Saluut aan de landstormers Dt Waerde Tekst: Corrie Taylor-Parkins Telkens als ik in Moesson de naam van de heer N. Bergen Henegouwen zie, word ik her innerd aan een jongeman met dezelfde achternaam, die op negentienjarige leeftijd onge twijfeld de jongste landstor- mer was en misschien nu de enige overlevende is. Dit schrij ven is voor hem en de kinde ren en familieleden van de landstormers voor wie mijn man en ik een kantine beheer den, eerst in de Kloetstraat in Malang en later op vliegveld Singosari. Na een paar jaar gewerkt te hebben voor een neef van ons, eigenaar van melkerij Soember Brantas op Dinojo, vijf kilome ter van Malang, besloten we voor onszelf te beginnen en een ijssalon te openen op Kajoetangan. Het duurde enige tijd voor we het benodigde geld bijeen hadden, maar na een drukke tijd van inkopen van rotan zitjes, ijsmachines et cetera, waren we eindelijk zo ver om te openen. Inmiddels was de aanval op Pearl Harbor begonnen. Het bezoek van mijn broer, bootsman bij de onderzeedienst, die met zijn maat vanuit Soerabaja overkwam, duurde daarom niet lang. We schrokken tijdens een gesprek van de mededeling over de radio: alle marinepersoneel onmiddellijk terugkeren naar hun onder deel! Overwerkt Inmiddels was een afdeling landstormers opgericht, bestaande uit mannen in de leeftijd van ongeveer veertig jaar onder lei ding van kolonel Karei Drost. Voor deze afdeling moest een echtpaar gevonden worden als beheerder van hun kantine. De heer Barselaar, welbekende schilder en behanger, vertelde de kolonel dat wij het meest geschikt waren, hetgeen ik niet met hem eens was, omdat ik er tegenop zag voor een paar honderd mannen te werken. Mijn echtgenoot echter zag daar wel iets in en hij was natuurlijk de baas! Dus... aantreden voor de kolonel die, zojuist terug van oefening, ons bezweet en wel begroette. Tijdens het gesprek bleek dat er al drie echtparen een inter view met hem hadden gehad en er zo snel mogelijk beslist zou worden, dus ver trokken we weer. Ik met een opgelucht hart, maar jammer voor mij, ongeveer twintig meter verder werden we inge haald met de mededeling: aangenomen! En zo begonnen we in de Kloetstraat. De eerste tijd was het hard werken. Om vijf uur 's morgens stonden we al gereed met koffie en alles wat bij een kantineverkoop behoorde. Om twaalf uur 's nachts, na het spelen van het Wilhelmus, gingen we naar huis. Een paar dagen later moest ik wegens verlamde benen door overwerk een dag rusten, gelukkig kreeg ik daarna meer hulp. Na ongeveer een maand moest de helft van de manschappen naar vliegveld Singosari en we gingen op verzoek van de kolonel mee. Nu brak een meer kalme en gezellige tijd aan. Onze rotan meubelen werden opge haald en in een truck geladen en daar ging ik, voorlopig zonder mijn echtgenoot voor ALS HET GRAFMONOTIEN ONBI VER CM UJJ een tijdje. Hij moest nog een contract afwerken. Bij aankomst op het vliegveld moest ik op een stoel gaan zitten en 'mijn' mannen hadden in tien minuten alles inge richt en ik trakteerde op een rondje bier. Er is een dame aanwezig'! Ik kreeg een huisje op de basis aangewe zen en kon mijn tweeënhalf jarige doch tertje en de baboe die voor haar zorgde meenemen. Omdat er veel minder man nen waren, leerde ik ze beter kennen. Ik kan velen van hen herinneren, waarvan ik enigen zal noemen: Meneer Appel van het nymphenbad Tretes, meneer Barselaar, schilder, meneer Barkey van de melkerij, de gebroeders Van Houten, eigenaars van de Faroka sigarettenfabriek, meneer Houtz van de onderneming, meneer Marsman, die zat in de suiker, meneer Noach van het venduhuis en meneer Verwaayen, hij had een sinaasappelboomgaard. De eerste dag besliste het gedrag van de manschappen. Namelijk toen ze terug kwamen na de manoeuvres en fris na het mandieën in de kantine gezellig zaten te praten, kwam iemand binnen met ont bloot bovenlijf in pendek, waar onmiddel lijk op gereageerd werd met: 'Hé zeg, ga terug en kleed je behoorlijk aan, er is een dame aanwezig'! Dit gedrag kwam niet meer voor. Intussen stonden de landstormers in de Kloetstraat elke dag op het matje bij de kolonel te ldagen, ze wilden ons terug hebben. Hun verzoek werd echter niet ingewilligd, want, zei de kolonel: 'Het gedrag van de manschappen op Singosari staat op hoog moreel peil'. Verder werd na aankomst van de Amerikanen in hun 'Flying Fortresses' het vliegveld aangevallen. De eerste keer terwijl we onderweg naar Malang waren om te foerageren. Mijn dochtertje werd beschermd door één van onze mannen en een Amerikaan die haar mee in een loopgraaf namen. Ze kon alleen maar tegen mij zeggen toen ik terug kwam: 'Mammie! Boem! Boem!' De volgende dag besloot ik terug naar huis te gaan en daar op mijn echtgenoot te wachten, die op een ander gedeelte van het vliegveld een kantine had voor de Amerikanen. Na een dag thuis ging ik echter terug, meldde mij bij de kolonel en vertelde beschaamd te zijn om weg te lopen. Hij gebood echter terug te gaan met de woorden: 'Dit is geen plaats voor een vrouw.' Een of twee dagen later werd de kantine en de helft van mijn huisje door een vol treffer met de grond gelijk gemaakt! moessQn ADVERTENTIE Bent u niet meer in staat om zelf het graf van uw dierbare te onderhouden? Omdat u te ver weg woont... Of het werk lichamelijk niet aankunt... Of misschien omdat u teveel door andere /.aken in beslag wordt genomenMet respect verzorgt De Waerde zorgzaam onderhoud. Aan gedenktekens en grafmonumenten waarvoor u zich als nabestaande verantwoordelijk voelt. Wilt u meer weten over wat we voor u kunnen betekenen? Bel dan (079) 3313409. Wc staan u graag te woord. R A V J N I F R S /fje/ rr/ uca/- uw Arr/sisisr/siy Advies, beplanting onderhoud van grafmonumenten in heel Nederland. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 16