Recollections o f the Tiger man
De laatste spijtoptant
H
T
U,
On derstaande wanhoopskreet ontvingen wij uit Indonesië,
lie hrief is langer Aan een jaar onderweg geweest, omdat er
een verkeerd adres op stond.
Geachte redactie,
Zeer toevallig las ik bij een vriend van mij een oude Moesson
te weten die van 15 maart 1992. Ik heb nooit geweten dat er
zo'n mooi Indisch maandblad bestaat in Holland. Ik las
daarin op pagina 4 een artikel over R. Thümann:
'De heer R. Thümann uit Vlissingen die zich zelf spijtop
tant-adviseur noemt, haalt de laatste weken regelmatig de
pers, et cetera.'
Ik behoor tot de achtergebleven Indische Nederlanders, die
nooit de kans hebben gekregen voor een vergunning tot blij
vende vestiging in Nederland. In denken en voelen ben ik
nog steeds Nederlander, omdat ik van mijn ouders een
Hollandse opleiding en opvoeding heb genoten. Sinds 1958,
toen ik de meerderjarige leeftijd bereikt had, heb ik steeds
moeite gedaan om de status terug te krijgen, die ik verloren
had omdat mijn ouders voor het warga negara-schap geop
teerd hadden. Helaas werd ik iedere keer op voorhand afge
wezen.
Maar ik heb de moed nooit opgegeven. In 1964, toen er een
gelegenheid bestond voor spijtoptanten, heb ik weer een ver
zoek ingediend - zonder resultaat. In 1991 heb ik aan de
minister van Justitie geschreven. In 1993 heb ik bij H.M. de
Koningin der Nederlanden een rekwest ingediend om met
een vergunning als immigrant in Nederland te worden toe
gelaten. Antwoord: de mogelijkheid bestaat, mits ik mini
maal twee jaar in het buitenland woon.
Uit wanhoop richt ik deze brief aan u. Mijn vurige hoop is
dat de redactie mij en mijn gezin kan helpen, dat wij alsnog
naar Nederland kunnen repatriëren.
In 1958 ben ik van mijn Nederlandse echtgenote geschei
den, om haar en onze dochter zodoende de gelegenheid te
geven hun Nederlanderschap terug te krijgen, in de hoop
dat we ons in Nederland zouden kunnen herenigen. Al mijn
hoop en moeite zijn echter tevergeefs geweest: in 1973 ben
ik hertrouwd.
R. Ebell, Bandung
Tekst: Ted Wall
/here was a lady with four young children.
I thought one of them, a little girl, was six years of
age, but she was in fact nine.
When the cigarettes were given out her mother let her take
one. She said she let her smoke to take her mind of the con
ditions in the camp.
Mrs. C.G. Rieff and her husband were on board.
He was manager of a trading post. The short version I put
down, was Ned. Handel Mij. The words had too many let
ters in it for me to spell.
I am enclosing the photo of the ship and also a photo of the
two young Dutch girls. I am 76 years old now and I would
like to know what happened to the two girls on the photo
and the lady who had the young children.
I would like to be remembered to the people on board.
The children called me tiger man: I have tattoos on my
shoulders of a tiger's head.
The conditions on board were awfull, due to the heat and
thousands of cockroaches. But not a single complaint we
recieved of the people. The crew were very proud to have
been of help to them.
Please call or write to:
Ted Wall, 5 Plymouth Road, Blackpool,
Lancashire FY3 7JS, England,
tel. (00
During the war I was in the Royal Navy, on hoar d of
HMS Glen roy. brom November and December 1Q45 and
January to Marc h 194Ó we were in Java and Sumatra pic
king up Dutch women and children and a few men.
In Datavia we hadI believe, twelve hundred people on board.
We took them back to Singapore, where the
Nieuw Amsterdam was waiting for them.
We then went to Soerabaja and picked up the same number
again. The men on board helped the passengers as much as
then could.
44 ste jaargang - nummer 2 - augustus 1999
9