De Indische eeuw (VII) 1960-1970 Enkele jaren daarvoor, in 1962, moest Nederland onder druk van de Verenigde Staten Nieuw- Guinea overdragen aan een interim administratie van de VN. In '63 wordt Nieuw-Guinea Indonesisch grond gebied. Afspraak is echter dat er een referendum gehouden zal worden om te zien of de bevolking van Nieuw-Guinea, nu Irian Jaya, wel bij Indonesië wil blijven. In Nederland komt de Nationale Actie Steunt Spijtoptanten Indonesië (NASSI) op gang als blijkt dat de regering niet flexibel is in het terughalen van de laat ste spijtoptanten, die het erg moeilijk hebben in Indonesië. Zelfs al staan fami lieleden in Nederland voor hen in (financieel en qua woonruimte) dan nog lijkt Nederland hen niet op te willen nemen. Naar aanleiding van een radio uitzending ('Dossier Karpaan') reageert de Nederlandse bevolking verontwaar digd en de regering stelt zich uiteindelijk soepeler op. Indische mensen laten in de jaren vijftig en zestig en ook in de jaren zeventig nog, niet zoveel van zich horen, althans, in vergelijking met later. Waarom niet? Doet het verleden nog te veel pijn? Liggen oorlog, bersiap, het leven als warga negara in een vij andig Indonesië en de uiteindelij ke repatriëring nog te vers in het geheugen, of is de reden minder dramatisch en heeft men simpel weg geen tijd; te druk bezig zich een nieuw bestaan te verwerven? Twee opvallende Indische schrij vers - behalve Tjalie Robinson natuurlijk - zijn Rob Nieuwenhuys en Maria Dermoüt. Na zijn roman Vergeelde portretten uit 1954, publiceerde Rob Nieuwenhuys in 1959 de bundel Tussen twee vaderlanden. Hij stelt in de jaren zestig enkele bloemlezingen samen van Indische belletrie en publiceert zijn eerste fotoboek: Tempo doeloe. Maria Dermoüt schreef een vijf tal verhalenbundels en twee novellen: De tienduizend dingen en Nog pas gisterenmet die prachti ge openingszin (volgens Kester Freriks een van de mooiste uit de Nederlandse literatuur): 'Op Java, ergens op Midden- Java, tussen de bergen Lawoe en Wilis in, maar dichter naar de kant van de Lawoe toe, lag diep in een ommuurde tuin onder donkere groene bomen een huis.' Californië Veel Indische Nederlanders laten Nederland voor wat het is en kiezen als nog voor Amerika als hun tweede vader land. Eén van hen is Tjalie Robinson. Hij vestigt zich met zijn gezin in Whittier, Californië, en richt The American Tong Tong op. In het eerste nummer schrijft hij: 'Kijk op de kaart: Amerika ligt tus sen Europa en Azië. Kijk in uw hart: U staat tussen Europa en Azië. Amerika heeft de krachten van beide beschavingen. Daarom werkt Amerika zowel naar Oost als naar West. U heeft beide verwant schappen in Uw bloed. U kunt dus ook werken naar Oost en West. Meer dan dat: als u bent wat u bent, heeft Amerika aan u een eersterangs burger! In Europa was u tweederangsburger. Omdat u Uw Aziatische heritage niet kwijt kon. Niet lakoe daar. Hier in Amerika is het anders. Kijk eens naar de China-towns die hier bloeien, naar de grote en actieve Japanese samenleving, naar de Filippijnse, Ceylonese, Hawaiische invloeden, die hier een gastvrij onthaal en levenskracht hebben! En waarom zouden wij dan met eenzelf de dash niet evenveel kunnen bereiken? Waarom zou de Italiaanse pizza Amerika kunnen veroveren en onze nasi koening niet?' (MvA/GOP) De SOOS in Los Angeles, 1964. 44 ste jaargang - nummer 4 - oktober 1999 25 Op politiek gebied gebeurt er veel in de jaren zestig. Groeiende onvrede in Indonesië resulteert uiteindelijk in een couppoging begin okto ber 1QÓ5. Een couppogingdie ziek kenmerkt door 'extraordinary incompetence and confu sion (aldus M.G. Rick lefs in A history of modern Indonesia), maar die niettemin leidt tot Soekarno's aftreden en het einde van de Geleide Democratie. Soeharto vo lat hem op. Diens Nieuwe Orde zal tot in de jaren negentig zorgen voor een relatief sta biele politieke en economische situatie. Steeds weer aan denken

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 25