Reis naar de Wf' Om vijf over half acht 's morgens ste gen we op van het vliegveld Pattimura op Ambon en een klein uur later landden we op het Heine vliegveld van Banda Neira. May, onze gids, had maatregelen genomen om zeker te stellen dat we in pension zouden komen bij een familie lid van haar, de eigenaar van Likes Homestay. Dit loge ment bleek op het mooiste plekje van Banda Neira te staan, aan het water en met uitzicht op de Gunung Api aan de overzijde. De vrouw des huizes zorgde iedere dag voor drie voortreffelijke maaltij den met diverse soor ten vis, maar weinig groente, want groente is beperkt verkrijgbaar op de Banda-eilanden. Nootmuskaat De Banda-eilanden vormen een oase van rust, waar mensen zich nog feeste lijk aanldcden als er een Pelni-boot verwacht wordt. Alles is even teder en fijn aan deze toverachtige eilanden groep. De zee is er blauwer, het groen is er donkerder en glanzender. Men kan er zich in het paradijs wanen, maar de nootmuskaatbomen, die voor de oorspronkelijke bewoners een zegen hadden kunnen zijn, werden een vloek. De Bandanezen werden uit de weg ge ruimd door de genadeloze, Nederlandse monopoliepolitiek van de zeventiende eeuw. jL '- v mm?** W&*&*s£ Tekst en foto's: F.J.P. Kiesel Gunung Api

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 22