Djamboe monjet moessOn Zo werd door de legerleiding in Ban doeng opdracht gegeven de rondelen van Belgica op te blazen, wellicht in navolging van Nederland, waar toren forten ook werden ontmanteld. Modernisering De aanpassing van de torens heeft iets te maken met de ontwikkeling van het geschut. In de tijd van de VOC kon het geschut van vijandelijke schepen het fort niet of althans moeilijk bereiken. Maar in de tweede helft van de negen tiende eeuw kwam meer en meer het aanzienlijk verder dragend achterlaad- geschut met getrokken loop in gebruik, waardoor torens kwetsbaarder werden. Gezien het feit dat fort Belgica in 1910 werd verlaten, valt het bevel tot 'modernisering' of 'aanpassing' wel te betreuren! Later heeft een stichting de vernielde torens zo goed mogelijk hersteld. De allereerste opgang naar de sterkte Belgica, dat wil zeggen de overgang van de begane grond naar het eerste plat form, was vrij primitief: een houten trap, die in tijden van nood eenvoudig werd opgehaald. Een slotgracht en ophaalbrug ontbraken. Een tweede poort met breed, tonvormig gewelf leidde naar het binnenplein, waarop 23 kazematten uitkwamen. De meeste kazematten stonden met elkaar en met de boven- en benedenbastions in ver binding middels trappen en gangen. Het kasteel werd met 58 stukken geschut bewapend en de bemanning bestond uit 400 krijgslieden. (Advertentie) «GELD LENEN? Setiakawan Fort Belgica was met het lager gelegen fort Nassau verbonden door een onder aardse gang, die in 1863 werd dichtge metseld. Hemelsbreed bedraagt de afstand tussen beide forten nog geen vierhonderd meter. Groot Walingen In het hotel vielen we onder de zorgen van Leo, die onze maaltijden opdiende, als gids fungeerde en een prauw met buitenboordmotor liet aanrukken als we daarom vroegen. Op de dag van aankomst maakten we een wandeling door het stadje langs de vele stadswo ningen van de vroeger hier wonende perkeniers. Sommige erven zijn omgeven door hoge muren met poortjes, waarvan de meeste uit de achttiende eeuw dateren. Leo attendeerde ons op de woningen en kantoren van het vroegere Neder landse bestuur en ook op de woningen waar Mohammed Hatta, Soetan Sjah- rir en dr. Tjipto Mangoenkoesoemo tijdens hun ballingschap, vóór 1942, leefden. Het waren niet de lelijkste huizen, de woning van Sjahrir is tegen woordig ingericht als een museum, over zijn leven. In een gehuurde boot met Leo als gids staken we over naar het eiland Groot Banda en we gingen aan land op het perk Groot Walingen, waar de heer Van den Broeke, de laatste echte perkenier, Voor de oorlog zaten we op Tjililitan en vlak voor ons huis had je een paar bosjes, met enkele grote bomen, leder jaar zaten die vol met rijpe djamboe vruchten en we hebben ze vaak geplukt. Deze vruchten, ook wel djamboe mété genaamd, zijn goed eetbaar, maar je moet er de hele tijd van kuchen. De Soendanees noemt ze daarom dan ook djamboe dèhèm (dèhèm is kuchen). Om dat tegen te gaan, is het raadzaam ze te eten met wat sambal of met zout. De kinderen zaten vroeger, met een woonachtig is. Hij toonde zijn perk met nog een echte, oude 'notenlcom- buis' en hij liet ons de rookzolder zien. Op de rookzolder worden de muskaat noten, na van schil en foelie te zijn ontdaan, aan de inwerking van hout- rook blootgesteld. Leo demonstreerde hoe de muskaatno ten worden geplukt. Men gebruikt een lange bamboe, waaraan van boven een mandje zit, voorzien van een eigenaar dig vorkje om de rijpe noten te pluk ken en in het korfje te doen vallen. Het werd niet alleen een interessant, maar ook een leuk bezoek, het bleek dat Van den Broeke bij de Koninklijke Marine had gediend, onder andere aan boord van de Karei Doorman, vanaf het moment dat de Japanners door de geallieerden uit de Moluklten waren verdreven tot de soevereiniteitsover dracht aan de Republik Indonesia Serikat. Er is natuurlijk nog veel meer te vertel len over de Banda-eilanden en ons be zoek aldaar. We maakten bijvoorbeeld nog een boottocht rond de Gunung Api en snorkelden boven zeetuinen, maar onze reis van twee maanden liep op z'n eind en we begonnen toch wel te verlangen naar het moment waarop we in het vliegtuig terug naar Nederland konden stappen. We gingen terug naar Ambon en via een korte stop op Bali keerden we naar Nederland terug schoteltje zout naast zich, op de achter galerij de djamboe dèhèm te eten. De vruchten zijn enigszins zuur maar je hebt er ook zoete soorten onder. De pit zit er niet binnenin, maar hangt er als een boontje onderaan. Die boon tjes worden soms weggegooid, maar je leunt ze ook eten. Ze worden dan ver zameld en boven een vuurtje gebrand. Bij het openschillen komt de kleverige getah te voorschijn. Om de vingers schoon te houden gebruikt men wat klapperolie op de handen. Het is geen leuk werkje. Na het pellen komen dan de echte nootjes te voor schijn. In Nederland zijn ze goed bekend. Men noemt ze hier cashewno ten en ze zijn overal te koop 24 DEZE ^ADVERTENTIE IS GOUD WAARD! Bel gerust Setiakawan. Wij zijn tot 22.00 uur bereikbaar. (078) 618 08 66. j. 't k Tekst: D.A. Visker

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 24