mm moessQn den met demagogische verklaringen. Zo wordt in verschillende delen van Oost-Java gepreekt dat de toeristen de rijst opeten die voor de bevolking bestemd was. Voor de hand liggend, de Chinezen zijn allemaal gevlucht, dus zijn de westerlingen aan de beurt. Onderweg van Surabaya naar Jember worden we vele malen tegengehouden door kinderen met een leeg conserven- blikje. Zij gaan niet meer naar school. De ouders kunnen het schoolgeld (Rp. 60.000,-) niet meer betalen. Nu lopen zij te bedelen om geld voor... de moskee. Tientallen nieuwe mos keeën en tientallen bestaande mos keeën die gebouwd en verbouwd wor den met het geld van de verplichte contributie en met dat wat men inza melt. Aan mijn chauffeur, die zelf mos lim is, vraag ik of de moskee ook hulp geeft aan haar leden als deze, zoals nu, in nood verkeren. 'Nee, het is geen christelijke kerk,' ant woordt hij wat ongemakkelijk. 'Alles is voor de muazzin,' voegt hij er aan toe. Als wc onderweg ergens uitstappen om over een markt te lopen wordt de chauffeur nerveus en op het moment dat ik voor en achter mij steeds meer mannen met priemende blikken zie staan, gaan we resoluut naar de auto. Vanaf dat moment eten we onderweg alleen maar in stalletjes waar weinig mensen zijn. 'Kulit putih...,' zegt de chauffeur, naar mij wijzend. Ja, ik weet het. Ik had nog wel een Indonesische outfit van zwarte schoenen, zwarte broek en wit overhemd, maar het mocht niet baten. Je bent nou eenmaal de stinkend rijke toerist die, met zijn dollars en pakken rupiah's, door de situatie, hen in ver zoeking leidt. In de steden kan op sommige plaatsen een grimmige sfeer ontstaan als je als buitenlander door de steegjes loopt. Het lijkt niet meer op het Indonesië van een jaar terug. De chauffeur weigert door de Chinese wijk van Surabaya te rijden. Te gevaarlijk, vindt hij. Dat ligt niet aan de Chinezen, want die vind je hier sinds de onlusten niet meer. De eigenaar van een bekend guesthou se vertelde dat hij voorlopig niet meer in Moesson logeeradressen vermeld wilde worden, uit vrees buitenlandse gasten te krijgen, voor wie hij zich in het kader van veiligheid, verantwoor delijk voelde, maar aan wie hij niets kon garanderen. Het grote uithangbord aan de straatzij de had hij reeds verwijderd en gestald in zijn gudang zodat het van buiten net leek op een gewoon woonhuis. Ik moest voor vijf dagen naar Palembang om met onze Moesson - agent wat projecten op te starten. Zoals altijd ga ik 's avonds wat lopen langs de straat, hier en daar wat eten, kijken en proberen wat contacten te leggen met de lokale bevolking. Mijn verbazing was dan ook compleet, toen ik de eerste avond bij de uitgang van het hotel werd tegengehouden door het hotelpersoneel. Of ik, alstu blieft, niet alleen en in het donker naar buiten wilde gaan. Dit zou levensge- (Advertentie) EEN LENIN - Setiakawan bij vaarlijk zijn en het hotel wilde geen moeilijkheden, werd mij beleefd doch dringend geadviseerd. Een aantal voor beelden van recente gebeurtenissen met fatale afloop diende als ondersteu ning voor hun argument. Nu is Palembang altijd al een beruchte plaats geweest, maar door de huidige malaise is gewapende beroving midden op de dag geen uitzondering meer. Het is dan verbazingwekkend, dat in heel Palembang, buiten die van lalu lintas, geen politie te zien is. Op deze trip bleek dat de veilige plek ken, waar je dus ook toeristen ziet, zich bevinden in Midden-Java en Bali. Midden-Java, voor een groot deel onder de positieve invloed van sultan Hamengku Buwono X, terwijl Bali een hogere levensstandaard heeft dan Java en Sumatra. De markten in Azië zijn zich langzaam 28 Bel gerust Setiakawan. Wij zijn tot 22.00 uur bereikbaar. (078) 618 08 66. I y 't k#**" sTT

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 28