Een postbus tussen twee oceanen moessOn Nadat Vasco da Gama in 1498 Kaap de Goede Hoop rondde, werden Portugese zeevaarders er mee geconfronteerd dat de communicatie met het moe derland bijna onmogelijk was. Schepen waren soms jaren van huis en opvarenden konden vaak pas bij terugkeer laten weten waar ze geweest waren, wat ze hadden gedaan en wat ze allemaal ontdekt hadden. Incidenteel was het mogelijk berich ten mee te geven als men toevallig terugkerende schepen ontmoette. Later liet men op afgesproken vaste plaatsen brieven achter, die dan door naar Lissabon terugkerende, of door naar Azic varende schepen konden worden opgepikt. Post-klippen Nadat de VOC in 1602 de eerste vloot naar Indië stuurde, liep zij ook tegen dit probleem aan. Op St. Helena, aan de Kaap of op Mauritius en soms ook op Madagascar waren plaatsen waar schepen berichten achter heten of op haalden. Voor ons twintigste-eeuwers een niet erg efficiënte vorm van com municatie, maar destijds was dat toch een behoorlijke stap voorwaarts. Het ging als volgt: een pakketje brieven werd in een kistje gelegd dat goed werd ingepakt in geteerd zeildoek. Daarom heen ging een loden slab en daarom heen weer geteerd zeildoek. Zo'n pakje werd achtergelaten op de kust, bij een aantal afgesproken plaatsen waar sche pen langs kwamen. Op zo'n pakje legde men een heel zware steen waarop een tekst was gebeiteld, zodat deze tussen de andere stenen kon worden opge merkt. Zo'n steen heette in de zeven tiende eeuw een post-klip-, wij zouden tegenwoordig zeggen post-steen. In april 1974 ontdekte men in Kaapstad bij graafwerkzaamheden voor een nieuw kantoor en winkelcomplex een derge lijke post-steen. De tekst daarop luidt: A(nno). 1635. DEN. 8. AP RIL IS.GEARIVEERT.D(e):E(dele) (c)OMMANDEUR.WOLLE (b)RANT.GELEINSEN:D(e):I(ongje) (m)ET.HET.SCHIP.AMSTER (da)M.VERTROCKEN.DEN APRIL.NAE.BATAVIA. )(i)EDER.DIE( Deze steen is te zien in het Suid- Afrikaanse Kultuurhistoriese Museum, waar men een aantal van zulke stenen bewaart. In het inmiddels gebouwde winkelcentrum De Gouwe Akker is bij de vindplek een replica van deze steen te zien. Aardig is dat pal daarnaast een moderne brievenbus staat. Cultureel antropoloog Wollebrant Geleinsen (1594-1674) was een van die vele zeer uitzonderlijke mensen die dienst namen bij de VOC. Op negentienjarige leeftijd was hij al onderkoopman in het fort Nassau op Banda-Neira. Later werd hij koopman op Halmahera en opperkoopman in India. In 1635 arriveerde hij na zijn tweede verlof in Holland in de Tafel baai, waar hij onze steen achterliet. Het jaar daarop werkte hij in Suratte in het noorden van de westkust van India en in 1640 is hij Directeur van de VOC in Perzië! Maar Geleinsen was ook een man met een grote intellectuele belangstelling. Dat blijkt wanneer hij als een zeven tiende eeuwse cultureel antropoloog de in India, Afganistan en Perzië voor komende godsdienstige secten bestu deerde en deze nauwkeurig beschreef in een uitvoerige Remonstrantie. In 1648 gaat hij als commandeur van de retourvloot naar Holland. De tegen woordige opvatting dat VOC-ers alleen door winstbejag gedreven werden, is onjuist. Geleinsen is maar een van de vele voorbeelden van intellectuelen die toen de exotische natuur, vreemde volkeren en gewoonten beschreven, talen bestudeerden, onbekende streken in kaart brachten. Ga zo maar door! Overigens vaart op het schip De Koningh van Polen, Jan van Riebeeck met deze vloot terug naar Holland. Maar dit even terzijde. Kaapstad Als Geleinsen op de Walvis in 1648 in de Tafelbaai aankomt, ligt daar het in 1647 verongelukte schip Haerlem dat met een kostbare lading op weg was geweest naar Holland. Zestig opvarenden hadden zich ruim een jaar op de kust in leven gehouden, door het eten van pinguins, steenbokken en dassen. Verder aten ze kool, worte len en knollen, die ze daar gezaaid hadden en die prima bleken te groeien. Geleinsen nam de bemanning en de lading met zijn vloot mee terug naar Holland nadat hij op de kust brieven had achtergelaten onder een post-steen. In gesprekken onderweg met de onder koopman Leendert Jansz - een van de overlevenden - werd de gedachte gebo ren aan de Tafelbaai een permanente nederzetting te bouwen, waar schepen zich zouden kunnen bevoorraden. Dit voorstel werd na veel palavers, pas in 1651 goedgekeurd door de Heeren XVII. Op 14 december 1651 vaart Jan van Riebeeck (1618-1677) 'met het schip de Drommedaris nae Cabo de Bona Esperanza' om daar een verversings- post te vestigen. Op 6 april 1652 landde van Riebeeck daar en stichtte Kaapstad. Zijn eerste opdracht was, op het strand te laten zoeken naar eventu ele brieven onder 'post-Wippen'. Daarna zijn er nooit meer post-stenen op de kust bij Kaapstad neergelegd. Martinus Martini Een van de allereerste schepen die bij Kaapstad het anker uitgooit, is de Muijden met aan boord de later zo beroemde George Everhard Rumphius. De Muijden kwam aan op 18 april 20 Tekst: W. Buijze* (Advertentie) Noveen St. Clara Belangrijk: Vraag alleen positieve dingen. Bid 9 dagen het Wees Gegroet bij een brandende kaars, ook als u er geen zin in heeft.Vraag 2 dingen die vast onmogelijk lijken om verhoord te worden en iets wat u heel erg ter harte gaat. Laat de 9de dag de kaars geheel opbranden en publiceer dit bericht. U krijgt wat u vroeg. E.W.R.G.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 20