C^en Indische poppenspel
eter
Stephan Stoetzer
Met een verlegen glimlach op
zijn gezicht komt de poppen
speler naar voren en maakt
een buiging voor het publiek. De kinde
ren en hun aanwezige ouders reageren
enthousiast. Het licht in de zaal wordt
ontstoken, de voorstelling is voorbij,
maar het publiek gaat nog lang niet
weg. Het loopt naar voren om met de
poppenspeler na te praten, hem te
bedanken of nog iets te vragen over de
voorstelling.
Wij, mijn vrouw en ik, zijn aanwezig
bij de familievoorstelling De jongens,
het meisje en de zee, geschreven en
gespeeld door de Indische poppenspeler
Stephan Stoetzer. Als na een poosje het
laatste publiek, tevreden en een erva
ring rijker, de deur uit gaat, hebben wij
de gelegenheid om met Stephan na te
praten. Poppenspeler, dat is het beroep
van Stephan Stoetzer (45), een Indische
jongen uit Hoorn, geboren in Soerabaja.
Hoe hij uiteindelijk in Hoorn verzeild
raakte, is een heel verhaal.
Stephan: In 1957 is ons gezin - vader,
moeder, mijn twee zusjes en ik - met
het motorschip Sibajak naar Nederland
gekomen. Van de reis zelf herinner ik
me weinig. Ik ben dan nog maar vier
jaar oud. Van sommige dingen weet ik
niet meer of het mijn eigen herinnerin
gen zijn of dat ik me die heb eigenge
maakt uit de familieverhalen en foto's.
We zijn in een pension in Soestdijk
terechtgekomen. Gelukkig niet voor
lang, want we verhuisden al snel naar
een flat in Amersfoort en daar is mijn
broertje geboren en ben ik naar de
kleuterschool gegaan. Een paar jaar
later zijn we in Doorn gaan wonen.
Ik heb er een fijne jeugd gehad.
Na mijn middelbare school wilde ik
eigenlijk de kunstacademie doen, maar
na aandringen van mijn vader heb ik
de analistenopleiding in Utrecht ge
volgd. Ik werkte een paar jaar als
analist aan de universiteit van Utrecht.
Vervolgens ging ik een aantal jaren
biologie aan de VU. in Amsterdam
'En met hun buikjes vol, keken ze naar de eerste sterren.'
Dan zwijgt de poppenspeler. In een zacht avondlicht zet hij
de twee poppen, met hun rug naar het publiek, op het
wrak van het schip dat zachtjes deint in een grote zee,
gemaakt van groen-blauwe zijde. Zelf verdwijnt de speler
uit het beeld. De muziek zwelt aan en het licht dooft lang
zaam. Even blijft het doodstil in het donkere theaterzaaltje.
De ontroering van het publiek is goed voelbaar. Dan breekt
het applaus los en gaan de schijnwerpers weer aan.
Tekst en foto's: M. Schoen