een van de zes kamers van de VOC: Hoorn, Enkhuizen, Amsterdam, Rot terdam en Middelburg (Delft ontbreekt). Een van de eilanden speelde een bij zondere rol in de organisatie van de handelsvloten van de VOC, het op on geveer drie zeemijlen van Batavia gele gen Onrust. Het eiland Onrust nam een bijzondere plaats in en kreeg een dubbelfunctie. Er vond zowel overslag van goederen plaats als scheepsreparatie. Op de grote overzichtstentoonstelling Lof der Zeevaart die twee jaar geleden in museum Boymans van Beuningen in Rotterdam plaatsvond, was te zien hoe Nederlanders altijd weer hun be trokkenheid bij de zee in fraaie schilde rijen en gravures wisten weer te geven. H. Kobell jr. (1751-1779) heeft met zijn tekening van de VOC-scheepswerf op het eiland Onrust daar een fraaie bijdrage aan geleverd. Op de naar zijn tekening gemaakte gravure zijn vracht schepen van de in 1602 opgerichte Vereenigde Oost Indische Compagnie te zien. Kalefateren Op de gravure die Mattheus de Sallieth (1749-1791) vervaardigde naar de tekening van Kobell is de bedrijvigheid op het eiland Onrust mooi in beeld gebracht. Links op de voorgrond is men bezig de rotte delen hout te ver vangen door nieuwe, waarna de romp wordt dicht gesmeerd met een mengsel van harpuis, pek en teer. Dit zoge naamde kalefateren werd veelal door slaven in dienst van de VOC verricht. Op de gravure is de in 1730 gebouwde kerk te herkennen aan de stenen toren. Deze kerk verving de houten kerk die eerder op deze plaats had gestaan. Rechts is een van de houtzaagmolens te zien. Aan de noordzijde van het eiland bevonden zich twee houtzaag molens en waterbassins voor de opslag van boomstammen. Als er schepen kwamen met zware averij, dan moest er voldoende goed hout zijn om bij voorbeeld gebroken masten te vervan gen. Dat hout werd aangevoerd vanuit de VOC-vestigingen in Nederland. De waterbassins moesten het hout beschermen tegen de hoge temperatu ren in de tropen. Kort voor gebruik werden de boomstammen in de hout zaagmolens op de gewenste maat ge zaagd en overgebracht naar de te repa reren schepen liggend voor het eiland. Een gevreesde bestemming Batavia groeide in de zeventiende eeuw uit tot het centrum en de stapelplaats voor de handel van de VOC. De ligging was centraal voor de verschillende routes maar tegelijkertijd ook ongeluk kig. Het was een ongezonde streek, vooral vanwege malaria en het aantal sterfgevallen was aanzienlijk. Op het eiland Onrust werd het leven als zwaar ervaren. Er was een groot verloop onder het personeel dat in principe een contract sloot met de VOC-werf voor Het drijvende dok In het voorjaar van 1998 was in het Rijksmuseum een tentoonstelling te zien waarin aandacht werd besteed aan de uitgebreide verzameling maritieme modellen die het museum bezit. Daarbij was onder andere een model te zien van het negentiende eeuwse drij vende dok dat in dienst was van de marinewerf Onrust. Waar Onrust in de zeventiende en achttiende eeuw dienst had gedaan als werf voor het onder houd van VOC-schepen, diende het in vijf jaar. Het verloop werd versterkt door het tropische klimaat en de grote kans op het krijgen van tropische ziekten. In 1780 schreven de scheepstimmerlie den van Onrust aan de gouverneur- generaal een verzoekschrift om met de retourschepen terug te mogen op dezelfde wijze als voor de scheepstim merlieden op de schepen was geregeld. De timmerlieden 'torsen hier den last van een ongunstig klimaat, eene menigte hunner bezwijkt bij aanhou dendheid onder de moeielijlcen arbeid van hun metier, dat genoegzaam nooit stilstaat en alleen het aangename vooruitzicht afgelost te worden hield ze op de been.' Of het verzoek werd ingewilligd, is niet bekend, maar wel is duidelijk dat op het eiland Onrust een zeer zwaar werk klimaat heerste. Voor velen betekende het krijgen van een tropische ziekte de dood. De doden wer den niet op Onrust zelf begraven, maar op het dichtbij gelegen kleine eiland, Engels Onrust ge naamd. Op dit eiland was het kerkhof geves tigd voor het personeel werk zaam op Onrust en het nabijge legen Purmer- end en Kuiper. Op Kuiper werden kleinere werkzaamheden verricht en vond opslag van goederen plaats. Op het eiland Purmerend bevond zich het leprosenhuis, de verblijfplaats voor de lepra-lijders van de eilanden. Kobell een vrije interpretatie van deze afbeelding hebben gemaakt? Het resultaat is en blijft een fraai sfeerbeeld van Onrust wat, gezien de andere bestaande afbeeldingen, dicht bij de waarheid lijkt te komen. Naar 't leven getekend Er heerst enige onduidelijkheid over de authenticiteit van de afbeeldingen van Kobell. Op de gravures staat 'naar 't le ven getekend', een aanduiding die aan geeft dat de kunstenaar de tekeningen ter plaatse heeft gemaakt. In sommige bronnen gaat men er van uit dat Kobell, zoals op de naar de tekeningen vervaardigde gravures ver meld, in 1772 een reis naar Batavia heeft gemaakt. Uit brieven aanwezig voor de genealogie blijkt echter dat hij Batavia in het verre Indië nooit bezocht had. Wellicht had Kobell, of de uitgever, de toevoeging 'naar 't leven getekend' vermeld, om de natuurgetrouwheid van het werk te laten toenemen. In het Amsterdams Historisch Museum bevindt zich een Gezigt op Onrust uit 1699, van een onbekende schilder. Zou 43ste jaargang - nummer 8 - februari 1999 35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 35