Tekst: W. Buijze In het jaar 2002 zal het drie honderd jaar geleden zijn, dat Georg Everhard Rumphius op 75-jarige leeftijd op Ambon overleed. Daaraan zal in Nederland en in Duitsland zeker aandacht worden besteed. Eerder werd in Moesson over Rumphius geschreven en de naam van deze onderzoeker is bij mensen die uit Indië komen niet onbekend. In 1996 werd op Ambon nog een gedenkteken voor Rumphius heropgericht naar het origineel daarvan, dat op 24 augustus 1944, als gevolg van een geallieerd bombardement - tegelijk met de gehele stad Ambon - van de aardbodem verdween. Toen is ook het woonhuis van Rumphius ver dwenen. Dit huis stond volgens RW. Stapel 'ingeschreven in het open baar Centraal Monumentenregister van Nederlandsch Indië'. Ook Victor Ido van de Wall noemt dit huis en geeft er een beschrijving van: Aan de Olifantsstraat (nu fl. Pattimura, wb], verscholen in het groen, ligt een eenvoudig woonhuis, omgeven door een stenen muur. Op het erf bevindt zich een eenvoudig grafmonument. Dit huis heeft de schuin afloopende daken, de kleine gepaneleerde ramen, de met kleine ruitjes bezette vensters van de woonhuizen der Compagnie; het dak wordt door houten pilaren geschraagd en het plafond heeft kleine balkjes, z.g. kinderbalkjes, teiwijl de vloer met rode plavuizen is belegd, 't Is meer dan hon derd jaar oud en sinds menschenheu- genis telkenmale gerestaureerd in den ouden stijl, vermoedelijk de stijl van Rumphius' woning. In 1921 waren de bewoonsters de bejaarde weduwe Douglas en dochter. Dit nette, propere huisje, dit eenvoudige monument, zijn de eenige herinneringen aan den groot sten burger, die Ambon ooit binnen hare veste heeft geherbergd, nl. aan Georgius Everhard Rumphius'. Onlangs ontdekte ik een foto van dit huis, vermoedelijk uit de jaren twintig. Het huis is gedekt met gabah-gabah, zoals destijds vele huizen op Ambon. Het is hier dat Rumphius zijn werken schreef en het was de tuin van dit huis, die hij als hortus botanicus gebruikte. En het zal ook wel in dit huis zijn dat hij is gestorven. Ook het huis op Ambon aan de Nekke- brekerssteeg, waar Multatuli van febru ari tot 24 juli 1852 woonde had zo'n dak. Ook daar bestond de vloer uit rode plavuizen. Na de grote brand in 1867 was het parool, dat de daken met pannen moesten worden belegd tegen het gevaar van brand. Maar daar werd de hand mee gelicht, wegens de grotere risico's bij aardbevingen. Dat er een foto bestond van Rumphius' huis was wel bekend, maar slechts weinigen heb ben deze foto ooit onder ogen gehad. Misschien zijn er nog lezers van Moes son, die zich dat huis nog van voor de oorlog herinneren en misschien de toenmalige bewoners hebben gekend Literatuur: Dr. F.W Stapel, Geschiedenis van Ne derlandsch Indië, Deel III. Amsterdam 1939, pag. 484 V.I. van de Wall, De Nederlandsche Oudheden in de Molukken. Martinus Nijhoff. Den Haag, 1928, pag. 167. 33 Het huis van G.E. Rumphius 1627-1 702) aan de Oliphantsstraat te Ambon zoals het in de jaren dertig van onze eeuw nog bestond. Het werd vernield tijdens een geallieerd bombardement in I 944- 43ste jaargang - nummer 3 - september 1998

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 33