O au 1 tli i en Planten uit de T ropen et geslacht Gaultheria telt circa 150 soorten. De meeste komen voor in continentaal Azië en Zuid-Amerika. Noord-Amerika heeft maar vijf soorten, het Maleise gebied 24. Gandapoera In Indonesië is dit geliefde struikje alleen te vinden in het hooggebergte, onder andere op Java en Sumatra. Enkele jaren geleden werd ik attent gemaakt op dit bijzondere plantje door dokter Cramer. Jarenlang woonde hij in de buurt van het Dieng Plateau. Daar groeide de Gandapoera, zoals ze haar noemen, overvloedig. Hij vertelde me dat van de bessen en bladeren een bijzondere olie wordt geperst. Deze olie, Minjak Krangean, wordt gebruikt als smeersel tegen pijnen, reuma en open wonden. De olie is heel duur en wordt tegenwoordig synthetisch bereid onder de naam Salicylesmethylicus, zo vertelde dokter Cramer. Toen hij jaren later een bezoek bracht aan het Dieng Plateau (hij woonde in Malaga, Spanje) kon hij de Gandapoera niet meer vinden. Ganda betekent: geur, parfum, en poera: kasteel of kraton. Gaultheria leucocarpa: komt voor in de bergtuinen van Cibodas en in een krater veld van de Gede. Zij draagt witte bessen. Gaultheria nummulariodes: heeft lange uitlopers en groeit in het hooggebergte in Midden-Sumatra op vochtige plaatsen, bijvoorbeeld in geulen. Gaultheria fragantissima: heeft grote Gaultheria: familie: glimmende groene bladeren, de middennerf is rose of wit. De onderkant van het blad is wit met grijze stippen. Deze komt voor in de bergtuinen van Cibodas (Java). Partridge-berry De Gaultheria procumbens is een echte bodembedekker met een hoogte van circa dertig centimeter. De donker groene, glimmende bladeren van twee tot vier centimeter groot kunnen 's winters rood kleuren. De eironde bladeren zijn stomp, soms stekelpuntig. De bladrand is fijn gezaagd. De knikkende roze of witte bloemen komen uit de bovenste bladoksels. Vanaf mei verschijnen de rode bessen die onder het blad verborgen zitten. In Amerika wordt ze Partridge-berry genoemd: patrijzen zijn er namelijk dol op. Uit de bessen perst men olie die opwekkende bestanddelen bevatten. Bij het stuk wrijven van blad en bessen verspreidt zich een aromatische geur. Hier worden ze vaak in rotstuinen geplant. In Duitsland is ze geliefd als grafbeplanting. Uit Noord-Amerika afkomstig is de Gaultheria shallon: de witte bloemen staan aan beklierde trossen. De bessen zijn zwart. De bloeitijd is mei/juni. Soms worden de planten verwilderd aangetroffen. Op schrale grond is de Gaultheria shallon een bodembedekker. Staat ze echter in de schaduw en op een koele plaats, dan krijgt ze rechtopstaande stengels en vormt ze een struikje met een hoogte van tachtig centimeter. Gaultheria pyroloides De Gaultheria miqueliana of pyroloides is een bodembedekkend plantje van circa 25 centimeter hoog, afkomstig uit Japan. De omgekeerde, eironde, glimmende bladeren zijn 2 tot 3,5 centimeter groot. De eetbare bessen zijn wit met een rossige gloed. Deze soort is hier moeilijk te krijgen. Gaultheria's die hier te krijgen zijn, hebben verspreid staande bladeren die glanzend en leerachtig zijn. Alle bloemen van de Gaultheria's zijn urnvormig. De urnvormige bloemen waarvan de kelk zich vergroot, worden vlezig en omsluiten de werkelijke vrucht. De meeste soorten vragen een zure, zandige en humusrijke bodem. De standplaats koel en schaduwrijk. Deze planten die tegen Kerstmis worden aangeboden, zijn heel erg decoratief als kerststukjes. Daarna kunnen ze in de tuin geplant worden. Vermeerderen kan door stekken, zaaien en afleggen. Zaaien direct nadat de bessen geplukt zijn of in het voorjaar. Stekken in de zomer met uitgerijpte scheuten gewoon in een perk of in een koude bak. Ze groeien goed onder struikgewas. TekstNetty Selder Literatuur: A.M. Blauw: De tropische natuur. Koloniaal instituut Amsterdam, 1913. Heukels Van Ooststroom: Flora van Nederland. Trubus, Indonesisch maandblad. 44 ste jaargang - nummer 1 - juli 1999 Leer wil ik het hehhen over een struikje Jat Je laatste jaren vooral in Je wintermaanJen te koop worjt aangehoJen in tuincentra. liet volkomen winterharJe struikje, tooit zich Je hele winter met roJe, witte of soms zwarte, ronJe hessen naar gelang Je soort, liet struikje beliouJt 's winters ook zijn groene hlaaJjes. 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 25