Drie foto's
moessOn
Drie foto's. Couperus heeft
iets te maken met de eerste,
Miss Saigon met de tweede
en Megawati Soekarnopoetri
Kiemas met de derde.
De wereld is klein.
Hotel Morbeck
E. Breton de Nijs toont in zijn prachtig
fotoboek Tempo Doeloe de Heeren
straat in Pasoeroean, een stadje op
Oost-Java (bladzijde 54). Couperus
logeerde daar in het begin van deze
eeuw en hij schreef er de roman De
Stille Kracht.
Het verhaal speelt zich af in Laboe-
wangi (Pasoeroean). De hoofdfiguur,
resident Van Oudijck, wandelt door de
Lange Laan (de Heerenstraat).
Hij passeert dan een typisch Indisch
huis met zuilen: 'Hotel Morbeck'.
Op de eerste foto zit links mijn moeder
naast mijn vader in Hotel Morbeck.
De andere dame is mevrouw Morbeck.
Mijn moeder, Louise Wagenmakers,
werd geboren in Semarang op 29
december 1896. Mijn vader, Hendrik
Abrahamsz, werd geboren op Poelau
Pisang, op 4 mei 1891. Hij werkte bij
de Gouvernements Pandhuis Dienst,
zij op het postkantoor na het behalen
van het 'klein ambtenaarsexamen'.
De foto moet omstreeks 1914 gemaakt
zijn. Zij waren verloofd. Hij had de
foto gestuurd naar zijn zusters in
Batavia. Toen ik een zestig jaar later
de lijst restaureerde, las ik op de ach
terkant: 'Mijn kamer in het Hotel
Morbeck. De dikke dame is de lieve
Mevr. Morbeck, mijn tweede moeder.
Henk'.
Kostelijk om die oude foto's uit tempo
doeloe te bekijken en mij voor te
stellen hoe mijn ouders door die straat
hebben gelopen en in de voorgalerij
van Hotel Morbeck
hebben gezeten.
Natuurlijk hebben ze
zich moeten presente
ren bij de resident.
Dat was voorgeschreven
als je je als gouverne
mentsambtenaar op
een nieuwe plaats
vestigde. Er zal wel
over Couperus en De
stille kracht gesproken
zijn.
Let eens op de prach
tige gebatikte kains en
de gesloten 'dj as toe-
toep', een plezierig
luchtige dracht.
Met dank aan
E. Breton de Nijs.
Miss Saigon
De tweede foto toont
mijn moeder, Louise
Wagenmakers, dertien
jaar oud, tussen haar
zusje Emelie, vijf jaar, en haar parman
tige broertje Cornelis, negen jaar.
Dat broertje is de overgrootvader van
Linda Wagenmakers, 'Miss Saigon' van
de gelijknamige musical. De foto is
gemaakt door een Chinese fotograaf in
Semarang. Mijn moeder heeft weer een
prachtige gebatikte kain aan, Cornelis
een batik broek en een badjoe Tjina,
het witte jasje met een lage, opstaande
kraag.
Megawati? Aangetrouwde
familie
De derde foto toont mijn vader, zittend
rechts voor het pandhuis in Poerbo-
linggo. Het was een groot bedrijf. Het
had een pandhuisbeheerder (zittend in
het midden) en twee adjuncts, mijn
vader en de heer zittend links. Dan het
inlands personeel, de poenggawa's.
Hun taak: schatten van de panden,
pandbrieven uitschrijven en uitbetalen.
Ze zijn gekleed in gebatikte kain, djas
toetoep en gebatikte muts (koepiah).
Deze gegevens kreeg ik van mijn moe
der. Ik meen dat Soekarno de fluwelen
muts 'pitjie' tot nationale hoofdbedek
king maakte.
Mijn vader werd geboren op Poelau
Pisang, een minuscuul klein eilandje
ter hoogte van Kroë, een plaatsje in het
zuidwesten van Sumatra. Poelau Pisang
wordt niet meer getekend op de moder
ne kaarten. Maar op de antieke - ik
denk aan de Tirions, de Visschers, de
Lranse kaarten, enzovoort - staat het
heel markant aangegeven. De Engelsen
hadden zich in 1745 op Poelau Pisang
20
Tekst: Bert Abrahamsz