Aanplant van
klapperbomen aan
de rivierkant (kro-
kodillenhoek),
september 1927
boek Een Amsterdamsche koopman in de
Molukken, over 'de Molukse' zoals mijn
moeder de Molukse Handels
vennootschap noemde, als ze erover
sprak. In het boek van Wallis de Vries
wordt echter niets geschreven over de
ondernemingen, wel over het leven te
Menado, geboorteplaats van mijn moe
der.
Gelukkige jeugd
Mijn vader is waarschijnlijk aangeno
men bij de klapperonderneming, omdat
hij als Indische jongen geboren en
opgegroeid in Ternate, de taal vandaar
goed sprak en de zeden en gewoonten
kende.
Wat mijn ouders aan arbeid hebben
moeten verzetten op die afgelegen
onderneming, dringt nu pas tot mijn
broers en mij door. Wij kenden alleen
een gelukkige, prettige jeugd. Menig
kind van nu zou ons hierom benijden!
Het strand lag bij wijze van spreken
vlak voor ons huis.
In de tuin fruitbomen in overvloed en
een eigen ananasplantage. Voor vers
vlees gingen de jagers op stap, vis
kwam uit de zee of uit de rivier. Mijn
moeder kweekte groenten en bloemen,
Onze motorsloep op de Sagea. De foto is door mijn vader gemaakt tijdens een
vakantie in juli 1929. Mijn oudste broer zit op het dak, twee andere broers staan op
het voordek, samen met een matroos. De mandoer staat in het water. Mijn moeder
staat achter en houdt mijn kleine broertje vast. De stuurman staat achter mijn
moeder en houdt mij vast. Waarom ons kindermeisje in het water staat, weet ik
niet.
vooral orchideeën, haar grote hobby.
Een KPM-boot bracht op geregelde tij
den levensmiddelen mee uit de
beschaafde wereld, onder andere boter,
melk, suiker, koekjes et cetera. Of ze
ook de kopra kwamen halen, weet ik
niet. Wanneer mijn vader op inspectie
tocht moest liet hij de bewaking van ons
en het huis over aan een trouwe
Papoea, die hij eens ergens van had
gered. Deze man was mijn vader hier
voor zo dankbaar, dat tijdens mijn
vaders afwezigheid niets of niemand in
onze buurt mocht komen! Dit hebben
mijn oudere broers mij verteld, die her
inneren zich meer van ons leven op de
onderneming.
Neêrlandsck kloecl
De vakanties werden doorgebracht bij
opa en oma in Menado of bij opa en
oma te Ternate. Ook daar was het leven
goed. We gingen naar school in
Ternate.
Alles veranderde echter, toen mijn oud
ste broers naar de middelbare school
moesten. Mijn ouders besloten, dat wij
met mijn moeder naar Java zouden
gaan. Voor onze ouders waarschijnlijk
een zware beslissing, omdat in die tijd
de verlofregelingen nog niet zo waren
zoals nu. Mijn vader kon slechts om de
twee jaar met een maand verlof. Een
geluk bij een ongeluk: net voor de oor
log uitbrak mocht hij met verlof en kon
nog net de laatste KPM-boot naar
Soerabaja pakken.
Helaas heeft hij zijn drie oudste zonen
niet meer terug gezien. Die waren reeds
gemobiliseerd en mijn vader stierf kort
nadat de Japanners Indië bezetten.
Daarna kwam de bersiaptijd, repatrië
ring naar Holland, waar ik mij gelukkig
altijd heb thuis gevoeld en waar ik
getrouwd ben. Na ons huwelijk zijn wij
naar Wallonië (België) verhuisd. Onze
kinderen voelen zich Europeaan met
een vleugje Indisch bloed.
Ik ben nooit teruggegaan naar Ternate
of Halmaheira, omdat ik geen heimwee
heb, alleen goede herinneringen en die
hou ik liever zo. Ik zal het land waar ik
geboren ben nooit vergeten, maar hier
voel ik me nu thuis, ondanks de koude,
sneeuw en regen. Ik hou zelfs van dit
wispelturige klimaat. Vloeit er bij mij
misschien toch iets meer 'Neêrlandsch
bloed in d'adren', ondanks mijn Indisch
uiterlijk?
44 ste jaargang - nummer 7 - januari 2000
15