Hard gelag, hard gelach Goed katholiek moessQn het busje naar Denpasar, waar hij op de markt uitstapte om nog wat bood schappen te doen. Speciale bestellingen voor zijn moeder. Maar... waar die te vinden tussen al die kraampjes? Zoekend keek hij rond en zijn blik kruiste die van een knulletje van een jaar of tien, dat prompt naar hem toekwam en zijn diensten als gids aanbood. Bert noemde wat hij nodig had en het ventje ging hem voor. Spoedig liep Bert met diverse plastic tassen te sjouwen, maar het aanbod van zijn gidsje om wat over te nemen sloeg hij beslist af. 'Ja, ja,' dacht hij, 'en dan snel er van door gaan met de buit! Jullie pakken me niet nog een keer!' Twee zwarte ogen keken hem verbaasd aan bij zijn norse afwijzing, maar lieten verder niets blijken. 'Lelijke huichelaar/ dacht Bert. Toen hij alles had, vroeg hij wat zijn helper- tje voor loon wenste. 'Wat u goed dunkt,' was het antwoord. Bert dacht dat duizend rupiah, (toen) ongeveer tachtig cent, wel genoeg zou zijn en diepte uit verschillende zakken muntjes van vijftig en honderd rupiah op, die hij in de geopende hand van de jongen legde. Toen hij bij vijfhonderd rupiah was en nog verder zocht, klonk het: 'Dit is genoeg meneer, dank u wel.' En weg was het knulletje, op zoek naar een volgende klant. Bert bleef verbluft achter en had meteen spijt van zijn arg waan tegenover deze onbaatzuchtigheid. Sleutelhangers Nauwelijks bekomen van twee zulke tegenstrijdige ervaringen, zo kort na elkaar, stapte hij in het busje op weg naar het hotel in Sanur. Dicht opeen gepakt zaten zij daar: hij met zijn grote Hollandse lijf tussen de kleine, bruine mensjes, van wie vooral een oud vrouwtje tegenover hem zijn aandacht trok. Hij had haar meer gezien. 'Ik ken je toch, moedertje,' vroeg hij, 'je hebt toch een souvenirtentje op het strand bij Sanur Beach Bungalows?' 'Ja meneer, ik heb wat voorraad inge slagen in Denpasar.' En ze toonde hem vol trots een hele tros sleutelhangers. Bert vond het prul len, het aankijken niet waard. Maar in een opwelling om iets goed te maken van zijn kwade gedachten eerder, vroeg hij naar de prijs. Zonder af te dingen kocht hij er een viertal en betaalde een veel te hoog bedrag. 'Mijn afkoopsom,' dacht hij nog, zijn geweten iets gerustgesteld. Spoedig ontspon zich een geanimeerd gesprek waarin de wederzijdse familie-omstan digheden niet onbesproken bleven. Een ding was zeker: Bert was blij dat zijn moeder in Nederland een zeer verzorgde oude dag mocht genieten. Dit vrouwtje had het bepaald minder getroffen! Hij moest er bij de eerste halte in Sanur uit en toen hij aanstal ten maakte om zich los te woelen van zijn medepassagiers, werd hem iets in Chris tegen Guus: 'Zeg, ik heb gehoord dat je nu katholiek bent geworden. Hartstikke goed van je. Ik wist niet dat ons geloof je ooit zou interesseren. Tot gisteren vloekte je immers altijd als een ketter. Schold eeuwig op de kerk en van priesters moest je nooit iets weten! Behalve dan voor die gore moppen van je. Nogmaals, ik heb bewondering voor je dat je nou einde lijk voor onze katholieke kerk hebt gekozen. Let maar op. Je zult er abso luut geen spijt van krijgen! Het helpt je altijd door donkere dagen heen. En je hebt een houvast in je leven. Mocht je ooit vragen hebben over de bijbel? Geen nood. Die ken ik van voor naar achteren en andersom.' Ronny tegen Guus: 'Ha Guusje. Wat hoor ik? Ben je ineens goed katholiek geworden? Jij, onze eeuwige atheïst, nu dan toch voor de bijl? Ook vertelde Bart dat je sinds kort catechismuslessen neemt. Hoe bestaat het, ik had het nooit achter je gezocht. Ben blij dat je eindelijk tot inkeer bent gekomen. Het zal je goed doen. Worstel je met vragen over die lessen, kom gerust bij me buurten. Ik heb een schrift waarin alles is opgeschreven. Ik heb nog nooit een les overgeslagen, weet je.' Guus (heel verlegen tegen Chris en Ronny): 'Adoeh zeg. Wat een loftuitin- de hand gedrukt, waar hij even geen acht op sloeg. 'U heeft niet afgedongen, meneer, u heeft te veel betaald,' hoorde hij het vrouwtje nog zeggen toen het busje alweer optrok. Stomverbaasd en een beetje beschaamd stond hij daar te staren naar twee verfrommelde briefjes van duizend rupiah. Twee van de vier, die hij het vrouwtje voor de sleutelhan gers gegeven had. 'Weer wat geleerd,' dacht Bert, 'voor oordelen, ze zetten je altijd op het verkeerde been!' gen! Ik voel me vreselijk maloe. Ik moet jullie wat opbiechten. Jan bracht mij op een idee. Hij rookt als een gek, net als ik. En van hem vernam ik dat als je katholiek werd, je een eigen bijbeltje kreeg.' Chris en Ronny onderbreken Guus tegelijk: 'Nou, daar is toch niks mis mee? Je eigen bijbeltje? Daar hoef je toch niet verlegen over te zijn? In deze tijd klinkt het misschien egoïstisch dat je iets helemaal voor jezelf krijgt, dat is waar. Maar daar hoef je je in geen enkel opzicht voor te schamen, hoor. Bovendien leun je als je dat wilt de bij bel natuurlijk altijd uitlenen aan een ander die daar belangstelling voor heeft.' Guus tegen allebei: 'Ik was nog niet uitgesproken. Ik voel mij maloe, omdat ik die bijbel voor iets anders nodig heb. Het papier daarvan bedoel ik. Ik zei al dat ik rook. Het is fantastisch sigaret tenpapier.' Verpletterende stilte... Guus vervolgt: ...Enne, ik barst altijd van de honger. Als ilc naar catechis- musles bij de nonnen ga, krijg ik extra soep. Dat zei Bob tegen mij.' Chris en Ronny, totaal verbijsterd: 'Krijg nou wat.' En vervolgens in koor: 'Guus, weet je wat jij moet doen? Loop naar de duivel!' 14 Samengesteld door: Tina Daniels Af/

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 66