M n rot-sextant
moessOn
Toen ik pas begon te varen - namelijk
in 1955 als stuurmansleerling op de
Wonorato - wilde de eerste stuurman
mij zijn oude octant voor een zacht
zeeprijsje aansmeren.
In het semi-heiligdom van de chief, de
hut van de eerste stuurman, vroeg en
kreeg ik raad. Het hoekmeetinstrument
zat gammel in elkaar. Bij het bekijken
ervan vielen er een paar schroefjes uit
en als je de zon schoot, dan vloog die
als een rode erwt nerveus over de kim.
Heb dus met knikkende knieën het
aanbod van de 'ouwe' beleefd, maar zo
beslist mogelijk afgeslagen.
Scheep ssextant
Daar heb ik nu nóg spijt van. Want
anno 1998 zou het een leuk antiqua
risch maritiem instrument geweest zijn
om aan de muur te hangen in mijn
toch al wat propvolle nautische mini-
museum, in het voormalige deel (de
koeienstal) van de boerderij waar ik
thans onder de pannen zit.
Maar toen ik als vierde stuurman in
1957 te Soerabaja fier het dek van de
Modjokerto betrad, had ik niet alleen
een loeizware koffer in m'n ene hand,
maar ook een pas aangekochte trom
melsextant verpakt in een eikenhouten
kistje in m'n andere hand. Want wie in
die tijd als stuurman ging varen, was
verplicht om z'n eigen sextant bij zich
te hebben.
Op elk schip was uiteraard een scheeps-
sextant aanwezig, maar die mocht nie
mand gebruiken. 'Want', aldus orakelde
kapitein Goos Luciën Slothouwer (met
wie ik het later nog een paar maal aan
de stok gekregen heb), 'als tijdens het
schieten van de zon in verband met de
berekening van de middagbreedte bij
slecht weer, alle stuurlieden tegelijker
tijd hun sextant uit hun handen laten
pletteren, dan hebben we nog altijd de
scheepssextant als reserve.'
In de jaren vijftig kwam de zogenaam
de trommelsextant op de markt.
Met deze sextant kon men zelfs in de
schemering de gemeten hoek tot op 0,2
boogminuut aflezen. Als jong broeide
met de standaardbijnaam 'ampat'
(vierde stuurman), introduceerde ik de
trommelsextant aan boord van de
Modjokerto.
Trommelsextantencomplex
De in mijn ogen reeds bejaarde kapi
tein Slothouwer noemde m'n trommel
sextant een mooi instrument. Een
uitspraak waarvoor ik hem jarenlang
dankbaar ben geweest, want met die
uitspraak heeft hij mij er voor behoed
dat ik aan een 'trommelsextantencom
plex' zou gaan lijden.
Want wat was namelijk het geval. De
tweede nautische officier, Bos genaamd
- één bonk chagrijnig sarcasme - wees
mij er voortdurend op dat de trommel
(het wieltje op de alhidade waarop men
de gemeten hoek kan aflezen) reeds
aan slijtage onderhevig zou zijn na een
gebruik van één a twee jaar. Met als
gevolg onnauwkeurig aflezen van de
gemeten hoek, resulterend in een slecht
middag- of stersbestek en dus met de
mogelijkheid van stranding van het
schip door mijn schuld... De trommel
sextant was zogezegd een rot-sextant.
Niet dat ik nu tijdens wacht te kooi de
slaap niet kon vatten wegens een aan
gesmeerde toekomstige stranding, maar
dit gezanik heb ik zeker zo'n drie maan
den lang moeten aanhoren en slechts
het feit dat deze stuurman Bos zo
ontzettend hoog in rang was, heeft mij
ervan weerhouden om hem eens goed
op z'n smoel te slaan.
Bruin gekleurde roerrijst
Als ampat liep ik wacht met de eerste
stuurman, mocht als gunst slechts
tijdens het middagbiertje tussen 12.00
en 13.00 uur alleen de wacht waarne
men en moest in verband met de
avondhap de tweede stuurman op de
brug aflossen.
Met die verlate avondhap miste ik niet
veel, want het was vaak een mislukte
rijst met kerrie schotel of een povere
imitatie van nasi goreng in de vorm
van met wat ketjap bruin gekleurde
roerrijst met hier en daar een er tussen
Tekst: Pohon Linde
Het 'schieten'
van de zon
aan boord
van de Straat
Madoera
omstreeks
twaalf uur.
Foto:
C.J. Hosmar
36