moessQn
gemak nog eens 150 jaar mee zou kun
nen. Ik moet mijn ogen dichtknijpen
wegens de rook, terwijl ik over het hek
klim om een foto te kunnen maken
van de tekst.
Naast het graf brandt een vuurtje,
smeulend afval. Zou hij zich omdraaien
in zijn graf als hij dit kon zien?
Andere beroemde namen zijn Neubron-
ner van der Tuulc, de beroemde Indo-
loog, of de bekende Armeniër en foto
graaf Kurkdjian. Of Le Clerq Zubli,
waarover Wieteke van Dort zong in Arm
Den Haag' ('hij komt ook nooit meer
langs'), zou het dezelfde persoon zijn?
Vele bekend klinkende Indische namen:
van der Geugten, Hayes, Baud, Snouck
Hurgronje, Sleebos, Schlundt Bodien,
Van Ligten, Dreier Gligoor, het lijkt
wel of alle namen uit de jaargangen
Tong Tong/Moesson hier vertegenwoor
digd zijn...
Familiegraven
Ik wilde vooral nog eenmaal de graven
van mijn eigen bloedverwanten bezoe
ken. Dat zijn er nogal wat op Peneleh.
Aan rechtstreekse voorouders bezoek
ik eerst over-over-grootvader Willem
Johannes Bernardus Meijer, begraven
in graf BI 181 op 27 april 1889, op
slechts 44-jarige leeftijd, toch nog een
weduwe en negen kinderen achter
latend. Volgens de tekst rust hij 'niet
hier in 't stof, maar wel daar boven in
't Hemelsch hof'.
Zijn weduwe E.H. Salomonsz werd in
1903 circa vijftien meter verderop
begraven, naast de ingang, toevallig
naast het graf van de GG Merkus.
Zij, mijn over-overgrootmoeder, rust er
met twee van haar volwassen kinderen.
Staand bij zo'n graf komen bij mij de
vreemdste gedachten op. Als verre,
maar directe nazaat probeer ik min of
meer te visualiseren hoe het ooit hier
bij dit graf zou zijn toegegaan.
Dat mijn overgrootvader en al die
andere ooms en tantes die ik nooit heb
gekend, hier hun moeder hebben be
graven, nog even langs hun vaders graf
zijn gegaan.
Dieper op Peneleh vind ik na lang
zoeken, graf E4583, een zandgraf, het
graf van de vader van weduwe Meijer-
Salomonsz, Rudolphus Adrianus
Salomonsz, begraven in 1881. Het is
duizelingwekkend dat het er nog is,
een gaaf graf met tegel en al: 'Hier rust
R.A. Salomonsz'. Staand bij en zittend
op het graf van je bloedeigen over-over-
overgrootvader 1829-1881), de vingers
over de tekst gaand, peinzend over
vervlogen tijden. Wie was hij, hoe zag
hij eruit, waar kwam hij vandaan?
Weer verder Peneleh op, naar een
andere over-overgrootvader: Abraham
Simon Hakkenberg, grootvader van de
bekende marinier en een der laatst
levende MWO-ers G.N. Hakkenberg.
Geboren te Leiden in 1851, overleden
9-7-1899 te Soerabaja. Weinig van be
kend, er leeft nu niemand meer die hem
nog gekend heeft; hij was architect en
zou de brug bij Porong hebben ontwor
pen volgens de verhalen, maar was dat
ook zo? Ook hier weer mijmeringen.
Het is een aangrijpende ervaring om
als verre nazaat op dit stukje grond in
Surabaya nog zoveel voorouders te
vinden.
Souvenir van Peneleh
Mijmerend bij het graf van over-over-
overgrootvader R.A. Salomonsz besluit
ik mijn plan uit te voeren en de graf-
tekst, een marmeren plaat van enkele
decimeters breed en ongeveer twintig
centimeter hoog, proberen mee te
nemen naar Nederland. Immers, het
graf wordt binnenkort gesloopt!
Ik verzoek aan mijn gezelschap om de
beheerder af te leiden en naar een ander
grafnummer te gaan zoeken, zodat ik
de tijd krijg met een meegebrachte
beitel het broze cement los te bikken
en de plaat verder zonder probleem los
te maken van de tombe.
Na 120 jaar geen enkel probleem; het
cement breekt pardoes in stukken.
Samen met de Indonesische chauffeur
die me begeleidde, wordt de steen in
een aantal meegebrachte AH-zakken
gedaan en naar de auto gebracht. Enige
wroeging overviel me wel even, hoe
zou mijn verre voorvader dit hebben
gevonden? Maar de herinnering aan
bezoeken aan andere begraafplaatsen,
waar men weinig kies is geweest bij de
ruiming van graven van familieleden,
maken dat dat gevoel al gauw verdwijnt.
Temidden van al dat verval vroeg ik
mij vaak af hoe Peneleh er in de oude
tijd uitgezien zou hebben. Zouden er
nog ergens foto's van bestaan in
Nederland?
Een nieuw graf op Rembang
Kuning
Vlak voor vertrek naar Nederland had
ik op Kembang Kuning een gesprek
met de heer Verstegen, die, namens de
Oorlogsgravenstichting, samen met
zijn vrouw het beheer op het Neder
landse ereveld uitoefent.
Hij had al eerder hulp verleend bij het
overbrengen van stoffelijke resten van
Peneleh naar een nieuw graf op Kem
bang Kuning, zoals bij het graf van
Rambaldo, de luchtvaartpionier, of dat
van Luitenant Hoogenhuyze op ver
zoek van de Koninklijke Marine.
Ik wilde proberen te voorkomen dat bij
de ruiming van Peneleh ook mijn
voorouders in een massagraf zouden
verdwijnen. De heer Verstegen legde
me uit hoe een eventuele ruiming
georganiseerd moest worden en welke
hulp hij daarbij kon verlenen.
Lees verder op pagina 40
E4583: het graf van mijn onbekende over-over-overgrootvader R.A. Salomonsz
(1829-1881).
28