Herinneringen aan Sindanglaja
moessOn
Batavia. Enkele bedienden, die gewoon
lijk werkzaam waren op het landgoed
Heuvel Tanah Abang, vergezelden de
groep.
Tegen half zes 's ochtends verliet men
via Matraman en Meester Cornelis de
stad. Onderweg genoot men van het
uitzicht en de meegenomen lempers,
pasteitjes, fruit en thee. Tijdens de
diverse sanitaire stops werd op pasars
inkopen gedaan. Bovendien was een
regelmatige stop noodzakelijk om de
auto's wat rust te gunnen en ze te
vullen met benzine en water voor de
koeling.
Rozentuin
Eenmaal aangekomen in
In de omgeving van Sindang
laja, op een kleine honderd
kilometer van Batavia, lag
Mea Vota, een heerlijk vakan
tiehuis. Tussen 1875 en 1950
was het eigendom van de
familie De Nijs Bik. Pieter
Albert de Nijs Bik, landheer
van het landgoed Heuvel
Tanah Abang in Batavia*), liet
Mea Vota in de tweede helft
van de negentiende eeuw
bouwen. Het was een ruim,
ietwat Zwitsers aandoend
chalet-achtig huis met een
flink aantal bijgebouwen die
zelfs in de jaren twintig en
dertig ruimschoots onderdak
boden aan de inmiddels fors
uitgebreide familie.
Vanuit de achtertuin had men een
prachtig uitzicht op de uitlopers van de
Gede (2958 m) en Pangrango (3019 m).
Vooral 's ochtends vroeg, als het helder
was, waren de toppen van beide vulka
nen goed te zien. Aan de voorkant was
in de verte de Ontbijtberg (1100 m) te
zien.
Lempers en
pasteitjes
Sindanglaja/Tjipanas nam
men een verkwikkend bad en ging
iedereen zich 'lekker maken'. Mea Vota
was een ruim en koel huis. Via de
voordeur kwam men in de voorgalerij,
rechts was een kantoortje. In de grote
binnenkamer was een zitje met stoelen
en een bank. Achterin de kamer stond
een buffettafel. Links vanaf de voorga
lerij kwam men via een trap bij de
Mea Vota lag op een schitte
rende locatie, namelijk pre
cies links naast het bekende
buitenverblijf van de gouverneur-gene
raal in Tjipanas, langs de weg die vanaf
de Poentjak via Sindanglaja en Tjipanas
naar Tjiandjoer en Bandoeng liep.
Een tocht vanuit
Batavia naar
Sindanglaja was
eind vorige eeuw,
in het toen nog
autoloze tijdperk,
een hachelijke rit
met rijtuigen en
paarden die door
het trage tempo
een overnachting
in Buitenzorg
noodzakelijk
maakte. In de
eerste decennia Istana Cipanas, het voormalige buitenverblijf van de CG,
van deze eeuw naast Mea Vota.
deed de auto zijn
intrede, werden
de wegen geleidelijk beter en kon men bediendekamers en de badkamers,
in één dag naar Mea Vota reizen, al Achter het huis bevonden zich nog
deed men er soms wel acht uur over. enkele paviljoens waar de gasten ver-
De reis naar Mea Vota was een grootse bleven.
gebeurtenis. Vaak vertrok men met een Aan de achterkant van het huis, waar
hele groep, voornamelijk familie, in zich een imposante rozentuin bevond,
een stoet auto's in alle vroegte vanuit strekte de tuin zich enkele honderden
30
Het meertje Telaga Warna nabij de
Poentjak Pas.
Tekst en foto's: Sven Verbeek Wolthuys