De zak van Piet
Het is november en alles wijst
op het in aantocht zijnde Sin
terklaasfeest. Bij elke gelegen
heid dat we iets doen wat niet deugt,
wordt er gedreigd dat we in de zak van
Zwarte Piet gestopt worden. Oorlog of
geen oorlog, voor kinderen is het feest
van de goedheilig man iets waar
niemand aan kan tornen.
Wij waren met ons drieën; drie meis
jes. De oudste was zes en de jongste
kon nog net met mand en al onder in
de kolong geschoven worden als de si
rene ging. Pap, die we ons niet eens
meer goed konden herinneren, was
weg, geïnterneerd in een Japans kamp
en hij werkte aan de Palcan Baroe
spoorweg op Sumatra. Mijn moeder
moest de eindjes aan elkaar zien te
knopen om ons in leven te houden.
Goedang
Nu wil het geval dat ik stiekem les
kreeg - dat mocht niet van de
Japanners - en dus over een inktpot en
een kroontjespen beschikte. Ik was er
heel zuinig op. Maar op een dag kreeg
Evie deze attributen te pakken. Evie
heeft toen wat inkt gemorst op het ma
tras en dat merkte mijn moeder
natuurlijk al gauw.
Omdat het mijn inkt en pen waren,
kreeg ik straf, want natuurlijk kon ik
het alleen gedaan hebben. Dus werd ik
naar achter gestuurd om een poosje te
vertoeven in de goedang, waar de mui
zen knaagden aan de daar opgeslagen
sago-koeken/schuitjes. Er was een fiets
in dat hok en daar zat ik dan de hele
tijd op en maakte zoveel mogelijk la
waai met de bel om die muizen te ver
jagen.
Mijn moeder zei dat ik het nu wel he
lemaal kon vergeten, iets van de goede
Sint te verwachten! Dat kon me geen
bal schelen op dat moment: ik had die
inktvlek niet gemaakt! Er werd gewoon
niet naar geluisterd. Iedere dag was er
wel iets waardoor we geen bezoek van
Piet of Sint konden verwachten!
Eindelijk werd het 5 december. De
spanning steeg met het invallen van de
schemering. Inééns werd er heel hard
op de achterdeur gebonkt en zelfs mijn
moeder schrok er van! Met z'n vieren
togen we naar de tuindeur en daar
stonden Sinterklaas en Zwarte Piet. Zij
kwamen zowaar binnen en nu zag ik
eigenlijk pas, dat de stoelen verzet en
enigszins versierd waren. Sint en Piet
namen plaats in die stoelen. Piet had
een grote goenie-zak bij zich en Sint
was heel ernstig. Na wat gepraat en ge
vraag over en weer, moesten we één
voor één bij Sinterklaas komen. De
jongste toen net twee, mocht bij hem
op schoot zitten en een kusje geven.
Zij kreeg een pakje dat ze open mocht
maken.
Nu was het de beurt aan Evie. Zij
kreeg wat moppers omdat ze niet altijd
luisterde naar wat Mammie zei en bo
vendien nog te vaak in bed plaste. Na
de belofte dat ze zich zou beteren,
kreeg ze ook een cadeautje.
Dit alles had ik stilletjes gadegeslagen
en toen ik geroepen werd, klopte mijn
hart in mijn keel. Ik was zo vaak stout
geweest en dan die inktvlek... mijn
moeder zou dat aan Sinterklaas vertel
len had ze gezegd. Hoe zou dat
allemaal aflopen?
Fietsenhok
Onwillig als ilc was, kwam Piet op me
af en bracht me bij de Sint. Daar had
je het al! Ik hoefde niet bij hem op
schoot, het grote boek ging open en al
mijn stoutigheden werden opgesomd.
Dat ik die inktvlek gemaakt had en het
niet wilde bekennen, dat deed de deur
dicht en ik moest in de zak en mee
naar Spanje.
Piet trok de lcolor losjes om mijn nek,
pakte me op en droeg me zó naar de
keuken, waar ik moest wachten totdat
Sinterklaas ldaar zou zijn voor vertrek.
Ik kan me nog herinneren dat ik mijn
armen uit de zak wurmde en de keu
kenkraan heel groot opendeed, zodat
alle spetters op de grond, maar ook op
de karoeng terecht kwamen. Ilc schrok
wel, toen Piet weer terugkwam.
Ilc mocht uit de zak stappen en hij
bracht me weer binnen bij de anderen.
Nu mocht ik bij Sint op schoot zitten.
Ik moest mijn excuses aanbieden en
beloven nooit meer stout te zijn, altijd
te gehoorzamen en te doen wat mijn
moeder en tante Marie vroegen. Dit
beloofde ik grif, want om mij heen zag
ik mijn zusjes spelen met dingen die
ze net gekregen hadden. Hierna lcreeg
ik allemaal Heine pakjes en toen alles
uitgepakt was, had ik een Hein
poppenhuis. Een grote doos was het
huis en de meubeltjes waren alle van
hout. Wat waren wij gelulclcig.
Het jaar daarop vierden we 5 december
in een fietsenhok dat als slaapplaats
dienst deed voor velen uit onze straat.
We woonden in een gevechtslinie, kon
den wegens de over ons huis vliegende
granaatscherven niet thuis blijven en
werden geëvacueerd naar een schoolge
bouw. Alle lcinderen die in dit hok
woonden, kregen samen één autoped.
Ilc ben er zelf nooit op geweest, heb al
tijd moeten vechten om mijn zusjes er
een rondje op te laten maken.
Deze gebeurtenissen staan in mijn ge
heugen gegrift en iedere keer als de
goedheilig man voor onze kinderen
kwam, heb ik er aan moeten denken
IS
Tekst: Maudy Angenent-van Raemdonck
43ste jaargang - nummer 5 - november I 998