Witte jurken en matrozenpakken De jaren kwamen en gingen. Van mijn niet echt Indische schoon moeder leerde ik Indonesisch koken. Gingen we in Den Haag naar Semarang om lekker te eten en ik kon niet blijven volhouden dat ik het vies eten vond. Zij praatte smeuïg Indisch, met rollende r en heel lang voelde ik mij zeer gegeneerd in het openbaar en bleef A.B.N. praten. Verschrikkelijk. Ik deed voorkomen dat mijn beetje getinte Ik vergaap me aan oude foto's van mijn zeer Indisch uitziende familie. Mijn God, en niemand meer die kan vertellen wie dat zijn Na het overlijden van mijn ouders, vergaapte ik mij aan oude foto's die ik nooit eerder had gezien. Een zeer In disch uitziende familie op het een of andere bordes in witte jurken en matro zenpakken. Mijn God, en niemand meer die kan vertellen wie dat zijn. En nu ben ik zestig en voel me steeds raarder. Geen wortels. En indien wel aanwezig, waar zijn ze dan? Waarom weet ik nauwelijks iets over mijn moederland, wie mijn familie was en is? Mijn leven lang iemand zijn, die ik niet was. Een grote leugen. Wie her kent dit? Wie reageert? Schrijf aan: Madeleine van Dijck, Noordpolderweg 4, 9956 TB Andel. zat, keurig handjes schudde en een zeil boot bezat, dat het er nog mee door kon. Veel meer waren ze in hun sas met mijn tweede vriendje, Hans. Geen druppel Indisch bloed vloeide door zijn aderen. Maar mijn moeder deed veel te veel haar best om te koppelen. In Nederland op de middelbare school (en na drie pleeggezinnen) deed ik mijn uiterste best om een fatsoenlijke, Hol landse jongedame te zijn, die haar ouders nooit zou beschamen. Ik was Hollandser dan Hollands en ontkende mijn Indische verleden aan alle kanten. Ik durfde zelfs te zeggen dat ik Indisch eten smerig vond... Mijn ouders waren weer teruggekeerd naar Indonesië, waar mijn vader zijn werk had. Ik zei zelfs dat ik niet van de warme zomerzon hield, maar van de winter. Louter en alleen om vooral niet weer bruiner te worden. Alleen om voor honderd procent geaccepteerd te worden, zodat mijn verre ouders trots om mij konden zijn. Mijn Indi sche oma van vaders kant woonde bij mijn tante in België (die met een Belg was getrouwd) en van haar kreeg ik altijd van die brieven, dat ik mijn huid vanwege Franse voorouders was en toen ik gescheiden was en met drie kinderen alleen verder door het leven ging, raakte ik wel eens gefascineerd door Indische mensen op de pasar malam. En opeens dook daar mijn peet moeder op. Nooit geweten dat zij mijn peetmoeder was. Mijn ouders hebben het er nooit over gehad. Ik wist niet eens van haar bestaan. Ze was namelijk zeer Indo, mevrouw Kloppen burg-Vers teegh. Jawel, die van de geneeskruiden. Onbegrijpelijk en zelfs schokkend dat ik van haar nooit iets heb geweten. Zo'n prachtmens toch? En toen hoorde ik dat E. Douwes Dekker ook familie was. Welis waar van moeders kant, maar duidelijk iemand die zich niet als overheerser gedroeg in de koloniale tijd. Dan moet je ruim vijftig jaar zijn en het dan pas horen... nagels moest polijsten en nooit Indisch praten mocht en een (alweer) echte Hollandse welopgevoede jongedame diende te wezen. Geen mens had het over mijn wortels. Als een tante in Den Haag (die er totaal geen moeite mee had) zei dat ik een echt Indisch meisje was, was ik helemaal geschokt. Mijn oma, opa en drie van de vier kinderen, Soerabaja, maart I 906, Onbekende familie van vaders kant. Wat een schoonheid! 43ste jaargang - nummer 10 - april 1999 37

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 89