kali op een ge-
tek gezet met een stuk van die gele was-
zeep. Toiletzeep was te duur voor de
arme drommel. Na even om zich heen
te hebben gekeken of er geen glurend
vrouwvolk was, trok hij zijn pendek uit
en liet zich in het troebele bruine wa
ter zakken.
Toen hij helemaal opgefrist was, greep
hij het stuk zeep van de getek en begon
zich ijverig in te zepen. Nog steeds
f
niets aan de hand, maar toen hij zich
weer een keer onderdompelde, deed hij
dat een beetje te enthousiast en verloor
helaas het glad geworden stuk zeep.
Nou was waszeep in die tijd wel goed
koop, maar toch ook weer niet zo goed
koop dat een arme drommel er zomaar
afstand van zou doen. Dus begon die
kerel te zoeken alsof zijn leven er vanaf
hing. Keer op keer ging hij kopje onder,
maar de zeep kreeg hij niet te pakken.
Helemaal teneinde raad, besloot hij het
nog één keer te proberen. Hij zoog zijn
longen vol lucht en maakte een duik
die hem bijna tot op de bodem bracht,
waar hij een tijdje bleef rondzoeken.
'Ongelooflijk, wat had die vent een
longinhoud. Een parelduiker was er
niks bij, het leek wel of hij nooit meer
boven zou komen. Maar eindelijk, na
bijna drie minuten, kwam hij proes
tend aan de oppervlakte,' zei pa bewon
derend. 'Met de zeep!' riepen mijn zus
en ik opgelucht.
Toen viel er een doodse stilte, want pa
wist als geen ander hoe hij je de stui
pen op het lijf moest jagen. Na wat
ons een eeuwigheid leek, hervatte hij
zijn verhaal.
'Nou nee, dat niet direct,' zei hij met
een grafstem, 'maar toen die vent bo
venkwam, voelde hij wel dat er iets op
zijn kop lag. En omdat hij dacht dat
dat het stuk zeep was, begon hij met
een zijn haren te wassen.'
Om ons er aan te herinneren hoe je
dat behoort te doen, deed pa het voor
en gaf in de gauwigheid ook zijn hele
gezicht, oren en nek een goeie beurt.
Was net echt.
'En toen?' vroegen wij na afloop van de
demonstratie. Pa keek ons beurtelings
aan en zei veelbetekenend: 'Toen kreeg
hij tot zijn afgrijzen in de gaten waar
mee hij zich had ingezeept. Hij durfde
ook niet meer naar die keramean te
gaan, want hij had thuis geen zeep
meer om de stank van zich af te poet
sen.' Voordat we ons konden realiseren
welke ramp die ongelukkige bader over
zichzelf had afgeroepen, stond pa op en
wandelde grinnikend weg. Maar niet
dan nadat hij ons, of liever gezegd mij,
een wijze raad had gegeven: 'Haal het
dus niet in je hoofd om in een kali te
gaan zwemmen. Maar als je het in je
onnozelheid tóch niet kunt laten, over
tuig je er dan eerst van dat er boven-
strooms niemand met de rug naar je
toe zit te djongkokken.'
Ma trok altijd afkeurend haar neus op
als pa met zulke fraaie verhalen kwam.
Maar omdat ze er niet aan moest dén
ken dat ik in een kali zwom, kreeg ik
wél een abonnement op zwembad
Tirtomojo. Vijf pop per maand kostte
dat toen, als ik me niet vergis.
Mijn zus kreeg niets, want op een
hoogst enkele wildebras na hoefde je
meisjes ook niet met een zwembad
abonnement van een kali weg te lok
ken. Die waren meestal veel te kenes
om zomaar in een kali te springen.
Heeft eigenlijk niks met spierballen-
fokken te maken, maar van het een
komt het ander
17
43ste jaargang - nummer 3 - september I 998