Mijn Javaanse oma Oma Ginten, dochter van een ri/he Javaanse tani uit desa Sentoel dichtbij Djombang, trouw de met Joseph Goewie, een blanke Suikerrietplanter, en mijn moeder was hun enige dochter. Toen wij - mijn broer, zuster en ik - nog niet waren geboren, woonden mijn oma en opa in Djombang op sui- kerfab riek Ponen en mijn ouders in Modjokerto op suikerfabriek Soemobito. De afstand tussen deze twee ondernemingen was niet zo groot, dus mijn ouders gin gen of naar Djombang in het weekend of naar Kediri waar mijn vaders ouders toen woonden. Na de geboorte van mijn broer Les kwam mijn oma bij mijn ouders inwonen en opa bleef op de onderneming en kwam bijna elke week zijn eerste kleinzoon, schoon zoon, dochter en zijn vrouw opzoeken. De oorlog brak uit en de hele situatie ver anderde abrupt! Pa, ma en wij werden geïnterneerd tot en met de bersiaptijd. Pa apart in het mannenkamp en ma met de kinderen apart in het vrouwenkamp in Soekarame, daarna overgeplaatst naar kamp Slemanan en toen weer naar kamp Minggiran - allen in Kediri. Oma ging toen in Kediri wonen bij haar besan, om dichterbij ons te zijn en ze probeerde van buitenaf te helpen met het weinige geld dat ze nog had. Malang' Later moesten wij van Minggiran met een goederentrein naar Batavia en onze oma bleef alleen achter in Kediri. Ze werd mager van verdriet. Van Batavia met de boot terug naar Oost- Java richting Soerabaja, waar wij voorlopig in het Laarmankamp verbleven, een zijstraat van wat nu de Jalan Kaliasin is. Na de bersiaptijd bleven wij voorlopig in Soerabaja wonen aan de Dwars- Paradestraat, tegenwoordig Jalan Sriti. Pa werkte op de suikerfabriek Soemobito en kwam elke zaterdagmiddag bij ons in Soerabaja tot en met zondagavond. Pa werd toen weer overgeplaatst naar Malang, naar suikerfabriek Kebon Agoeng. Oma raakte al heel snel gehecht aan Malang en genoot van het klimaat, van Tekst: Ed Brodie Mijn oma met mijn zoon Davy Brodie in 1972. Dave is inmiddels 28 jaar en otie (overgrootmoeder) nog niet vergeten! frisse groenten en vruchten, kortom, ze ging van Malang houden. Ze werd fanatie ker, kookte lekkerder en werd strenger voor ons. Beter ook, want we werden gro ter en onhebbelijker! Inmiddels was mijn jongere zus al vier jaar en mijn jongere broertje twee jaar, dus oma kreeg het druk. Een totaal andere wereld Na suikerfabriek Kebon Agoeng gingen wij naar suikerfabriek Toelangan, niet ver van Sidoardjo en Soerabaja. Wij gingen in Soerabaja op school en ma werd actiever. Erger nog, ze kreeg een baan als beheer ster van de fabrieksmess en pasanggrahan voor de nieuwe medewerkers of volontairs, dus ma had nog minder tijd voor ons. Maar geen paniek, oma was er. Die regel de toch alles al! Jaren gingen voorbij en in november 1964 konden wij vertrekken, naar Nederland, weg van Toelangan, weg van Indonesië voor altijd. Voor altijd? En hoe moest het met oma? Moest ze in Indonesië achter blijven? Aloest ze terug naar haar desa en weer van voor af aan beginnen bij haar familie, waar ze uiteindelijk ook veel van hield? Neen! Met veel moeite en regelen ging onze lieve oma toch met ons mee naar Holland. Kunnen jullie je voorstellen, een oude Javaanse oma compleet in sarong kabaja in Holland? Oh, het was pas echt gezellig met zo'n oma tussen ons in, in het vliegtuig naar Holland. Maar hoe vond oma het eigenlijk, op haar zeventigste jaar opnieuw beginnen in een totaal andere wereld, een extreme veran dering van cultuur, klimaat en gewoon ten? Natuurlijk vond oma het niet leuk, maar ze zei het tegen niemand, ook niet aan haar dochter of kleinkinderen, maar ik wist het, of liever gezegd: ik voelde het gewoon, ik praatte heel veel met mijn oma en ik merkte het aan waarover ze praatte en haar lieve, maar toch wat verdrietige blik. 'Semua lain, ja vent, hier in Holland, en altijd in huis, maar ja, buiten is het erg koud, ja njo!' 'De zomer komt nog, oma, dan kunnen we lekker buiten wandelen in de zon.' Oma's lievelingsliedje Maar die zon was er nooit voor oma, die zon van Malang of Soerabaja met die sfeer erbij. Ik kan me nog goed herinneren ons eerste cadeautje voor oma van mijn broer en van mij. Een Alladin-verwarming voor in haar kamertje en later kreeg ze van mij een elektrische onderdeken - wat was ze toen blij dat oude vrouwtje. In 1973 op 13 december stierf mijn oma Ginten in haar slaap, een mooie dood, zeiden de vrienden van pa en ma. Vaak denk ik nog terug aan oma, ik hoor dan haar stemmetje soms nog, ze zong heel zacht, zuiver en mooi en bijna alle maal kerkliederen en ze vond het altijd heel fijn als ik haar begeleidde op mijn gitaar. En toen ze werd begraven zongen haar kerkgenoten voor haar haar lieve lingsliedje in het Indonesisch, even kreeg ik kippenvel. Oma zou het helemaal te gek vinden! Welke jaren waren voor oma de gelukkig ste geweest? Haar jaren in de desa of daarna met opa en haar dochter en de kinderen of die in Holland? Dat vraag ik me nog altijd af en dat antwoord zal ik nooit krijgen, maar wat ik zeker weet, is dat ik en mijn broers en zusters heel erg veel hielden van onze lieve Javaanse oma! 44 ste jaargang - nummer 7 - januari 2000 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 29