Govert de
Beminnelijke
Ve rlialen van een reisleider
Tekst: R. Binkhuijsen
anaf haar twaalfde jaar was ze, zo
kwam Bert in een vertrouwelijk
moment te weten, voor zichzelf
en Goofie de moeder geweest, die ze
beiden ineens moesten missen.
Op Bert's opmerking dat dit wel moeilijk
zou zijn geweest, reageerde ze blijmoe
dig: 'Nee hoor, Goofie is mijn vader en
mijn kind tegelijk en aan trouwen heb ik
nooit gedacht.'
Zij hadden elkaar nodig en waren
genoeg voor elkaar.
I jitjak
Alleen op zijn kamer beleefde Goofie
heel wat avonturen, waar hij de volgende
dag, bij het ontbijt uitgebreid verslag van
deed aan Machteld en al wie het verder
horen wilde. Daar waren allereerst die
brutale beestjes, die op de eerste
avond al, toen hij zich op de
kamer verkleedde, een waarderend
en sensueel tong-geklak lieten
horen.
In een ander hotel, het een
voudige Sitamiang in Padang
Sidempuan, moest hij door de
kamerjongen verlost worden uit de man-
dibak, die hij voor een badkuip had aan
gezien.
Ook op het Toba-meer moest hem
natuurlijk weer iets precairs overkomen.
Aan boord van de rondvaartboot liet
Bert altijd proeven van de door hem
ingeslagen soorten tropisch fruit.
Onder het motto 'Laat Indonesië ook
over je tong gaan', demonstreerde hij
dan het pellen van een rambutan, het
breken van een manggistan en het
uitslurpen van de passievrucht zonder
vuile vingers en vlekken op de kleding te
krijgen.
De smakelijke beloning, de inhoud van
de vrucht, maakte van de groep een
ijverige schoolklas. Deze keer had hij
ook delima's (granaatappels) in de les.
Hij wees er uitdrukkelijk op de pitjes uit
te spugen met het oog op mogelijke
blindedarmontsteking.
Govert in zwembroek op het bovendek,
lag vorstelijk languit op zijn buik, met
zijn hoofd vooruit, in de zachte bries van
het varende schip. Hij genoot van de
ochtendzon op zijn rug. Machteld hield
een oogje op hem en had de zonnebrand
olie al in de aanslag. Toen ze hem een
halve granaatappel voorhield verzuimde
ze niet hem voor de pitjes te waarschu
wen. Gehoorzaam spuugde Govert het
korrelige residu overboord, en... daarna
ook zijn bovengebit! Machteld zag het
gebeuren. Haar kreet van schrik alar
meerde Bert die, toen hij haastig aan
kwam, de situatie snel door had.
Hij liet de stuurman stoppen maar zag
ook wel in dat het opduiken van een
gebit uit het diepe kratermeer een
onmogelijke opgave was. Radeloos langs
de wand van het schip in het water
turend, als verwachtte hij alleen door
de kracht van zijn wens het verlorene
terug te krijgen, werd hij iets ongeloof
lijks gewaar. Daar, ingeklemd tussen
scheepshuid en een tui, vlak onder de
reling en zachtjes meetrillend met de
stationair draaiende motor, zat het gebit!
Bert kon zijn ogen niet geloven.
In een halve grijns van rose en wit keek
het ding hem spottend aan: 'Pak me
dan!'
Die aanmoediging had hij niet nodig.
Een sprong, hij kon er net bij, hij had
'em! Zijn hart maakte een paar extra sla
gen. Goofie en Machteld hadden zijn
verrichtingen gevolgd en ook aan de
groep was het incident niet ongemerkt
gepasseerd. Er was nog net geen
applaus, maar de opluchting was voel
baar.
Augustina, de gids, zei eenvoudig:
'De Batak-goden moeten wel veel van
jou houden, Bert.' Die avond gaf Govert
een rondje als offer.
Maar het leek erop of hij grote en ldeine
calamiteiten bleef aantrekken. Lempers,
in pisangblad geroosterd, dacht hij met
verpaHdng en al te moeten verorberen.
Gelukkig was een arts snel ter plaatse
om hem de splinters verkoolde bladnerf
uit zijn keel te pluldcen. Bij de Bromo
was het natuurlijk uitgerekend zijn
bergpaardje dat op hol sloeg en grote
rondjes liep over de uitgestrekte
zandzee.
Toen eindelijk de thuisvlucht van Jakarta
naar Amsterdam was aangevangen,
dacht Bert dat alle leed geleden was.
Mis!
Ze waren nog geen tien minuten in de
lucht, of Machteld kwam hem vertellen
dat Goofie zijn tabletten voor onder de
tong in de koffer had en niet in de
handbagage!
Als hij niet tegengehouden was door de
seat belts had Bert van schrik een deuk
gesprongen in het dak van het toestel.
Nu pas hoorde hij van 'tabletjes onder
de tong.' Waarom had Machteld dit niet
op het alarm-formulier vermeld, dat was
uitgereikt, zodat de reisleider bij nood
gevallen de juiste stappen kon ondernemen?
Maar daar was het nu te laat voor.
Bert bracht de purser van de situatie op
de hoogte, maar die kon ook niet meer
doen dan waakzaam blijven. Govert was
niet de enige die tijdens deze vlucht
peultjes zweette. Behalve Machteld voel
den ook Bert en de purser zich minder
op hun gemak.
Die reis kwam Bert extra vaak langs om
polshoogte te nemen. Govert hield zich
groot, maar de gretigheid waarmee hij
zijn koffer op Schiphol van de band
sleurde, verried zijn opluchting. Met een
grimas en een stevige handdruk nam hij
afscheid van Bert, die alweer alle reden
had om zijn goede gesternte dankbaar
te zijn.
moessQn
Govert was een vriendelijk mens, altijd
bereid zich naar de omstandigheden te
schikk en. Ilij was Je beminnelijkheid
zelve. Maar een zorgenkind, en een beetje
onbeholpen was hij ook. Al et zijn dochter
Machteld, midden dertig en kordaat -
Bert schatte haar een verpleegster - had
hij een volmaakte verstandhouding.
I lij noemde haar Vrouwke, met iets van
afhankelijkheid in de toon.
/.ij noemde hem niet gewoon vader of pa,
maar Goofie. En hierin legde zij alle lief
de van de dochter, die gewend was een
vroeg weduwnaar geworden vader te ver
zorgen.
Halve grijns
Euclitcalamiteit
18