vorsten terzijde en werd lid van die club. Hij Inreeg een betere baan, kon zich grotere aankopen veroorloven en ontwikkelde de eigenaardige hobby allerlei waardevols voor de neus van het Tropeninstituut weg te kapen. Tick: 'Qua fotokeuze en -beschrijvingen werd Rob Nieuwenhuys mijn grote voorbeeld. Maar ook Johan Fabricius: veel informatie in een gezellige stijl. Als een vorst een vervelend persoon was en aan de opium verslaafd, schreef hij dat gewoon op.' En inmiddels heeft Tick met een aantal mensen een collectie van zo'n drieën half duizend foto's opgebouwd en een heel netwerk van contacten. Tick Co is weliswaar nog geen gestroomlijnde instelling ('we moeten eerst met een zeker fanatisme verzamelen en veilig stellen') maar het begint toch serieuze vormen aan te nemen. Cultuuroverdracht Er zijn verschillende afdelingen ont staan, voor de Molukken, Midden-Java, enzovoort. Ieder heeft zijn eigen spe cialisme. Tick, de motor achter het geheel, is zich met name gaan toeleggen op de kleine Sunda Eilanden: Timor en onderhorigheden, het christengebied buiten de Molukken, de Batak- en Dayakgebieden, Irian Jaya en Toraja- land. Hij is praktiserend christen, vandaar, en zegt ook makkelijker te communiceren met christenen dan met moslims. Bovendien worden de christelijke volken in Indonesië toch al weinig gesteund, meent hij. Tick: Als in de koloniale tijd iemand tot een christelijk vorstelijk geslacht behoorde, werd-ie een tijd onderge bracht bij een zendeling. Vanwege het geloof, maar ook om hem zo Hollands mogelijk te maken. Het was een vorm van cultuuroverdracht en op die manier controleerden de Hollanders de zaak ook een beetje. En veel vorsten en prinsen werden gestimuleerd om in Nederland te studeren. Vandaar dat er in Nederland nog familieleden wonen.' Zendelingen Bestuursambtenaren weten van alles over algemene bestuurszaken, zende lingen weten meer over de persoonlijke aspecten van vorsten, is Ticks ervaring. Bestuursambtenaren moesten om de vier jaar verkassen, zendelingen moesten de bevolking van haver tot gort kennen om hun het geloof te kunnen brengen. Bij oud-zendelingen gaat hij vaker op bezoek. 'Bestuursambtenaren zeggen minder makkelijk "Ach, kom maar eens langs", maar ze hebben wel veel fotomateriaal van vorstenfamilies.' Het merendeel van de mensen die hij bezoekt zijn echter zonen, dochters, neven en nichten en kleinkinderen van voormalige vorsten. Onlangs kreeg hij zelf nog visite van Nicolaas Balgooi, telg uit een vorstengeslacht van Sam bas, West-Borneo. Balgooi schreef een boek over het uitroeien van vrijwel alle mannelijke leden van vooraanstaande vorstenfamilies door de Japanners: de genocide der intellectuelen in Kaliman- tan Barat. 'Balgooi reisde er voor naar Kalimantan en ik heb hem in de publi citeit gebracht.' Balgooi was voor zijn speurtocht trou wens ook in Pontianak, het sultanaat waarmee de Hollanders steeds een bijzondere band onderhielden. Een Arabische dynastie, afkomstig uit Zuid-Jemen. De gids (met het te grote glazen oog) die in yogyakarta al jarenlang toeristen wegwijs maakt in de kraton Susuhunan Paku Buwono XII van Surakarta (1990), effectief regerend van I 944 tot 1950, in een van zijn gerestaureerde koetsen (Foto: collectie Pusaka) 43ste jaargang - nummer 9 - maart I 999 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 27