Het Spitfire-fonds moessOn Na de capitulatie van Neder land in 1940 en de bezetting door de Duitsers die daar op volgde, groeide in Neder- lands-lndië de behoefte om de geallieerden te helpen Neder land van het Duitse juk te bevrijden. Al gauw kwam de oproep om geld in te zamelen om Spitfires te kunnen aan schaffen. Onmiddellijk werd met dit doel voor ogen van alles georganiseerd, zoals verschillende fancy-fairs. Zelfs kinderpartijtjes stonden in het teken van het Spitfire- fonds. Ook op mijn moeder, met haar creatieve gaven, werd menig maal en met veel succes, een beroep gedaan. Zo maakte ze voor de bazaar, georgani seerd door de in Batavia en omgeving wonende Wit-Russen, de prachtigste programma's (versierd met motieven uit oude, Russische sprookjesboeken) en daarbij nog vele babuschka's als speldenkussentjes. Ik heb een foto, waar mijn moeder in Belgisch kostuum op staat. Die foto is gemaakt naar aanleiding van de fancy- fair van de Belgische club. Mijn moeder was wel geen Belgische, maar haar beste vriendin, Julienne Kraay, wel. Voor deze bazaar maakte mijn moeder een levensgrote pop met een kop van balsa hout, die bij opbod zou worden ver kocht. Als klein meisje bewonderde ik vooral de prachtige, blauw leren schoen tjes, die speciaal voor deze pop door de Chinese schoenmaker waren gemaakt. Nederland herrijst! En dan was er die werkelijk schitteren de tentoonstelling, die in Batavia heeft plaats gevonden: 'Nederland herrijst!' Deze grootse tentoonstelling waar kosten nog moeite aan waren gespaard, werd belangrijk genoeg geacht om door gouverneur-generaal Tjarda van Starken- borgh Stachouwer te worden geopend. Mijn moeder heeft voor deze tentoon stelling honderden poppenkopjes uit balsahout gesneden, van ongeveer vijf centimeter groot. Daarnaast heeft ze ook de nodige kleine klompjes gesneden voor poppen in klederdracht of, om oranje geschilderd, als broche te dienen (die natuurlijk verkocht moesten wor den!). Deze tentoonstelling had grote, op ooghoogte opgestelde diorama's, die elk een typerend stukje van Nederland lieten zien met al haar folklore. Markt op het Waterlooplein (hiervoor sneed mijn moeder de markante kop van een joodse lappenkoopman), schaatsen op Friese meren in kleder dracht, melkende boerinnen in een weidelandschap, punters in Giethoorn en zomer- en wintertaferelen in Bra bant en in Zeeland. Elke provincie met zijn eigen, typische kenmerken. Zo was er ook een Hindeloper binnen huis in miniatuur, waarvoor barones van Till-Tutein Nolthenius de meubel tjes helemaal in echt Hindeloper stijl had versierd met mini-landschapjes en al. Mijn moeder had daarvoor natuurlijk ook weer poppenkoppen gesneden, waaronder het kopje van een ldeine baby voor in de schommelwieg en van een wat groter kind voor in de bekende Hindeloper kakstoel. Nadat de tentoonstelling gesloten was, is de poppenkamer overhandigd aan de GG met als bestemming de prinsesjes in Canada. Ook is er toen een prachtig fotoalbum gemaakt van de tentoonstel ling met foto's van alle diorama's, bestemd voor koningin Wilhelmina. Helaas vermoed ik dat noch dit album, noch de fraaie poppenkamer hun be stemming ooit hebben bereikt. En zelfs na de Japanse overval op Java, het pa leis van de GG nooit zijn uitgekomen. Het is de vraag of het vele geld dat op deze manier bijeengebracht is door de Nederlands-Indische bevolking, niet in handen van de Japanners is gevallen. Marken Als meisje van 11 jaar heeft deze ten toonstelling grote indruk op mij ge maakt, doordat alles in miniatuur, op dezelfde schaal, zo natuurgetrouw mogelijk was nagemaakt: echt gebreide zwarte kousjes, mini Delfts-blauw, echte gouden kappen voor bijvoorbeeld de Friezinnen en de Scheveningse vissers vrouwen, echte ladderstoeltjes met biezen zittingen en prachtig gevormde Hollandse koeien en andere dieren (door Indonesische kunstenaars van het zoölogisch museum te Buitenzorg gemaakt). Alles, maar dan ook alles, in de meest fijne details. Ik zie nog mijn moeder, zittend op ons platje, temidden van de houtsnippers, met een pennenmesje druk in de weer om met behulp van allerlei fotoboeken, al die verschillende koppen van Neder landse volkstypen te snijden. Koppen die later door haar weer met waterverf werden beschilderd. Naast de diorama's waren er ook nog verschillende stands, waar je iets kon drinken of een bepaalde streeHelckernij, zoals een Limburgse vlaai, kon eten. Bij de Brabantse koffietafel ging het er heel gezellig aan toe. Daar werd koffie gedronken uit Brabants bont. De GG voelde zich helemaal thuis in de Groninger hoek, er werd daar lustig Gronings gesproken. Alle dames en heren, die zo'n stand bedienden waren in passende Meder- dracht gestoken. Alleen voor Marken was er niemand beschikbaar. Daartoe werd mijn moeder gecharterd. Helaas, zelfs in Marker kostuum met valse krullen en al, viel ze als niet Markense al snel door de mand. Dat werd haar goed ingepeperd door de Jannen van de Marine, waarvan som migen zelf uit Marken kwamen. Des ondanks werd het enorm gewaardeerd dat het eiland Marken ook vertegen woordigd was. En dat alles voor het Spitfire-fonds. Ik hoop van harte dat er nog personen zijn die zich er iets meer van weten te herinneren dan ik, omdat ze zelf heb ben meegeholpen of omdat hun ouders in de organisatie van de tentoonstel ling zaten. Wie herinnert zich deze fraaie tentoonstelling nog? Wie weet wat er na afbraak met de inhoud van de diorama's is gebeurd? Is het mogelijk de bedoeling geweest er een reizende tentoonstelling van te maken? Ik meen mij te herinneren dat zo'n plan geop perd werd Reacties aan: E.L. Payens-Fluyt, 'La Chouete', 47120 St Astier de Duras, Frankrijk. 16 Tekst: E.L. Payens-Fluyt

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 68