Jan van Deun, ruLbe Tekst: Wim Mertens Op 13 januari 1926 trouwde Jan van Deun 24 jaar en jongste employé van suikerfabriek Kedawoeng bij Pasoeroean op Oost - Java met Adriana Louwerse, 19 jaar. Het huwelijk werd met de handschoen voltrokken want Adriana, roep naam Jane, zat nog in Holland. Maar drie maanden later kon ze zich verenigen met Jan in Pasoeroean. Op 3 ncrvember 1929, werd hun enige kind geboren: Henriëtte (roepnaam Jetty, later Pat). Zij trouwde op latere leeftijd met de schrijver van dit artikel, ook een oi id-Indischman. De suikerperiode van Jan duurde niet lang. In 1929 brak de depressie uit die in de planterswereld grote ellende bracht. Jan werd ontslagen. Tot 1934 hebben Jane en hij zich met allerlei baantjes in leven kun nen houden, maar in 1934 keerde het tij. In dat jaar kreeg Jan van een goede ken nis, mevrouw Aggenohr, een tip dat er op Midden-Java bij rubberonderneming Tjaroei Radjodadi een vacature was en... zowaar, het lukte. Hij werd aangesteld als jongste employé. De onderneming lag in de buurt van Poerwokerto ten noorden van Tjilatjap. Dit was voor hem een tussenstation om 'er in te komen'. Per slot had hij in Holland de suiker- school doorlopen. Rubber was wel wat anders, maar hij als chemicus wist er wel raad mee. Via de ondernemingen Soember Mas en Kali Padang in het Malangse en Djarangan in Kediri ten zuiden van de Goenoeng Kawi, bouw de hij zijn carrière op tot administrateur en na de oorlog tot hoofdadministrateur. Dit artikel gaat over zijn rubberjaren tus sen 1935 en 1942. Dagelijks werk Elke ochtend vroeg trokken de rubbertap pers de aanplant in om de bomen aan te snijden en daaronder de bakjes (cups) te bevestigen om dc uitvloeiende latex op te vangen. Als iedere tapper zijn areaal had afge werkt, keerde hij terug naar zijn begin punt om de cups te legen in een emmer en tegelijkertijd de insnijding te bestrijken met een stof, die het verder uitvloeien van de latex zou stoppen. Daarna ging hij met zijn emmer terug naar de fabriek. Iedere boom kreeg zodoende de middag en de nacht rust om de volgende dag weer te worden afgetapt. Zo'n insnijding moest deskundig gebeuren; niet te diep om de boom niet te beschadigen. Regelmatig gingen daarom de rubberemployés de aanplant in om de bomen te controleren. Het werk van de tappers was niet zonder risico, omdat ze op blote voeten door de aanplant liepen. Er waren slangen en ander ongedierte, er waren kuilen en der Jan en Jane. gelijke. Jan had een EHBO-diploma en voor de ernstigere gevallen kwam er eens per week een zendings- of missie-arts op de onderneming. Jan zat uiteraard ook regelmatig in de aan plant voor controle cn andere werkzaam heden. Dat was vaak uren lopen vanwege de enorme uitgestrektheid van de onder nemingen. Djarangan bijvoorbeeld, was om en nabij duizend hectare. Regelmatig werd dan ook de tuinwagen ingezet voor de verste uithoeken. Dochter Pat ging wel eens mee met haar vader de tuinen in. Dan mocht er niet gezeurd worden. Stiekem trok ze dan wel eens een reepje latex van een boom, verfrommelde dat tot een propje en liet dat in een bakje met latex vallen. Zo kreeg ze een mooi rond balletje. Leuk elastiek speelgoed. Ik heb dat zelf in mijn jongens jaren ook wel eens gedaan. Dat was fun. Eens per jaar moesten alle bomen gezwa veld worden ter bestrijding van meeldauw, waar de bomen veel last van hadden. Dat was een bijzonder onaangenaam karwei. De zwavel werkte op de ogen. Alaar ja, het moest gebeuren. De emmers met latex werden door de tappers naar het fabriekscomplex gebracht, gewogen voor de dage lijkse afrekening en geleegd in grote bakken met water. Mierenzuur werd toegevoegd om de latex te laten stollen tot grote klompen. Het mierenzuur werd in grote mandflessen aangevoerd; smerig spul waar je lelijke brandwonden van kon krijgen. Eenmaal gestold werden de Hompen in plakken gesneden en daarna uitgewalst tot vellen. De vellen werden vervolgens gedroogd of gerookt. In het laatste geval kregen ze een bruinachtige kleur. Dat waren de twee eindproducten van de fabriek. Na een controle op onregelmatig heden - dit werd door vrouwen gedaan - werden ze op maat geknipt, in kisten ver pakt en afgevoerd naar de klant. Zo ver liep in grote trekken het productieproces zoals Pat zich dat nog wist te herinneren. Plet gezinsleven Eens per maand ging Jan naar Malang om bij een bank het geld te halen voor de uitbetaling van de werkkrachten op de moessQn 36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 36