Beeste
Meditations
from Florida
moessOn
koeienkraal, dichtbij de bamboebosjes.
Natuurlijk moest je daar uitkijken voor
slangen, vooral voor de oeler welang (of
belang) die zwart-witte of geel-bruine
was hij gauw dood. Plat geknuppeld.
We hadden tamme badjings die jong
uit het nest waren gevallen.
Deze diertjes gingen mee naar school
en verdwenen in je lessenaar. De halve
tijd zat je dan - je opklaplessenaar open
gesteund tegen je hoofd - met het
beestje te spelen tot je ervoor op je
vingers werd getikt.
Ook vogels waren er om mee te spelen,
vooral de ketilang, die was zo tam te
krijgen. Die liet je los vliegen in je bed
met de klamboe naar beneden net als
Mijn vierjarige neefje was
voor het eerst naar de dieren
tuin geweest. Hij kwam dood
stil thuis met ogen groot van
verbazing over wat hij gezien
had. Nadat ik hem wat had
laten betijen, vroeg ik:
'En, vertel 's, wat heb je zo al
gezien vandaag?' Het jochie
keek me aan en nog steeds
een beetje verbijsterd en
onder de indruk, zei hij aarze
lend: 'Beeste.' En daarmee
was voor hem alles wat loopt,
kruipt, schuifelt of vliegt in
één woord samengevat.
Wij groeiden op met beesten,
allerlei soorten, van de
Brahma-koe tot de citroen
vlinder. De koeien die de tjikars met de
cassave-oogst van Krebet voorttrokken,
hadden een hele grote bult in de nek
en lange halskwabben. We voerden ze
de stengels en blaren van de djagoeng-
plant en stonden dan met ontzag te
kijken hoe ze die fijnmaalden met veel
kresek-kresek van hun reuzekaken en
tanden.
Tamme badjings
Deze koeien waren groot en oersterk.
Maar net als elk ander levend wezen
gingen ze ook wel eens dood en dan
stonden we te kijken hoe het karkas in
een enorm groot diep gat werd gestopt.
We gooiden dan onze bloemetjes boven
op het dooie beest en vonden het maar
een heel treurig gebeuren.
Dit gebeurde helemaal achter bij de
ringen had, erg giftig was en een dode
lijke beet had, leerden we van de kebon.
Je zag er wel eens een weg schuifelen;
heel mooi al die golvende ringen.
Als hij niet maakte dat hij weg kwam,
in een volière. Deze vogels liepen
overal achter je aan als ze nog niet
konden vliegen, zodat je moest oppas
sen niet op ze te trappen. Dat gebeurde
me een keer en het was ellende.
34
Tekst: Juul Lentze