Meditations from Florida Kakkerlakken Wie herinnert zich niet onze onvolprezen Indische kakker lak, een paar centimeter groot en welvarend van uiterlijk? We speelden met die hele grote engkes (klappertor), die eruit zag als een Sherman tank, we speelden met rode, dikke duizendpoten, de onge vaarlijke die op een dieseltrein lijken met hun stompe kopjes, we speelden met djangkriks en allerlei andere insecten, maar nooit, nooit speelden we met een kakkerlak. Adoeh! Ze woonden in de keu ken, in de eetkamer, in de slaapkamers... het gaf allemaal niks: of je nou netjes was of niet, ze waren er altijd en werden dan prompt, meestal met veel kabaal, op de plaats vermorzeld. Flitspuit Vaak waren ze te snel voor ons en kwam de flitspuit eraan te pas waar mee je altijd wel succes had. Na een paar keer fflltt... fflltt... fflltt... was het met ze gedaan. Ook wij hadden dan een lekkere portie flit ingeademd, zo slecht voor de ge zondheid, maar daar waren we ons toen nog niet van bewust. Dus je kakiter- lakken waren huisdiertjes en het had niets met je netheid of je schone huis te maken. Ze waren er gewoon. Mijn tante had - heel modern toen - wastafels in elke slaapkamer en de afvoer voor het water was buiten onder het raam. Op een dag ontdekten mijn broertje en ik in die met ltrikil gevulde afvoerbalt honderden vette, bruine, glanzende kakkerlakken! De hele bak liep er van over. We stonden erbij te gillen - het was zo'n smerig gezicht - tot tante, pa en ma, en de bedienden kwamen aanren nen. Paniek! De hele flitspuit werd erop leeg gespoten en het mysterie van eeuwig kakkerlakken in huis was hier mee opgelost, want soms rende zo'n vet monster vlak langs ons heen en tante was al zo bedreven dat ze met haar slof smeet en de kakkerlak nog raakte ook, waarop die dan deskundig naar de andere wereld werd geholpen. De dag na onze grote ontdekking zaten er alweer evenveel kakkerlakken in die afvoerbalt. Niet te lang, dacht tante, ze gooide petroleum over de hele kolonie en stak er de brand in. Het rook een tijdje naar sateh, maar het was vrij afdoende. Kakkerlakken zijn vies, ze leven van afval en verspreiden ziektes zoals typhus en cholera, zei men, omdat ze je voedsel besmetten met hun uitwerp selen. Stel je dat eens voor! Sprookjes Toen we Indië verheten zag ik ergens iets positiefs. Geen kakkerlakken meer in Holland, dacht ik. En als ze er al waren, ik zag er geen een. Ook niet in New Jersey, waar we zo lang woonden. De eerste keer dat we ze weer zagen, was in Honolulu, op straat. Daar wan delde zo'n insect vlak voor onze voeten en we vonden hem te vies om op te trappen! Toen we naar Florida verhuisden, zei ik tegen Wally: 'Daar wonen ook kakkerlak ken. Ik hoor dat je je schoenen elke dag moet inspecteren omdat er wel eens zo'n insect inzit.' De reactie daarop was: 'Meid, schei toch uit, dat zijn sprookjes.' En nu geef ik je te raden wie er hier het eerst een kakkerlak zag! Ze komen van buiten en het beest is meesterlijk aangepast aan zijn omgeving, hij is plat en breed en wringt zich dus door alles heen, ook door je drempels en begint dan lekker een kolonietje waar geen weet van hebt, totdat je, niks vermoedend, er eentje door het huis ziet wandelen, een beetje op onzekere pootjes vanwege de vloerbedekking, maar toch... Daar ga je dan meteen op staan met een slof of schoen, reken maar. Rubber En Wally met zijn sprookjes? Op een dag gooide ik een kakkerlak van rubber die er zo echt uitzag dat je je ogen niet kon geloven in de deuropening van zijn werkkamer en gluurde zo tersluiks naar wat er gebeuren zou. En ja hoor, Wally zag het ongedierte en begon er meteen met zijn (geschoeide) voet op te stampen. De kakkerlak sprong energiek een paar centimeters de lucht in en Wally stampte hem meteen terug, plat op de grond. Na dit een paar keer te hebben gedaan, had hij in de gaten waar hij op stond te stampen. Ik gaf zo'n ding aan een vriendin van me die hem bij de voordeur deponeerde toen ze met vakantie ging, maar niet nadat ze iemand om hulp had gevraagd haar planten te verzorgen. Die persoon kwam het huis binnen, zag het insect, sloop langs de muur naar de keuken om een stuk papier, trapte hard op het arme beestje, pakte hem op met het papier en trok hem door het toilet! Zo, dat was dat, dacht hij tevreden, totdat hij hoorde dat het maar een stukje rubber was. Hij gelooft het nog steeds niet. 37 Tekst: Juul Lentze 43ste jaargang - nummer 9 - maart I 999

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 37