Op zo'n moment helpt zelfs bidden niet en onderken je de kille waarheid van de 'vlucht naar voren-stelling'. En hoor je je familie al treuren over het geleden verlies. Maar gelukkig gebeurde er niets. Toen we met samengeknepen billen en diep onder het maaiveld weg gedoken de draad stuk reden, volgde geen explosie. Zo kwam het dat we zonder kleerscheuren de Lengaran kon den bereiken. Niks brug, die hadden ze vakkundig gesloopt. Einde Panzer-blitz, en met een seroetoe lekker wachten op de genie, dachten we. Schrik van de jungle Mooi mis, want Bosambo het het er niet bij zitten. Hij gebood ons uit te stijgen en het ons te voet over de ver nielde brug verder gaan. Hij ging voor op, dat wel. Hoewel we bij dergelijke gelegenheden zijn voortvarendheid ten zeerste afkeurden, kon Bosambo op ons aller medewerking rekenen. Dat was vooral omdat hij recht door zee was en niet om het minste onbenulligheidje op zijn sterren ging staan. Zelfs niet als we in jeugdige overmoed een beetje insubordinatie pleegden. Zoals na dat schrikwekkende Lengaran-avontuur. We hadden onze carrier in het struik gewas geparkeerd om een paar wiel voertuigen van ons eigen peloton te laten passeren. De ruimte was zeer beperkt en die truckchauffeurs waren geen doetjes, dus tuurden we bezorgd over de rand van onze carrier. Dat was om ons ervan te vergewissen dat het met veel liefde op de zijkant geschil derde embleem van de Rode Olifant en de X van het 10e bataljon niet bescha digd zou worden. We hadden nergens anders oog voor. Tot onze waarnemer plots begon te grinniken en halfluid zei: 'Itoe dia, in die drietonner, si Bosambo, de schrik van de jungle. Niet direct kijken, loh.' Maar, zoals dat meestal gaat, keken we wèl direct en zagen hem staan: Bosambo torende als een zwart mar meren standbeeld boven het mangat van de cabine uit, zijn onbedekte bovenlijf glom in de zon. Een beeld om in je geheugen op te slaan. Tot onze schrik bleek hij echter die opmerking van de waarnemer te hebben gehoord. En begrepen. Misprijzend op ons neer kijkend, trok hij een woeste grijns en bulderde welgemoed: Wat zitten jullie daar weer uit je neus te vreten, luie nietsnutten. Als jullie niet zo krem- peng waren, schopte ik jullie allemaal de kookpot in.' Zit je met z'n vieren in zo'n carrier, helemaal melompong. Als hij het op zijn heupen kreeg, kon Bosambo aardig uit de hoek komen. Daar had je dan geen weerwoord voor. Melompong Maar toch hebben we ook hém een keer volslagen melompong gezien. Dat was tijdens de ondervraging van een gevan gene op de veranda van een palenwoning in de doesoen Rantausialang. Bosambo zat prinsheerlijk in een stoel en de gevangene stond voor hem te beven als een rietje. Hoefde eigenlijk niet, want het was een routinezaakje. Maar de aanblik van die reusachtige figuur in die stoel was de nerveuze gevangene toch teveel. Niet in staat om ook maar één woord uit te bren gen, raakte hij ook nog de macht over z'n sluitspieren kwijt. Gevolg was dat hij een hevig, onregelmatig getoeter uitstootte. Niet onder controle te hou den zenuwgas-windvlagen, denk ik. Dat was de enige keer dat we Bosambo ergens voor hebben zien terugdeinzen. Hij moest zich aan zijn stoel vasthou den om er niet uit te vallen. Die uit stoot heeft de gevangene toen trouwens geen windeieren gelegd, want toen Bosambo weer op adem was gekomen, staakte hij de ondervraging en liet de inmiddels flauw gevallen stakkerd on verwijld naar zijn verblijf terugbrengen. Zelfs de machtigste meerdere staat machteloos als de natuur in alle hevig heid losbarst. Daar heeft die weten schapper zich indertijd waarschijnlijk geen rekenschap van gegeven Hockey in Medan Deze foto van de Medanse hockeyvereniging M.H.C. ontvingen wij van mevrouw E. Schreuder-Alofs uit Hengelo in Gelder land. Hij werd in 1940 in Medan genomen en op de achterzijde staan slechts twee namen vermeld: Fröger en Frits Bouvy. Wie herkent zichzelf of anderen? Reacties graag aan Moesson. 39 43ste jaargang - nummer 7 - januari I 999

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 39