Hi Joep santailah,
relax,
Jan ga je
zonJer stress
Joor het leven...
de tawoerans toentertijd. Vind je het
goed als ik begin met het interview,
Pantjoro?
'Boleh sadja, kalau Eddie mau moelai
interview silakan...
Ed: Wanneer bent u begonnen met
de judosport?
Pantjoro: Ik was als jongen al geïnteres
seerd in gevechtssporten. Ik begon met
koenthauw toen ik in de vierde Mas zat,
bij de vereniging Ghie Hoo, en later ben
ik overgegaan naar pentjak silat 'Perisai
Diri', onder leiding van Raden Mas
Soedirdjo. En met judo begon ik eigen
lijk toen ik op de middelbare school zat,
eerst onder leiding van prof. Makino -
zesde Dan - en daarna bij George
Pantouw. Wijlen Hans Ave en Frans
Parijs waren ook zijn leerlingen. Het was
G. Pantouw die een kampioen van me
maakte en wel door middel van een
Spartaanse training!
Ed: Wanneer teas u echt Indonesisch
kampioen en tegen wie was die
wedstrijd?
Pantjoro: In 1954... tegen G.W. Pantouw!
Ed: Bent u ooit in Indonesië (das
door een Indonesiër) verslagen?
Pantjoro: Ja, tijdens de PON in
Bandoeng in 1961 ben ik door Tonny
Na uit Djakarta verslagen. Later tijdens
de nationale judowedstrijden in Djakarta
in 1962 wilde ik revanche nemen, maar
hij kwam niet opdagen.
Ed: Wie was uw moeilijkste tegen
stander?
Pantjoro: Geen enkele tegenstander was
moeilijk!
Ed: Wat vond u van G. Pantouw?
En hoe vond u Anton Geesink en
Wim Ruska?
Pantjoro: Pantouw was een coach en
instructeur die zijn leerlingen precies
wist te schatten, hij wist de juiste greep
voor dat postuur met die lengte en dat
gewicht. Hij was een strenge coach,
stipt, zijn stokpaardje was discipline.
Later werd hij de coach van mijn zoon,
Armanto Pantjoro, die hij ook trainde tot
nationaal kampioen. Nationaal junior
judokampioen I, Nationaal senior judo
kampioen III 1983. Anton Geesink had
zijn postuur mee en won bijna altijd met
de greep Ne-wasa, terwijl Wim Ruska
bijna altijd won met een worp.
Ed: Na judo had Anton Geesink zich
verdiept in pentjak silat, kempo,
karate en nog meer gevechtssporten,
maar wat vindt u zelf van pentjak
silat?
Pantjoro Pentjak silat is een sierlijke
gevechtssport, een soort kunst. Niet
effectief in een gevecht met een tegen
stander die een andere gevechtssport
beoefent.
Ed: Had u in die tijd veel aandacht
van uw fans? En waren die meer
dames of heren?
Pantjoro: Tot mijn fans behoorde haast
iedereen in Soerabaja. Vooral de sport
liefhebbers natuurlijk.
En inderdaad tijdens mijn gloriejaren
had ik veel sjans bij de meisjes. Een film
producer zag wel centjes zitten in mijn
populariteit en
zodoende werd ik nog filmster op een
blauwe maandag. Mijn tegenspeelster
was Rima Melati in de film Penjebrangan
uit 1963.
Ed: Wat vond uw vrouw van uw
judocarrière? Stond ze altijd al ach
ter uw carrière?
Pantjoro: Mijn vrouw vond alles wel
prachtig alhoewel zij zelf niet voor sport
geporteerd is.
Ed: Wanneer bent u eigenlijk gestopt
met judosport en zvat heeft u daarna
gedaan?
Pantjoro: In 1965, mijn laatste wedstrijd
was op 9 mei 1965, waar ik voor de
zoveelste keer kampioen van Oost-Java
werd tijdens de selectiewedstrijden voor
het nationaal kampioenschap in
Djakarta. Helaas heeft dat nooit plaats
gevonden, want wat er toen in 1965
gebeurde, is nu geschiedenis! Ik heb nog
meegedaan aan de Asian Gaines in 1961
met als resultaat tweede in het zwaarge
wicht, Japan was nummer een natuurlijk!
En later in 1963 met de Games of the
New Emerging Forces (GANEFO) waar
geen individuele judowedstrijden werden
gehouden, maar wel team tegen team.
Indonesië kwam als tweede uit de strijd.
Nadat ik stopte met judo deed ik een
jaar aan schijfschieten en golf. Daarna
stopte ik totaal met sport, want ik had al
mijn tijd nodig om mijn bedrijf op te
bouwen. Ik ging nog wel zwemmen of
jagen. Sinds 1992 tennis ik veel, doe ik
ook aan fietsen en verder ga ik geregeld
hengelen op zee. En sinds 1995 ben ik
weer actief in de Judo Vereniging van
Oost-Java als Ketoea Harian, voorzitter.
Ed: Wat is eigenlijk uw geheim om
nog altijd zo gagah te blijven?
Pantjoro: Nou, als je vraagt wat mijn
geheim is... Hidoep santailah, relax, dan
ga je zonder stress door het leven...
Pantjoro Soedioto, hartstildce bedankt
voor uw tijd en antwoorden op mijn vra
gen, ik hoop dat door dit interview heel
veel Indische mensen in Holland en alle
landen waar ze Moesson lezen, weer her
innerd worden aan de sympathieke
judokampioen Pantjoro.
44 ste jaargang - nummer 2 - augustus 1999
31