Ambon werkt aan zijn toekomst Tekst en foto's: Kees Heij In juli was er weer marktactiviteit in de oude, afgebrande wijk Mardika. Hier waren vooral handelaars van andere eilanden. Deze markt schijnt goedkoper te zijn, want ze worden weer druk bezocht. Het is een triest gezicht deze markt tussen de vuilnishopen en afge brande huizen. Vroeger werd het vuil opgehaald door Buginezen en Boetonezen. Er zijn nog niet genoeg Ambonezen die dit willen doen. Aan de vuilnishopen zal men ech ter snel iets moeten doen, want ze stinken en zien zwart van de vliegen. Dit vormt een direct gevaar. Bij Hati Kudus ontstond spontaan een markt, die door de dominee iedere ochtend met gebed geopend wordt. Op zondag is er geen markt en moet je naar een minder strenge markt voor je dagelijkse inkopen. Hulp Een aantal zaken valt op. Zo heeft de politie meer zelfstandigheid gekregen. Voorheen waren ze afhankelijker van het leger. Nu moeten ze zelf de orde handha ven en wordt er alleen in uiterste noodge vallen een beroep op het leger gedaan. De politie voelt er zich beter bij. Er worden lokaal, in desa's, maar ook bij Mardika weer nieuwe huizen gebouwd of gerenoveerd. Dit gebeurt ook met hulp van familie uit Holland of met hulp van kerkelijke organisaties. Vele buitenlandse hulporganisaties zijn reeds op Ambon om met hulp van jonge Ambonezen voedsel- moessQn In maart waren er om de twee- tot drie honderd meter groepjes zwaar bewapen de mariniers (PHH) die zeer gedisciplineerd optraden. Het was opval lend rustig en de lokale politie en militaire eenheden hielden zich rustig. Ze hadden hun lesje geleerd. Aparte wijken In juli echter waren er veel minder mili tairen, nog enkele groepjes mariniers en er hing met name in Ambon-stad een soort overwinningsroes. Jongeren en scholieren vielen op door hun grote mond. Er waren weinig moslims in de stad en gesluierde moslimvrouwen waren een bezienswaardigheid. In maart wist men nog niet waar men aan toe was. Er was niemand op straat, 's Avonds kon men de straat niet op en werd er bij de kampongs gewaakt door de bewoners. In juli begon men met de opbouw en renovatie. Men had zich snel aangepast. De straten waren weer vol kooplustig publiek. De meeste winkels waren open. Er was een flinke handel in leegstaande huizen waarvan de eigenaars weggevlucht waren of ergens bij familie zaten en niet terug durfden. Voor vier miljoen rupiah (dertien honderd gulden) kon je een ste nen huis met een stukje grond kopen. Een zeer negatieve ontwikkeling, waarbij de rijken rijker en de armen nog armer worden. De trend is echter dat er aparte wijken voor moslims en voor christenen ont staan. Deze gettovorming zal ze later nog eens opbreken. Becakrijders Het is gelukkig niet allemaal negatief. Het is bekend dat in sommige moslimdesa's christenen beschermd werden. Andersom kwam gelukkig ook voor. Ook zijn er wij ken waar men gemengd woont en waar men elkaar helpt. De mensen had den van te voren afge sproken zich niet te laten provoceren. Soms werd de druk van bui ten te zwaar en werden de minderheden verzocht weg te gaan en werd de belof te gedaan het huis en de huisraad te bewaken. In maart waren er drie becakrijders. Dit waren Ambonezen. In juli was het aantal flink toegenomen. Het zijn hoofdzakelijk Molukse jongeren, die met groot enthou siasme dit werk doen. Er zijn met behulp van kerkbesturen coöperaties gemaakt, waar een werkwillige jongen per dag een becak kan huren. Bij weer andere organi saties kun je door sparen je eigen becak kopen. Zeer positief, want becaks zijn onmisbaar op Ambon. Het geeft werk en men kan per dag dertig tot veertig dui zend rupiah verdienen. Vuilnisnopen Direct na de branden ontstonden de zogenaamde pasar kaget (verrassings- markten). Men bouwde kraampjes langs wegen waar landbouwproducten verkocht werden door zowel vrouwen als mannen. Wanneer we de situatie van maart en juli 1QQQ met elkaar vergelijken, valt ons een aantal zaken op. In maart lagen hele wij ken en desa 's in puin en die waren als ket ware nog warm van de hranden. In juli was het grove puin in grote delen van de stad weggehaald en waren grote, kale vlakt en ontstaan. 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1999 | | pagina 30