Verwarring f' IJS 7,Tin Bl moess©n Vervolg Rubberplanter om er kembang pala van te maken: het vruchtvlees rondom de noot dat ze dan suikerde. In Djarangan hadden de Van Deuns de beschikking over een veldje ketella pohon. De kokki maakte daarvan soms een 'snoe- pie voor de thee'. De wortels werden gekookt en opgediend met zout en boter. Jan kon overigens zijn boterhammen heel goed beleggen met allerlei zoet spul, jams en dergelijke. Als hij daarover wel eens een opmerking van Jane moest aanhoren, zei hij steevast: Ja, maar mijn tandjes moeten zacht neer komen'. Om terug te komen op de ketella, de plantage-apen hadden al gauw in de gaten dat dit voor hen ook een lekkernij was. Op een bijna menselijke manier wisten ze bij de wortels te komen. Ze gingen dan met hun rug tegen de stengels aanzitten, grepen met hun handjes achter hun rug de onderkant van de stengel vast, bogen zich voorover en trokken zo de stengel uit de grond. Ze draaiden de wortels van de stengels af en vlogen de rubberbomen in om het zaakje op te eten. Het werd door de inlanders, zoals zij toen heetten, niet erg op prijs gesteld, want het grootste deel van de aanplant was voor hen bestemd. In Djarangan groeiden in de tuin van de besaran vanillestruiken tegen rekken aan. Jane hield zich in het bijzonder bezig met het oogsten van de vanillestokjes. Na de bloeitijd vormden zich de lange spercieboonachtige vruchten. Ze werden geoogst, geolied en gedroogd. Uiteindelijk krijg je dan de zwarte vanillestokjes. I let merg van de bonen is de vanille en daarin zitten ook de zwarte vanillezaadjes. Een heerlijkheid die Jane daar kostenloos kon verzamelen en waar je hier in Holland ook nu nog een flinke prijs voor betaalt. En laten we al die andere heerlijke vruch ten niet vergeten die er overal groeiden: avocado's die je kon eten met koffie- extract, zout, peper en een beetje drank; papaja's, mangistans, doerians, nangka en ga zo maar door... Dit waren zo enkele grepen uit de herin neringen van een plantersdochtertje. Het is wonderbaarlijk hoeveel Pat zich nog kon herinneren uit die jaren 1935 tot 1942, veel meer dan ik in dit artikel heb verwerkt. Ik ben dan ook met een bijzondere vrouw getrouwd, waarmee ik nog vele jaren gelukkig hoop te leven. Tekst: Inge Dümpel Onlangs verscheen Voor welk volk en wiens vaderland? van Ido Eduard Saueressig. Geboorteland en vaderland zijn vaak één, maar in het geval van de Indische Nedei ■lander ligt de kwestie veel gecompliceerder. tegenstander geworden. Een verwarrende en pijnlijke ontdekking. Vechten voor volk en vaderland. Het is een onmogelijke keuze, want Johan, de vader van Ido, voelt zich evenzeer verbonden met Indonesië als met Nederland. oemöollensyn aroom Ido heeft zijn vader Johan amper gekend. Hij was vier jaar toen zijn vader werd opgeroepen en hij heeft hem niet meer terug gezien. Met zijn boek, Voor welk volk en wiens vader land?, heeft Ido Saueressig het leven van zijn vader in grote lijnen beschreven. Daarnaast wil Ido onder de aandacht M„A"' V illMiT 11 Ido Sauressig (rechts) met een vriend en echtgenote Sonja brengen wat de Indische Nederlander toen in Indië heeft moeten meemaken. Verder hoopt hij dat het na het lezen van dit boek voor eens en voor altijd duidelijk is dat een Indo wél een Indische Nederlander maar géén Indonesiër is. Toen de Indo's direct na de oorlog in Nederland aankwamen, was er weinig begrip voor hun (oorlogs)leed. Wij heb ben bloembollen moeten eten in de hon gerwinter, zeggen de Nederlanders. Dus zwijgt de Indo en lijdt hij in stilte aan wat Ido 'het bloembollensyndroom' noemt. Ido Saueressig is een van de personen die dit zwijgen heeft doorbroken. Voor welk volk en wiens vader land? beleeft inmiddels zijn tweede druk, met een voorwoord van Loes Nobel. Voor welk volk en wiens vaderland? van Ido Eduard Saueressig telt 253 pagina's, kost 24,95 en is uitgegeven door Cuka Asam Productions. Daar kunt u het boek ook bestellen: tel. 040 - 204 22 44. Twee jaar lang werk te Ido aan deze gero mantiseerde biografie van zijn vader. Hij had geen tastbare bronnen tot zijn beschikking, maar heeft veel gesproken met mensen die zijn vader hebben gekend. Verder maakte hij gebruik van zijn eigen erva ringen bij de Koninklijke Luchtmacht, om bijvoor beeld het leven in de kazerne en een troepentransport te beschrijven. beu onmogelijke keuze Ido beschrijft afwisselend wat er thuis gebeurt - het samen overleven met steun van familie en vrienden - en waar zijn vader ongeveer tegelijkertijd elders mee bezig was. Ido: 'Zowel mijn moeder als mijn oma waren vrouwen met een sterk karakter. Door hen kwam ik tot het besef dat vrouwen heel sterk kunnen zijn in moeilijke tijden, misschien ook wel omdat zij vaak de zorg voor de kinderen hebben. Dat was in ieder geval zo in die oorlogstijden.' Het Indonesische nationalisme nam tij dens de bezetting steeds vastere vormen aan en daarmee veranderde de positie en later de houding van de Indonesiër. Hoe ging je daarmee om? Bij Ido thuis ging men met respect om met de Indonesiër. Tijdens de bersiap- periode was diezelfde Indonesiër je 38

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 38