Chinese begrafenis In Moesson van september 1998 herinnert Tijn Timmermans zich een Chinees nieuwjaar met lam- pionoptochten en barong-sai. Ook begrafenissen herinnert Tijn zich. Zoiets heeft mijn grootvader in 1926 meegemaakt. Het ging toen ook om een begrafenis. Mijn moeder was in 1923 met de handschoen getrouwd en vertrok naar Nederlands-Indië. In 1926 wilde haar vader - mijn grootvader dus - haar bezoeken. Hij maakte er maar meteen een wereldreis van. Uit zijn dagboek leest u hieronder zijn waarneming van een Chinese begrafenis. Medan, woensdag 3 februari, 13.15 uur Voor drie kwartier hoorden we muziek. Dus was er een Chineesche begrafenis. Wij erheen, geweldig heet. Een paar wagentjes met trommen, bekkenslag, fluitgegil. Een lijkwagen met twee witte paardjes met zwarte Ideeden, op den wagen eenige kransen. Het gevolg bestond uit Chineesche jongelui. Verder Hongkongs rick shawsj, ik denk met priesters en fami lie. Op een afstand van een meter of tien hebben wij de plechtigheid ge volgd, de muziek stond een dertig meter verder te razen. Bij het geopende graf een lange Chinees in een vuil blauw kleed met bekken en een bijna geplukte levende kip, bekkenslag en gekakel, ondeiwijl werd onder veel ka baal de kist afgeladen en aangebracht. Zeker heel zwaar, het leek wel een zware, holle boomstam met overhan gend deksel; de zijkanten met koperbe- slag. Bij het graf eenige jankende kin deren in een gemaakte huiltoon, de grooteren (de meisjes) met loshangend haar en overhuifd met vlechtwerk (of een grauwe zak), zoodat ze geleid moesten worden. Een drietal kinderen (beneden de tien jaar) met de gezicht jes bloot, knielende en ijselijk huilende en onderwijl nieuwsgierig kijkend naar de kaarsjes, die voor het graf brandden. De priester prevelde maar door, de kip kakelde. Met veel herrie van de dragers werd de kist neergelaten, de absolutie- briefjes werden verbrand; in het graf werd vuurwerk (voetzoekers) gestrooid, dat met knallen ontbrandde. De pries ter zette zich aan het eene lange einde der groeve, twee kindertjes aan het andere. De kip (het arme dier had nog maar één vleugel) werd over de groeve geworpen door den priester en door de kinderen opgevangen, toen was het klaar. De matten kappen werden afge daan, de lange haren weer opgebonden en ieder toog weg. De meesten, die de doode hadden vergezeld, waren verdwe nen. Ook wij gingen door de zengende zomerzon, de tropische, naar huis. ben je in een tien minuten door- ran het zweet Chinese optocht in Batavia, 1906 i Tekst: Henk Horn

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 15