Surinaams eten, hoe zo?
Triangle Tours
moessOn
Tekst: Ellen de Witte
Toen de Golfoorlog uitbrak en wij niet
op ons 'station' Koeweit waren maar
met vakantie in Nederland, was dat op
zich al een groot geluk. Omdat mijn
man voor een grote maatschappij
werkte en de oorlog wel erg lang duur
de, werd naarstig gezocht naar een
plaatsvervangende post en dat werd
Suriname. Niet helemaal een nieuw
land voor hem, want hij had er al eens
voor een korte periode gewerkt. Ik bleef
voorlopig in Nederland vanwege de
school van de kinderen.
Telefonisch vertelde hij me, dat ik het
er heerlijk zou vinden, omdat de omge
ving van Paramaribo deed denken aan
Miri, Sarawak, een plaats in Oost-
Maleisië waar we het heerlijk hebben
gehad. En passant hoorde ik ook nog
dat het me er prima zou bevallen qua
eten. Wat wil een mens dan nog meer?
Onze hap was verzekerd.
De eerste avond in Paramaribo nam
mijn man (een echte totok) mij mee
naar een restaurant waar er onder an
dere een heerlijke 'zoute soep' werd
geserveerd. Dit wist hij uit ervaring,
want hij zat er al een paar maanden.
De naam alleen al stond me tegen,
maar na jaren vreemd gegeten te heb
ben, vond ik dat dit ook het proberen
waard was. Laten staan kon altijd nog.
(Advertentie)
Individuele reizen
Indonesië Maleisië
Nieuw Zeeland Australië
Vliegen met Singapore Airlines
Let op: gewijzigd tel.nr.
telefoon/fax 0412 - 655 266
Wat schetste mijn verbazing toen ik
een bakje soep voor m'n neus kreeg,
met een heel ei er in en waarbij de
bouillon heel vaag de smaak had van
soto (na voorzichtig geproefd te hebben).
Het ei dreef in een massa van taugé en
kentang kering. Dat was dus 'zoute
soep'. Achteraf ga je natuurlijk naden
ken over de naamgeving 'zoute soep' en
dan is het niet moeilijk, om van soto
op zoutesoep te komen.
Als het op eten aankomt, ben ik geen
muggenzifter meer. Ik heb in de afgelo
pen 27 jaar zoveel concessies op het
gebied van eten moeten doen, omdat
de ingrediënten gewoon niet aanwezig
waren in de landen waar we zaten. Dit
bakje 'zoute soep' heb ik dan ook sma
kelijk opgelepeld, waarbij het schaaltje
'peper' (sambal, gemaakt van madame
feannette-pepertjes), wel een belangrijk
onderdeel was.
Vervolgens zag ik petjel, een favoriet
gerecht van mij, op het menu staan.
Nieuwsgierig wachtte ik af hoe dat emit
zou zien en ik werd niet teleurgesteld.
Weer werd een overbekend gerecht op
een andere manier gepresenteerd. Op
een bord, met veel kouseband, stukjes
kool en paksoi, lag bovenop de groente,
stukjes uitgerafelde kip. Er was geen
katjangsaus te bekennen. Bij navraag,
bleek dat op de bodem te liggen.
Ook dit heb ik met smaak gegeten, na
dat ik eerst de kip maar even eraf had
geschoven en de groente met de saus
had gemixt. De kip heb ik later apart
opgegeten, want die combinatie vond
ik toch niet zo lekker.
In de vier jaar dat we in Suriname heb
ben gezeten, ben ik nog meer dingen
tegen gekomen die er bekend uitzagen,
maar toch anders smaakten. De rem-
pejek bijvoorbeeld, die in zakjes wor
den verkocht in de supermarkten.
Veel katjang kom je er niet in tegen,
maar als je het een minuutje in de
magnetron legt en niet teveel voorstel
ling maakt van de kruiden die erin
horen, is het best smakelijk.
Doordat we ook lang in het Midden-
Oosten hebben gewoond, waar het
personeel voornamelijk uit Indiërs en
Pakistani bestond, kennen we natuur
lijk de curry, de dhal en de verschillen
de broodsoorten zoals puris, chapatis
en naan. Heel benieuwd was ik dan
ook naar de eerste roti die ik zou gaan
nuttigen in Paramaribo. Het bleek een
dichtgevouwen naan te zijn met mid
denin een schep kip-curry, compleet
met bot en al. Het was heel smakelijk
maar alleen met veel geknoei kreeg ik
het naar binnen. Weer had ik een erva
ring opgedaan, waarbij het gegeven me
bekend voorkwam, maar het gerecht
werd toch anders gepresenteerd.
In stalletjes op straat zag ik grote pot
ten 'zuurgoed'. Jonge mangga, gedon-
dong, blimbing en djamboe air op zoet
zuur vocht. Later hoorde ik dat de
Indische naam daarvoor manisan was
(een mens is dus nog steeds niet te
jong om te leren). Daar heb ik me flink
aan te goed gedaan en een pot met dja-
gungs op zout water - daar kon ik
eveneens niet zonder meer aan voorbij
lopen. De nasi en bami goreng, prak
tisch op elke hoek te krijgen, hebben
we ook uitgeprobeerd, maar beiden
hadden letterlijk en figuurlijk geen in
houd en vielen in de categorie 'zelf ma-,
ken'. De meeste cafetaria's en zelfs ijs-
salons verkochten pasteitjes en nog
met de herinnnering aan deze lekkernij
in mijn hoofd, maar dan gemaakt door
mijn tante Zus uit Roosendaal, moest
dat ook uitgeprobeerd worden.
Niet eenmaal, maar echt verschillende
keren en steeds ergens anders. In de
meeste gevallen smaakte het best goed,
maar verder kwam het niet in de buurt
van de smaak en vulling van het pas
teitje van mijn tante Zus.
Toen we na een tijdje terugkwamen in
Nederland, werden we door hulpvaar
dige vrienden verwezen naar buurten
en tentjes waar we lekker 'Surinaams'
konden eten. Na verdere navraag wat
we dan wel bij de Amsterdamsepoort
en op de Albert Cuyp konden eten,
kregen we te horen dat een niet te ver
smaden roti, petjel, sateetje en nasi
goreng genuttigd kon worden. Perplex
was ik.
Als dan nog pom of zoutvlees (beide
gerechten van joodse origine), moksi
aleisi, pindasoep of heer-heerie ge
noemd werd, dan zou ik me ermee
kunnen verenigen, maar niet een op
somming van Indische gerechten en
zelfs een Indiaas gerecht. Dan klopt er
iets niet.
Mijn reactie: 'Surinaams eten', hoe zo,
is dan toch niet zo gek? Dat beetje chau
vinistisch gedrag mag dan best even
tentoongespreid worden, vind ik
Noveen St. Clara
Belangrijk: Vraag alleen positieve dingen.
Bid 9 dagen het Wees Gegroet bij een
brandende kaars, ook als u er geen zin in
heeft.Vraag 2 dingen die vast onmogelijk
lijken om verhoord te worden en iets wat
u heel erg ter harte gaat. Laat de 9de dag
de kaars geheel opbranden en publiceer
dit bericht. U krijgt wat u vroeg.
Theo
18
(lid SGR)