moessQn De Haagse scene In Amsterdam heerst niet die competi- tiestrijd tussen Hollandse en Indische rock and rollbands zoals in Den Haag. Daar gaat men met elkaar op de vuist. Tussen de fans worden complete veld slagen geleverd. Zelfs Tong Tong maakt op haar voorplaat melding van een ver zoening tussen twee rivaliserende groe pen. 'Aan die apenkermis deed ik nooit mee. Ik heb altijd goed overweg gekund met Indische en Molukse jongens. Op school al. Roemy, een Indische schoolvriend van me, hielp me bijvoor beeld met strafwerk maken. En op de Molukse kampen was ik destijds een van weinige Hollandse jongens die werd binnengehaald. Toch was de Am sterdamse rock and rolldump heel an ders dan de Haagse scene. Den Haag was netter, eigenlijk chique en ordinair tegelijk; alle lichten aan en niemand thuis. Amsterdam was gewoon plat; een piek is een piek. In Den Haag maakte ik voor het eerst kennis met Indisch eten. Ik wist niet wat me over kwam. Allemaal gerechten die ik niet kende; tahoe, tempé, gado-gado en saté ajam. En dat voor een jongen van het Waterlooplein. Het viel me ook op dat Indische mensen zo beschaafd waren.' De suikerspin van Anneke Grönloh De interesse van Akkerman voor de Indische cultuur blijft niet beperkt tot de muziek. Hij heeft korte tijd verke ring met Wanda, zangeres en dochter van George de Fretes. Ze brengen sa men een single uit: 'Let's twist again'. 'Haar vader, George de Fretes, was een genie. Net als Rudy Wairata. Dat wa ren mensen die op zo'n ding konden kriebelen. En niet te vergeten Frank Noya en Max Woiski. Frank bracht me de liefde voor de jazz bij. Ik heb ont zettend veel geleerd van die mannen. Verder deed ik sessiewerk voor The Blue Diamonds; hele aardige jongens. Lekker nuchter, bijna Hollands. En op treden met Karin Kent en Anneke Grönloh natuurlijk. We toerden met een busje van stad naar stad. Anneke reed met ons mee. Ze had in die tijd zo'n suikerspin op haar hoofd; hoog ge toupeerd en stijf van de lak. Als we vlakbij de plaats van bestemming wa ren, doken we als één man op die sui kerspin en werd haar kapsel helemaal platgewalst. Ze kwam als een geplukte kip uit het busje. Ook achter het podi um werd veel gein getrapt. Voor de Wama's (Dick en Wim) was niets of niemand veilig. Ik heb ze aan de haal zien gaan met de lingerie van Corry Brokken en de prachtige, witte pumps van Ria Valk, maat 45. Ria stond met blote voeten op de bühne, terwijl naast het podium Dick Wama op haar pumps een act stond op te voeren. Zelf heb ik Rob de Nijs en The Lords een keer te grazen genomen. Toen de regen zacht jes tegen het zolderraam tikte, begon ik aan een grote windmachine te draai en die onder het podium stond. Het stormgeloei klonk zo hard, dat die jongens zich afvroegen of ze ongewild een regendans waren begonnen.' Na The Hunters volgen Brainbox en uiteindelijk Focus, waarmee Jan Akker man definitief wereldfaam verwerft; tournees door Engeland en Amerika met als hoogtepunt zijn verkiezing tot beste gitarist van de wereld. Knallende ruzies met zijn muzikale tegenpool Thijs van Leer betekenen in 1976 het einde van de groep. Akkerman gaat op de solotoer en verdwaalt in een vrijage met muziek uit de Renaissance. Hij hervindt zich in als producer voor groepen als The Cats. Ook nu nog doet hij productiewerk voor onder an dere Gordon en het Rosenberg Trio. De laatste vijftien jaar verschijnen met regelmaat cd's waaruit de veelzijdigheid van Akkerman blijkt. Prachtige akoe stische nummers gebaseerd op klassie ke muziek (zoals op de cd Focus in Timeof strakke, puntige hardrock en funk (de cd The Noise of Art). Blessing in disguise Over zijn toekomst maakt Jan Akker man zich geen zorgen. In Engeland ko men binnenkort drie cd's van hem uit, die waarschijnlijk ook in Nederland op de markt worden gezet Hardware From the Basement en Pleasure Point). Aan optredens heeft hij geen gebrek. Zijn vrouw Marian, die behalve moe der en huisvrouw ook zijn manager is, heeft er haar handen vol aan. Ook bij Indorockfestivals zal hij te zien blijven. 'Mijn vriend Woody Brunings (Crazy Rockers) heeft me recente lijk nog gevraagd. Ik vind het leuk om te doen. Het is a feast with friends, een stuk herkenning. Weet je trouwens dat uit markt onderzoek is gebleken dat in Nederland 75 procent van mijn cd's wordt gekocht door Indische, Surinaamse, Antilliaanse en Molukse mensen? En in Amerika bestaat 80 procent van mijn fans uit kleurlingen. Prachtig toch? Voor mij a blessing in disguise. Kom, dan laat ik je mijn andere liefde zien.' In de garage staat zijn 'reteknet- ter'; een Triumph Bonneville met in het zadel de afbeelding van een gitaar. De oude pothelm van zijn vader hangt aan het stuur. 'Dit is mijn droom. Met deze motor door Indonesië rijden. Gitaar om mijn nek, genieten van het land en samen muziek maken. Wie weet. Ik ben een Steenbok, die worden - naarmate ze ouder worden - in hun hoofd steeds jeugdiger. De fabriek brokkelt af, maar de schoor steen rookt als een gek. In werkelijk heid maak ik me niet zo druk meer. Zelfs ik heb geleerd dat je in het leven moet laveren. Daarom hou ik me maar bij de wijze gedachten van mijn vader. Die zei altijd: "Als je met een oude fiets de duinen afrijdt en het stuur strak blijft vasthouden, dan ga je op je bek. Je moet af en toe een beetje mee geven en bijsturen. Dan blijf je overeind en kom je ook nog bij de zee uit.'" 28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 28