Stanley en Livingstone
overvloedige regens van de
afgelopen weken.
Hij snijdt de zachte stengels
door en maakt zo voor ons
een smal pad. Het is helemaal
echt, links en rechts van ons
reiken de planten tot over ons
middel, de grote bladeren
vegen het water aan onze We
ren, we soppen in onze
schoenen.
'Mijn jurk wordt helemaal
nat,' roept Nellie.
'Dat geeft niets!' zegt Hans,
'dat is nu juist echt, de jungle
is altijd nat.'
achter elkaar. Dan glijdt mijn
rechtervoet uit en kan ik me
nog net vastgrijpen aan een
Wein boompje.
'Nellie pas op, het is hier erg
glad, je valt er zo in als je niet
oppast!' Maar de meisjes zijn
voorzichtig en we vervolgens
onze weg.
'Hans, mag ik eens voorop?'
Het beeld van de woudloper,
mes in de hand zich een weg
banend door het dichte oer
woud, heeft zich in mijn ver
beelding gezet.
'Nou toe dan maar,' zegt
woeste krijgers! Voor me een
boompje dat me de weg vers
pert. Ik hak met het mes
maar krijg de stam niet door.
Dan pak ik het stammetje
met mijn andere hand vast en
hak nog eens en nog eens. Ai!
Ik voel een scherpe pijn in
mijn hand en zie bloed langs
mijn arm lopen.
'Stanley is gewond!' roept
Hans. 'Eerste hulp hierheen!'
Nellie wringt zich langs de
struiken en maakt haar tasje
Tekst: Hans van Heil
De tuin ziet er uitno
digend uit, het groen
is glimmend nat,
dikke druppels rollen van de
bladeren, tussen de grote
planten bij de sloot hangt een
lichte nevel.
Zakmes
'Ajo Tom, we gaan
ontdekkingsreis spelen,
Stanley en Livingstone.'
Dan komt Hans, andere
Hans, op de fiets de lange
oprijlaan binnenrijden.
'Hé, wat gaan jullie doen?'
'Wij gaan Afrika ontdekken!'
Meteen schiet mij weer zijn
zakmes te binnen.
Nu wordt het pas allemaal
echt. 'Wij trekken langs de
rivier en dan moet jij met je
mes voor ons een pad kappen
door het oerbos!'
'Mogen wij ook meedoen?'
Onze twee achterbuurmeisjes,
Nellie en Annie, geldeed in
netjes gestreken kaki jurkjes,
kaki strik in het haar, eerste-
hulp tasje met een ceintuur
om het middel.
Wij lopen naar de sloot die
langs de hele lengte van de
tuin stroomt. We horen het
ruisen van het water en rui
ken nat bos. Hans moet direct
in actie komen, want langs de
waterkant zijn de planten
welig opgeschoten door de
Woudlopers
Dan zijn we bij de sloot, het
bruine water stroomt in kolk
jes en golfjes langs ons voor
bij. Hans hakt de planten om
en loopt tastend met zijn voe
ten langs de oever. Ik loop
vlak achter hem, dan Nellie
gevolgd door Tom en Annie.
Een rij ontdekkingsreizigers
Hans en geeft mij zijn mes. Ik
ga nu voorop, Stanley op
zoek naar de oorsprong van
de rivier. Naast me het wild
stromende bruine water, daar
verderop de kop van een kro
kodil die juist uit de nevel te
voorschijn komt. En daar,
nog verder weg een grote
holle boomstam vol met
open. 'Ik heb jodium, pleisters
en verband!' roept ze.
'Oh nee, geen jodium, dat
doet zo'n pijn!'
'Ik heb ook perubalsem, wil je
dat dan?' Ik voel me trots en
zielig, de gewonde ontdek
kingsreiziger. Nellie smeert
een dikke laag balsem op de
wond en draait er een ver
bandje omheen. 'Net een
echte verpleegster', ontvalt
me.
'We moeten naar de dichtst
bijzijnde missiepost', roept de
verpleegster, 'want Stanley
mag geen bloedvergiftiging
krijgen.'
's Avonds aan tafel, kan Tom
zijn mond niet houden:
'Pappie, we hebben zo leuk
ontdeldungsreis gespeeld en
Hans is gewond.' Ik had
steeds mijn linkerhand onder
de tafel gehouden maar nu
ben ik verraden.
'Laak eens kijken, Hans?'
Pappie haalt het verband
eraf. 'Nou dat is een flinke
jaap, maar ik kan het niet
meer hechten, daar is het nu
te laat voor.'
Het nog steeds zichtbare litte
ken zal me altijd aan die ont
dekkingsreis blijven
herinneren.
moessQn
januari IQ42.
IJat is opgehouden met rege
nen, over de tuin hangt het
zachtgrijze licht van da namid
dag. 'Mammie mogen we hui
ten spelen?'
Mammie, die ons geruzie meer
dan heu is, geeft toestemming.
'Als jullie je maar schoon hou
den!
Bloedvergiftiging
Drie andere ontdekkingsreizigers: de jongens Neijndorff en
vriendje in de padivelden bij Bandoeng.
42