Brieven moessOn De inhoud van de ingezonden brieven valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie Pittig In de vorige Moesson twee redenen voor dankbaarheid. Eerst natuurlijk voor de korte, maar zeer verhelderende uitleg over het nut van pitten en zaden van onze Indische vruchten (pagina 36). Dank, Max van Balgooy! Heeft me direct weer op allerlei herinneringen (en vragen) gebracht. Ja, die ongelooflij ke differentiatie van piepklein tot reus achtig. Behalve voor de voortplanting ook nog voor alles en nog wat gebruikt. Kom ik zeker nog op terug. Tweede 'dank je wel' is voor Ed Brodie voor de leuke kennismaking met Kid Bellel (pagina 14). In 1972 was ik met Tjalie voor het laatst in Surabaya. En boksfanaten als we waren, vroegen we direct aan een van de zoons van Joop en Koes Soetjahjo - waar we lo geerden - wie toen de 'dj ago' in de ring was. De naam Bellel werd genoemd, helaas was er toen net geen boksen te zien en we verlieten Surabaya zonder met Bellel te hebben kunnen kennis maken. De naam is altijd bij me blijven han gen, maar ik heb al die jaren daarna niemand ontmoet die me over hem vertelde. Ook wel logisch dat men met een vrouw niet over boksen praat. Bedankt Brodie voor het interview. Zijn er in Nederland eigenlijk nog wel Indische jongens die boksen? Of blin ken ze alleen uit in andere verdedigings- sporten? Regilio Tuur's reputatie lijkt me groter en langduriger dan zijn pres taties, of vergis ik me? Lilian Ducelle, Den Haag Kid Bellel Welke Soerabajaanse toekang poekoel heeft Kid Bellel niet van horen zeggen gekend? Het interview wekte bij mij oude herinneringen op. Hij was voor ons een voorbeeld in die jaren. Bedankt Ed en bedankt Kid Bellel, dj ago van Soerabaja. F. Parijs Bandoeng Lyceum In Moesson van september schreef ik een artikel over het Christelijke Lyceum in Bandoeng (pagina 20). Ik wil er nog het volgende aan toevoegen: van diver se kanten werd ik gewezen op het feit dat het Bandoeng Lyceum op 1 april 1958 ophield. Formeel is dit helemaal juist. In de late namiddag van 27 maart 1958 om 17.00 uur vond in de aula van ons lyceum een afscheidsbij eenkomst plaats voor scholieren, oud-scholieren, hun ouders en andere belangstellenden. Van die laatste samenkomst bestaan echter geen foto's en de stemming was zeer bedrukt te noemen, bijna een begrafenissfeer. Op 31 december 1957 kreeg heer The (directeur van de SMA) de verantwoor delij kheid voor de opleiding van de Ly- ceïsten, die op 2 januari 1958 meteen begonnen met een stoomcursus Bahasa Indonesia. Vandaar dat ik in mijn arti kel 31 december 1957 als dé laatste dag beschouw van het Bandoeng Lyceum oude stijl. J.S. Tan, Den Haag Quo vadis Moesson? Houd Moesson toch vooral licht en luchtig, met een serieuze blik op de re aliteit van nu en de belofte van mor gen. Wat een Indo is of hoe dat begrip is te prolongeren, is volgens mij min der relevant, omdat het in feite om een geheel virtueel iets gaat. Een zuivere totok kan zich net zo In disch voelen en noemen als de eerste de beste, rasechte katjoeng. De ware parameters schijnen te zijn dat men iets te maken moet hebben gehad met het oude koloniale bewind: liefst als ambtenaar, als militair of omdat men te doen had gehad met de vele werk- centrales of gaarkeukens, ofwel van Pa van der Steur of de missie steun en onderdak hebben genoten. Op zich meer dan genoeg tuurlijk om de rest van je leven daarover mijmerend door te brengen. Het bijzondere is echter dat zeer weinig oud-ondernemers en particulieren onder de Indo's zich daar mee bezighouden. Nu zelf 66 zijnde, zeg ik: 'Moesson, garandeer die hele oudjes hun hoekje, maar gebruik het blad vooral om jon geren te inspireren. Help them prepare for life in the global village, met voor beelden en zo. Want hoeveel Indische lieden zijn er niet die over de hele we reld al min of meer daarin zijn geslaagd? Teach them how to cope! Persoonlijk ben ik volkomen thuis ge raakt in Noord-Amerika, in Europa en in Azië, waar ik heb gestudeerd, heb gewerkt. Nu kan ik wonen waar ik wil. Een kleine tip, als global-desabewoner heb ik overigens echt goed op mijn talen moeten letten: naast Engels, minstens 2000 Chinese tekens waar je behoorlijk mee uit de voeten leunt, In donesisch, Maleis en ook nog Ngoko-, Rromo- en Rromo Inggil Javaans. Dat laatste om de corruptenaren aldaar vooral goed te woord te kunnen staan. There you have it: veel succes, Moesson, en nog vele jaren toegewenst. Ronald Kortelink Mijmering van een Indo In Moesson van oktober vroeg Tineke Geveke naar de rest van een gedicht waarvan zij alleen het eerste couplet nog kende. Hier volgt 'Mijmering van een Indo', de auteur is mij onbekend: Geboren in het mooie Indië, werd ik oud in Nederland. Terugkeer was niet mogelijk, want Indië is nu een ander land. Ondanks een Nederlands paspoort, blijft je hart verankerd in je geboorte land. Na de vakantie moet je weer vertrekken, want Indonesië is nu buitenland. Als Indo ben je gespleten en bekijk je het van een andere kant. Je wortels liggen in Indonesië, maar oud worden doe je in een ander land. Als ik sterf, zal de waringinboom mij geen schaduw geven. Dan verdwijn ik in de kille grond, van een land, waar ik mijn leven heb gesleten. Helaas niet mijn geboorteland. A.M. Amade, Zaandijk 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1998 | | pagina 4