Oma Tjang was al maar van de vroege ochtend tot de late avond de Preanger, waar mijn moeder stukken grond gepacht had en waar zij een stel huizen liet bouwen voor het zich almaar uitbreidende gezin. Het was Tjang, die de zorg voor het laatste op zich nam en het maar al te graag deed, want mijn moeder liet haar rustig haar gangetje gaan. Mijn moeder begon als hobby ook aan een grote bloe men- en plantentuin en er ontstond een goed renderend bloemenzaakje aan de Grote Postweg, gelegen tussen Bandoeng en Tjimahi, bij de halte Tjimoendi. Tjang had de grote taak om - als mijn moeder weer was afgereisd naar de onderneming in het Klatense (suikerfabriek Gedaran) - dat alles te bestieren. stel waakhonden, die ook nog de nodige zorg vereisten. Zo hebben wij oma Tjang nooit anders gekend, dan al maar bedrijvig van de vroege ochtend tot de late avond. Politiejeep Tot zij op hoge leeftijd ter verpleging werd opgenomen in een Rode Kruisziekenhuisje te Bandoeng, waar mijn moeder haar trouw bezocht. Tot mijn man en ik, in de dagen van de coup van Westerling, een bericht ontvin gen van mijn moeder om, indien moge lijk, zo spoedig wij maar konden naar Bandoeng over te komen, daar het met Tjang aan het aflopen was. Wij zaten toen in Buitenzorg en zijn in een politiejeep met een paar gewapende Zo ging dat in die dagen. Zelf leidde zij een soort Spartaans leven. Ze sliep op een smalle bank op een harde matras en was prompt om vijf uur 's morgens al bezig het ontbijt klaar te maken, onze broodtrommeltjes te vullen, onze havermoutpap te roeren, enzo voort. Gelukkig had mijn moeder voor haar bloemenzaak een heel kundige en betrouwbare bloemist in dienst, de Soendanees Tadja. Hij was altijd keurig gekleed als hij de diverse bloemstukken ging bezorgen. Verder hadden zij een Spartaans Naast het drukke huishouden en het bloemenzaakje kreeg ze ook de zorg over de kinderen, van groot tot klein; van HBS-gangers, monteurschool-bezoekers tot de lagere school-bezoekers te Tjimahi. En alsof dat niet genoeg was, waren er altijd wel een stel neefjes en nichtjes in huis, achtergelaten door hun ouders, als deze met Europees verlof gingen. Het echtpaar ging dan prins heerlijk met verlof en liet zijn Hoost onder de hoede van Tjang achter. agenten, richting Bandoeng gegaan - een gevaarlijke tocht. Toen wij de ziekenka mer binnenliepen, zag Tjang ons meteen. Haar oude ogen begonnen te stralen, zij richtte zich op en verwelkom de ons met de woorden: 'Zo, zijn jullie daar eindelijk!' En tot mijn man: 'Gijs, mana jouw den- deng tjilang?' Typisch nietwaar? Een week nadien bereikte ons haar overlijdensbericht. Zij is begraven op het Pandoekerkhof te Bandoeng. Wij gedenken haar nog altijd tijdens familiebijeenkomsten, onze Tjang! 44 ste jaargang - nummer 2 - augustus 1999 41

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 41