Met Sinterklaas krijgt Jan een plectrum.
'Een grapje van mijn vader. Eindelijk
dacht ik verlost te zijn van die haring-
kar. Maar mijn eerste gitaar kreeg ik
pas 19 dagen later; op mijn verjaardag.
Ik was door het dolle heen. Vanaf het
moment dat ik mijn roestige haak om
de hals van de gitaar sloeg, wist ik dat
dit de ware liefde was. Het was meteen
'jij' en 'jou'. Een vriend, die ik tot mijn
vijfendertigste nooit meer los zou
laten. Zestien uur per dag. De vrouwen
die hebben geprobeerd deze liefde te
doorbreken, hebben allemaal het veld
moeten ruimen. Pas met de komst van
mijn twee dochtertjes heb ik geleerd
dat het boek des levens meerdere parti
turen kent.'
Zijn eerste band heet The Friendship
Sextet; vijf Hollandse gitaristen en een
joodse drummer, Max Polak. Ook later
in zijn carrière zal Jan met joodse
drummers werken: Sydney Wachtel en
Pierre van der Linden. Andere culturen
oefenen aantreklcingskracht op hem
uit. Toch zitten er geen Indische jon
gens in de band.
'Nee, dat kwam pas later. Waarom weet
ik niet, terwijl er genoeg Indische jon
gens in onze buurt muziek maakten.
Erik van Eldik bijvoorbeeld met The
Shakin' Hearts. Ik heb nog in zijn band
gespeeld. Erik was the big shot.
Altijd in strakke spijkerbroek en met
een zonnebril op. Hij kon een perfecte
imitatie van Elvis neerzetten.'
Eigenzinnig karakter
De friendship van het sextet blijkt niet
zo hecht als hun naam doet vermoe
den. Het eigengereide karakter van
Akkerman doet de rest. Ook al is hij
pas elf, hooguit twaalf jaar oud, hij wil
zelf bepalen wat te spelen. Deze eigen
zinnigheid zal hem roem opleveren,
maar ook kritiek. Niet alleen de pers,
maar ook sommige collega-musici
kunnen zijn houding niet altijd waar
deren. Alleen het publiek blijft hem
trouw. Toots Thielemans, de befaamde
Belgische jazzmusicus, zal later tegen
hem zeggen: 'Jan, laat dat nooit van je
afpakken. Of je nou op een gitaar van
vijftig gulden of van een miljoen
speelt, je hoort bij de eerste twee tonen
al dat jij het bent. Dat moet zo blij
ven.' Een stelling die Akkerman maar
al te gretig bevestigt.
'Mijn muziek is mijn handtekening.
Daar word ik voor gevraagd. Ik trek me
niets aan van stijl. Geen stijl is ook
stijl. De essentie van mijn muziek is
iets toevoegen aan bestaande stijlen;
het verbinden van muziek uit andere
culturen en andere tijden met de rock
and roll. Daar zit voor mij de kracht.
Concessies voor de commercie? Musi
ceren is een vak, mijn eten en drinken.
Maar als ik advocaat was geweest, zou
ik Hitier nooit hebben verdedigd om
dat het mijn vak was. Die concessie
doe ik in de muziek dus ook niet.'
Johnny and The Cellar
Rockers
Het is 1961 en de Indorock viert hoog
tij. Jan vormt zijn band Johnny and
The Cellar Rockers, een groep die
vooral instrumentaal speelt en daar
naast artiesten begeleidt, zowel op de
plaat als op het podium. Zijn eerste
single heet Exodus. In de periode tot
1964 brengt de band een aantal platen
uit en bereiken ze noteringen in de hit
lijsten. Markant verschil tussen
verschillende Indorockbands en The
Cellar Rockers is het showelement.
Daar waar Indische musici een werve
lende act weggeven, gaat Akkerman
helemaal op in de muziek.
'In dat opzicht vergelijk ik mezelf met
Django Reinhardt; gewoon zitten en
spelen. Voor mij staat altijd de muziek
centraal. Dat wil niet zeggen dat ik
geen bewondering had voor die
jongens. De Tielman Brothers waren
een feest om naar te luisteren en te
kijken. Ik herinner me nog een optre
den van de drie broertjes Tielman, Rob
Latuperisa en Hans Bax in Palais de
Danse in Scheveningen. Ze speelden
toen nummers uit de West Side Story.
Absoluut te gek. Vergeet niet dat zij de
eerste gitaristen waren die op een Les
Paul speelden. Al lang voordat Eric
Clapton daar mee kwam. En met de
trucs die Andy Tielman op zijn gitaar
uithaalde, is Jimi Hendrix pas veel
later wereldberoemd geworden. Ik heb
nooit geprobeerd die techniek te imite
ren, maar werd er wel enorm door-
geïnspireerd.
Krontjosigmuziek
Het grote verschil tussen de rock and
roll van Hollandse bands en de Indo-
rock is volgens Akkerman de invloed
van krontjong.
'Krontjong is levensmuziek. Het is als
kijken naar de zee. Het lijkt hetzelfde,
maar het is steeds weer anders en er
komt nooit een einde aan. Dat maakt
Indorock veel sjeuïger en losser dan de
Hollandse rock and roll. Samen met
mijn Indische maatje Kas Lux (The Sa
vages, The Rhythm Brothers en later
met Akkerman in Brainbox) luisterde
ik vaak naar krontjong. De melancho
lie in krontjong vind je ook terug in
mijn muziek. De Indische generatie uit
die tijd is, net als het joodse volk en de
zigeuners, een volk in diaspora.
Sinds kort weet ik dat er ook zigeuner
bloed door mijn aderen stroomt. Tel
die culturen bij elkaar op en dan is het
niet zo toevallig dat mijn eerste plaatje
Exodus heette.'
27
43ste jaargang - nummer 3 - september 1998