De besaran op Kali
Padang.
vroeg: 'Mag ik vier gevulde
heren van u hebben?' De
banketbakkersvrouw ver
starde eerst, barstte toen in
een hartelijk gelach uit en
vroeg wat ze nu precies
bedoelde. Laura wees ze
aan en toen zei de vrouw:
'O, u bedoelt gevulde
koeken.'
Het heeft lang geduurd
voordat Laura weer in die
winkel durfde terug te
keren.
onderneming. Vaalt gingen Jane en
Pat dan met hem mee om 'er uit' te
zijn, familie en vrienden op te zoe
ken, te winkelen, op bezoek te gaan
naar de sociëteit en dergelijke.
Het gezinsleven voltrok zich uiteraard
vooral in en rondom de besaran, het
administrateurshuis. Overdag was Jan
naar zijn werk en bestuurde Jane het
huishouden. Ze had de nodige
bedienden om zich heen, zoals dat
gebruikelijk was: de djongos, de
kokki, de baboe dalem, de baboe
tjoetjie en de kebon. En uiteraard
Laura, de gouvernante van Pat.
Als plantersdochter kon Pat geen
reguliere school bezoeken en kreeg
daarom les van Laura via de Klerx-
methode: leeropdrachten uit Holland,
die via een coördinatiepunt in Indië
gedistribueerd werden. Elke week
kreeg Pat een boekje met opgaven
voor lezen, schrijven, rekenen en der
gelijke. Al die opgaven moesten wor
den gemaakt en gecontroleerd en
daarom had de familie Laura in
dienst genomen. Laura kwam uit
Menado en was een gelijkgestelde,
dat wil zeggen ze had als
Menadonese recht op het
Nederlandse staatsburgerschap. Verder
hielp ze buiten de schooluren Jane in het
huishouden.
Er was in Malang een bekende banket
bakkerszaak Ender en Haug, die gevulde
koeken verkocht. In Amsterdam stonden
die bekend als gevulde heren (Jane kwam
uit Amsterdam)Eens vroeg Jane aan
Laura of ze Ver van die koeken wilde
kopen. Laura ging naar de winkel en
Staande: Jan, Jane en Laura. Pat op de voor
grond met de strik. Zittend een vriendin van
de familie met haar zoontje
Baboe Ad rie
Een regelmatige bezoekster was oma Van
Deun, die na het overlijden van opa in
1932 in Malang was gaan wonen. Ze
bleef dan enige tijd logeren. Ze was een
echte moederfiguur en het bindmiddel
tussen de familieleden. Ze heette van
haarzelf Henriëtte Johan, een van de 13
kinderen van Hendrik Johan, waarover al
44 ste jaargang - nummer 7 - januari 2000
eerder in Moesson iets is geschreven.
Oma Van Deun had een hondje, Adrie,
die zo ontiegelijk verwend was, dat het de
moeite waard is daar iets over te vertellen.
'Meneer' at alleen rijst met biefstuk en
had een speciale baboe, die hem uitliet en
verzorgde. De overige bedienden noem
den haar spottend baboe Adrie, waar ze
helemaal niet blij om was. Als het onweer
de kreeg Adrie kussentjes tegen zijn oren
en een doek om zijn kop om de kussentjes
op hun plaats te houden. Anders schrok
dat arme beestje zo.
Over honden gesproken, de Van Deuns
hadden op hun ondernemingen een hele
menagerie: honden, kippen, eenden, gei
ten et cetera. Pat had een lievelingshaantje
genaamd Dirk. Het was een klein brah-
mapoetrahaantje met gevederde pootjes,
die de eetkamer binnenschreed als de
familie aan de maaltijd zat. Hij verwachtte
dan zijn aandeel. Als het eens een keer
voorkwam dat hij niets kreeg, ging hij
boedéren in een hoek met zijn kop naar
beneden.
De honden hadden het niet erg op de
apen, die overal rondom de besaran in de
rubberbomen zaten. Ze aten de jonge
blaadjes van de bomen en maakten vaak
een enorme herrie. Als de honden ze in
de gaten hadden, verjoegen ze de monjets
met luid geblaf en als er eentje van schrik
uit de bomen viel, dan bleef er niet veel
van over.
Een van de rubberemployés van Jan had
enorm de pest aan die dieren en wilde ze
het liefst afschieten, maar dat verbood Jan.
En of de apen goed in de gaten hadden
dat die meneer hen dwarszat. Toen hij
eens een keer van de besaran wegreed in
de dienstauto, wachtten ze hem op in de
boomtakken boven de weg en op het
moment dat hij eronder passeerde, plas
ten ze allemaal tegelijk. Drijfnat was de
man en de auto. Er zullen best wel de
nodige woorden gezegd zijn!
Zoetig'liei J
Rondom de besarans van de diverse
ondernemingen groeiden vaak allerlei bij
zondere gewassen. Zo had Jane op Kali
Padang een ananasveldje, waarvan regel
matig werd geoogst. Verse ananas, heer
lijk. Een ananas maakt al groeiende
anakjes, die dan voorzichtig werden ver
wijderd en opnieuw geplant.
Zodoende waren er altijd verse ananassen.
De oprijlaan naar de besaran van Kali
Padang was omzoomd met tientallen
nootmuskaatbomen. Met zakken vol wer
den de vruchten verzameld en uitgedeeld
aan vrienden en aan de bevolking. Soms
gebruikte kokki wel eens enkele vruchten
37