1998 Over, sluiten en gewoon doorgaan Ik had een neef in Den Haag moessQn De uitbarsting van de Krakatau, de Merapi, de Keloed, de zware bandjirs op Java's noordkust maakten vroeger dat men van een 'rampjaar' sprak. De laatste halve eeuw is er meer nodig om een jaar zo te noemen, zo gewend zijn we geworden aan de ellende die zich te land, ter zee en in de lucht kan voltrekken. De mens is namelijk dank zij de voorthollende techniek best in staat zelf rampen te veroorzaken, daar hebben we Moeder Natuur niet voor nodig. Misschien deelt u die mening niet, maar ik vind 1998 een behoorlijk druk rampjaar geweest. Zoveel trein-, vlieg tuig-, auto(bus)ongelukken, scheeps- aanvaringen als nooit tevoren, plus tyfoons, bosbranden, aardbevingen. Je ziet ze op TV en de volgende dag staat er alweer een nieuw rampen-pro gramma klaar. Je denkt: dat zag ik gis ter toch al? O neen, dat was in China, dit is Canada. En Nederland blijft niet achter. En toch, lieve mensen, hebben we in Nederland ondanks het allerellendigste weer van deze eeuw, tijd gehad voor een aanzienlijk aantal belangrijke jubilea. Een koekjesfabriek, een cosmetica-arti- kel, instellingen, gebouwen, bekende mensen, ze bestonden 100, 75, 25 jaar of ze waren al zolang dood. In Nederland weet men altijd wel wat te herdenken. Ik heb het feit gevierd dat ik dertig da gen lang afwaswater in het toilet heb moeten gooien, voor de loodgieter kwam. Iets feestelijks: 750 jaar Den Haag. Officieel gevierd in het verpletterend witte, nieuwe stadhuiscomplex. Vanwege de aanwezigheid van het te genwoordig ontelbaar aantal allochto nen (waaronder ondergetekende) werd grote nadruk gelegd op het bestaan van de Anti-Discriminatie wet. Een kinder koor zong er zelfs iets over. Ik was erg onder de indruk en wist niet welke kant ik op moest kijken, want links en rechts zaten echte Nederlanders en die wisten ook niet hoe ze moesten kijken. Burgemeester en andere sprekers ram den het er nogmaals in: dat we elkaar moesten liefhebben, 'kleurrijk en toch gelijk'. Ik keek naar mijn voeten en ontdekte dat ik twee verschillende soorten (knie)kousen aanhad. Dat overkomt me wel vaker omdat ik kippig ben. Dit keer ontroerde het me vanwege de toepasselijkheid. Toen kwam de presentatie van Anne- marie Cottaar's prachtige boek over de komst van 'de vreemdelingen' in de twintigste eeuw en het bestaan van de ze mensen die hun plaats in Nederland hebben veroverd en verdiend. Een werkelijk schitterend werk, tekst en fotomateriaal, de uitvoering. Je krijgt er niet genoeg van, u MOET dit boek gewoon in huis halen, alloch toon of niet: Ik had een neef in Den Haag. Als er iemand een literatuurprijs verdient, dan is het Annemarie Cottaar die met Wirn Willems destijds de eer sten waren die een studie maakten over de Indische Nederlander. Ik kom er later nog wel op terug. Ik had een neef in Den Haag Nieuwkomers in de twintigste eeuw door Annemarie Cottaar Waanders: 208 pag. (paperback) prijs 49,50 Annemarie Cottaar Nieuwkomers in de twintigste eeuw 42 Tekst: Lilian Ducelle

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 42