Maaltijd in de uma. door de drempels weg te nemen. Een aantal leden van de stichting zijn, evenals Bulölö, geboren en getogen op Nias en Siberut en zijn door hun huwelijk naar Nederland gekomen. Zij vormen de rechtstreekse schakel met de bewoners van Nias en Siberut. Nu, in 1999, is Siberut al bij velen in Nederland bekend geworden. Niet alleen door antropologen maar ook door het enthousiasme van het bestuur en de leden van Howu Howu. De inmiddels veel gevraagde (dia) lezin gen die Petra, Bulölö en enkele leden geven op scholen en verenigingen laten Siberut zien hoe het was voordat de toe risten kwamen en hoe het nu is. Bulölö Bulölö: 'Het was dit jaar heel anders dan de voorafgaande jaren om weer terug in Padang te zijn. Nieuwbouw op plekken waar twee jaar geleden nog niks of bouw val stond, maar ook uitgebrande huizen en wrakken van voertuigen langs de kant van de weg. De onlusten in heel Indonesië zijn Padang niet voorbij gegaan. Het meest trof mij toch wel de veran derde sfeer op straat. De mensen zien er bedrukt en terneergeslagen uit en de spanning is goed voelbaar. Op het vliegveld van Padang stonden veel men sen te wachten op de aan komst van passagiers in de hoop dat zij wat konden verkopen of als sjouwer iets konden verdienen. In de stad waren veel win kels half of geheel dicht. Met name in China-town. Tijdens de demonstraties waren vooral de winkels daar geplunderd en in brand gestoken. Beelden die wij allemaal op televisie vanuit Jakarta hebben gezien, maar het is toch een hele vreemde gewaarwording als je in je eigen stad rondloopt en het met eigen ogen ziet. la te lil juruk 'Tatebburuk, de nederzetting waar ik geadopteerd ben, was mijn eerste reis doel. Ik voel me in dit dorpje als een vis in het water en soms zelfs beter thuis dan op Nias waar ik geboren en getogen ben. Jarenlang heb ik met mijn groepen toeris ten en antropologen dit dorp bezocht en ik weet zeker dat nogal wat lezers hele goede herinneringen aan dit dorp hebben. Elke keer als ik weer in Tatebburuk terug kom, maakt mijn hart een sprongetje van pure blijdschap. Daar zijn mijn familiele den, die mij jaren geleden geadopteerd hebben, en mijn vrienden waar ik me fijn en thuis bij voel. Voor mij is het iedere keer weer feest om hen te zien. Toen ik in Tatebburuk arriveerde waren tot mijn grote verrassing veel mensen in de uma longhouses waarin verschillende families kunnen wonen). In eerste instan tie dacht ik dat er iemand overleden was, maar dat was gelukkig niet het geval. Feest 'De mensen zijn naar de uma gekomen om mijn broer Joane te helpen bij de voorbereidingen van een groot feest. Joane is medicijnman geworden. Iedereen werkte heel hard mee totdat alles in het huis klaar was want tijdens het grote feest, lia geheten, is er een taboe op arbeid. Ik ben trots op mijn broer Joane die nu medicijnman is. Hij stapt daarmee in de voetsporen van onze vader. Een groot medicijnman en een groot chief met veel charisma. Wij hielden veel van hem. Toen hij overleden was dachten wij dat niemand van ons in staat zou zijn hem op te volgen. Mijn oudste broer AmaMas beschikt zeker niet over de benodigde kwaliteiten om medicijnman te worden. Hij heeft niets belangwekkends te vertel len en te geven. Zijn doel in dit leven is rijk worden zonder daar iets voor hoeven te doen. Tegen Joane werd gezegd: "Jij hebt geen charisma, bent veel te stil en praat met niemand." Tegen mij zeiden ze: "Jij hebt geen huis in de jungle, geen varkens, kippen, hele maal niks, dus hoe zou jij medicijnman kunnen worden?" Onze jongste broer Nadui is nog te jong, maar we hebben gemerkt dat onze jong ste zus Maria wel veel talent heeft om kerei (sjamaan, medicijnman) te worden. Zij is veelvuldig in trance en communi ceert met geesten. Dus is het best verrassend dat het uiteindelijk Joane is geworden. Salappa 'Na een nacht in Tatebburuk vertrok ik met Jeremias en Mateus naar Salappa, een dorpje verderop, ongeveer drie tot vier uur lopen. Omdat het water in de rivier nog steeds laag is konden wij niet met de kano en zat er niets anders op dan te lopen. In Salappa was een groot gedeelte van de bevolking ziek: malaria, diarree en nogal wat huidproblemen. Veel mensen drogen uit. Zo ontmoette ik een hele familie die ziek was, behalve de moeder, die ook niet ziek mocht worden want op haar rustte immers de taak om de zieken te verzorgen. Een medicijnman was aan het werk en probeerde de zieken te genezen. Hij zag mij niet als een concurrent en ik gaf aan de zieken, die hij behandelde, medicijnen. Hij wilde zelf ook wel wat van 'mijn' medicijnen hebben en vroeg of hij op de foto mocht met zijn patiënt. Volgens de missiezuster van de katholieke missiepost zijn er zoveel zieken in Salappa omdat er in het dorp slechte voorzieningen zijn. Zo ontbreekt het de mensen bijvoorbeeld aan schoon water. Gelukkig had ik veel mala ria en anti-diarree pilletjes bij me en heel veel multivitamines. Rogclog, Matloliliag' en Ugf^ai 'De volgende dag vertrokken wij naar Rogdog. De afgelopen drie dagen heeft het continu geregend en wij namen aan dat het water in de rivier hoger zou staan en besloten met de grote kano en buiten boordmotor te gaan. Dat was een grote 44 ste jaargang - nummer 7 - januari 2000 31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 31