Brieven moessQn De inhoud van de ingezonden brieven valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie MS Baloeran Met veel belangstelling heb ik het arti kel 'Met de MS Baloeran voor het eerst naar Tandjong Priok' gelezen Moesson juli, pagina 32). Herinneringen uit de jaren dertig kwamen weer boven. Velen van ons hebben met de Baloeran en andere bekende passagiersschepen in de vooroorlogse tijd de reis naar en van Indië gemaakt. Ook ik heb in mijn jongensjaren die reis gemaakt. Ik weet niet welke route de passagiers schepen namen, die tussen Banka en Sumatra of tussen Banka en Billiton. Op beide routes echter zijn de eilanden Krakatau, Dwars in de weg, Brabants hoedje, Toppershoedje en St. Nicolaas Punt niet te zien. In Batavia geboren en getogen en vele malen naar en van Tandjong Priok ge reden hebbende, kan ik mij geen vlieg veld langs de spoorbaan met de naam Antjol herinneren. Het vliegveld van Batavia was voor de oorlog Tjililitan. Ook de Stedenatlas Nederlands-Indië geeft geen vliegveld op de door schrij ver genoemde plaats aan. Misschien kan de schrijver van dit ar tikel mij een en ander toelichten. Zijn herinneringen misschien niet teveel herinnering geworden? J.D.F. Hurdcnbcrg, Sassenheim Vernederlandst Ik schrijf even naar aanleiding van het voorwoord in Moesson, juli 1998. Ik ben in 1921 in Soerabaja geboren en in 1959 pas naar Nederland gekomen. Als het over Indische recepten gaat, denk ik wel te weten waar ik over praat. Tahoe is oneetbaar, omdat het na het bakken zo taai is als leer. Als ik vertel hoe men tahoe moet bakken, moet ik mijn mond houden, want ik weet er niets van, zij wèl. Als ze door ons gekookte rijst proeven dan is de rijst plakkerig en papperig. Door de Nederlander gekookte 'pakjes-rijst' is goed en droog. Alleen als wij het proe ven dan is het voor één kwart ongaar. Onze ketjap is vies en stroperig. De Nederlandse ketjap (maggi) is de enige echte. Goela djawa is pas echt en goed als het vermengd is met basterdsuiker, want zonder is het vies en plakkerig. Lemper moet gemaakt worden van sa mengeperste, halfgare rijst en met veel goela djawa. Kopi biasa kennen ze niet. Gewone koffie wel, et cetera. Let wel ik heb het over Indische restaurants. Als alles inderdaad zo vernederlandst is, is het niet meer zo erg, want dan zijn wij er niet meer. A. Karssen, Hilversum Slavernij (1) In Moesson van augustus 1998, blad zijde 38, staat een geschrift van Eveline Muller, onder de titel 'Slavernij in het oude, koloniale Indië'. Eveline vraagt: 'Maar hoe kan dat nou dat ik daar niets van wist? In geen van mijn geschiede nisboeken op school is daar ooit over gesproken'. Het antwoord kan zijn - ten eerste - je hebt niet goed opgelet tijdens geschie denisles of - ten tweede - je hebt geen goede geschiedenisboeken gehad. Op mijn lagere school, Tegalsari-school in Soerabaja, kreeg ik in 1935 van mijn onderwijzer te horen dat er slavernij was geweest in Indië. Bijvoorbeeld: de Bandanezen van de nootmuskaat- eilanden werden, zover zij niet gedood waren, als slaven gehuisvest in het noordoostelijke stadsdeel van Batavia, dicht onder het kasteel. En Depok was een complex van landerijen dat door de Raad van Indië, Cornelis Chastelein, in 1714 geschonken werd aan zijn vrij gelaten Christen-slaven en hun nako melingen. Pas onder auspiciën van de toenmalige Volkenbond kwam het Verdrag van Genève tot stand, op 25 september 1926, en werd slavernij in de wereld veroordeeld. Slavernij bestaat nog steeds. In de tijd dat er slaven in Indië waren, waren er ook Nederlandse slaven in Noord-Afrika als roeiers van galei-schepen. Eveline moet niet zo'n grote emotie hebben, want dan kan je geen dag leven. Haar voorouders aan beide zijden kunnen slaven geweest zijn. So whatMet de groetjes van A. Broeshart, Rijswijk Slavernij (2) Als oud-leerling van de HBS te Djokja en geschiedenisleraar van een Amster dams lyceum wil ik graag reageren op het artikeltje over slavernij in het kolo niale Indië. In het Indische leerboek voor geschie denis Rijpma en Roelofs II [Ontwikke lingsgang der Historie, 1937) staat de afschaffing van de slavernij in Indië (1860) vermeld (op blz. 77 onderaan). Ook het leerboek van UI jar, Baayen en Zijlstra, deel 4, na de oorlog versche nen, omdat er toen geen boeken te krij gen waren in Indië, vermeldt dit feit uitvoerig op bladzijde 31. Mijn geschie denisleraren van vóór en na de oorlog hebben er over verteld en ik ben er zelfs op mijn eindexamen over gevraagd! Voor zover ik nog kan nagaan - het overgrote deel van mijn geschiedenis boeken heb ik sinds mijn pensioen weggedaan - vermelden de oudere Ne derlandse geschiedenisboeken in ieder geval het jaartal. Door de invoering van het schriftelijk landelijk examen, waar allengs steeds meer enkele frag menten aan de orde kwamen, werd de andere leerstof beperkter en vielen er - mijns inziens veel belangrijker - zaken weg en zeker de afschaffing van de sla vernij in Oost-Indië, die toch al niet of nauwelijks behandeld was in de periode vóór het landelijk schriftelijk eindexa men. Merkwaardig, maar tegelijk duidelijk is, dat de Indonesische schrijver Mochtar Lubis in zijn De geschiedenis van Indonesië (1979) wèl het Cultuur stelsel, de dwang daarbij en het mis bruik door Nederlandse en inlandse ambtenaren behandelt, maar niet het woord slavernij gebruikt en ook niet rept van de afschaffing daarvan. Dan maakte ik het in mijn lessen nog bonter door bij de behandeling van die kwestie over 'de zwarte bladzijde van de geschiedenis van Nederlands Oost- Indië' te spreken. We moeten oppassen dat we zaken die we nu erg vinden, maar die in een an dere tijd over het algemeen gewoon werden gevonden, dat we die nu niet gaan aandikken. Geschiedenis moet je bekijken met de ogen van de desbetref- 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 4