Voorwoord Chinese optochten Het Haagsch Sanatorium Het grote weerzien moessQn 43ste jaargang nummer 3 'Selamat Datang di Utreg', lees ik elke dag als ik aan het einde van een werkdag met de trein van Amersfoort naar Utrecht reis. Het is met een spuitbus geschreven op de onderkant van het perron van station Utrecht-Overvecht, waarschijnlijk zeer gehaast, tussen de langsrazende treinen door. Ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik uitkijk naar het moment dat de trein Utrecht nadert, zodat ik 'mijn' welkomsgroet kan lezen. Ik vraag me dan af wie de persoon is geweest die de moeite heeft genomen dit op het beton te spuiten. Ik denk iemand die wor tels heeft in Indië. maar die zich ook thuisvoelt in het 'hart van Nederland', gezien de Utrechtse spelling. Iemand net als ik. Tijn Timmermans raakte als kind helemaal opgewonden als de Chinese optoch ten langs kwamen. De route ging langs Kramat en Senen naar Glodok. 'Ik was behoorlijk bang voor de beweeglijke en vervaarlijk uitziende leang-leong draken en leeuwenkoppen die voor de stoet uit dansten en rondsprongen, alles in veel rood, goud en glitter. We mochten opblijven tot de laatste barong-sai was gepasseerd.' Pagina 11 Marjolein van Asdonck Pagina 13 Scheveningen, jaren vijftig. Editha Eline brengt twee jaar door in het Haagsch Sanatorium naast de gevangenis aan de Pompstationsweg. Een verhaal over krulspelden en kleurenshampoo ('je blijft toch een ijdeltuit'), de smokkel van nasi goreng en gado-gado en clandestiene contacten met de zware jongens in het andere 'kuuroord'. Bert begeleidt voor het eerst een groep vakantiegangers naar Indonesië. Al zijn bezigheden maken dat hij emotioneel nauwelijks bezig is met dat, wat tenslotte binnenkort zal plaats vinden: het weerzien met zijn geboorteland, het grote weerzien. Pagina 22 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 2