Er is meer tussen
kemel en aarde
Tekst: Elly Veldman-Breukers
Het gebeurde meer dan vijftig jaar geleden, ergens
op Java.
Ze woonden in de bergen, een mooi, klein plaatsje,
heerlijk klimaat. Er woonden gesitueerde mensen
in mooie huizen. Ze hadden twee kleine kinderen
en een onbezorgd leven.
heel veel lawaai met trommen en bek
kens maakte en ja - hij slaagde erin de
samsi te temmen. Daarna werd dit
samsi-spel een traditie. De leeuw kreeg
de huidige vorm: een grote kop, beweeg
lijke grote ogen en een grote muil, felle
gele en rode kleur met tierelantijntjes.
Begeleid door daverende muziek hup
pelt, danst, klimt en springt de samsi op
jacht naar angpao.
Het is duidelijk dat de samsi geen religi
euze betekenis heeft, hoewel men de
samsi-uitvoering vaak oefent en speelt in
de klentengs. Als voorbeeld vertelt
Ronald, leider van de samsi-vereniging
Kong Ha Hong dat de leden afkomstig
zijn uit verschillende etnische groepen
en diverse religies volgen.
Acrobaten
Een groep samsi-spelers bestaat uit acht
personen. Voor de kop zijn er twee spe
lers, plus twee voor de staart, verder een
bespeler van een trom, vier bekkenspe
lers en een kemong (gong) speler. En tij
dens het spel is er geen spoor van trance
onder de spelers.
In de oude tijd in China waren er twee
soorten samsi, een noordelijk en een zui
delijk type. De Kong Ha Hong troep
speelt het zuidelijke type. De samsi uit
het noorden heeft een minder indruk
wekkend gezicht, een buldog-achtige
vlakke snuit, is iets kleiner, maar levendi
ger met vele acrobatische toeren. Hier in
Indonesië spelen ze het zuidelijke type
met de acrobatiek van het noorden.
De samsi-spelers zijn goede acrobaten.
Dit werd gedemonstreerd in november
1999, tijdens een bazaar in de Cor Jesu-
school te Semarang. De spelers zijn leer
lingen van de lagere en middelbare
school. Onder andere liepen ze al balan
cerend over een schuin oplopend touw
naar de top van een paal van vijf meter
hoog. Deze gedurfde toeren werden uit
gevoerd terwijl de kopspeler op de
schouders van de staartspeler klom. Op
de hoogste top aangekomen balanceer
den ze op een been, terwijl hun licha
men in beweging bleven.
De ouders van de leerlingen hielden
vanzelfsprekend hun hart vast bij het
zien van die waaghalzerij. Maar de
onderwijzers hadden van te voren de
spelers voorzien van een veiligheidstouw,
net als bij bergbeklimmers. Het hoofd
van de school, zuster Elizabeth, kreeg de
angpao, voor sociale doeleinden.
Say it with lions - zeg het met leeuwen,
om het voor de afwisseling te variëren
met Say it with flowers - zeg het met
bloemen.
Zijn moeder runde daar een hotel,
waarbij hij haar hielp. Gezamenlijk
woonden zij in het huis naast het
hotel. Tot die bewuste dag, de mobili
satie. Hij moest weg. De Japanse
bezettingstijd brak aan.
Na enige maanden werd ook haar
schoonmoeder weggehaald, zoals bijna
alle mensen uit het plaatsje. Ze vroeg
nog of ze mee mocht: 'Moesti toeng-
goe!' werd haar gezegd. En ze bleef
met haar kindertjes alleen achter in
het grote huis. Het hotel was verzegeld
met grote zegels. En de Japanners, die
nu in die mooie huizen woonden,
kwamen elke dag langs. Waar moest
ze heen? Elke dag dat onzekere, die
angst voor wat er eventueel met haar
zou kunnen gebeuren.
Nachttrein
Die Japanners waren geen lieverdjes.
Je kon je er van alles bij voorstellen.
Ze was ten einde raad en ze kwam tot
een besluit, dat zij onder andere
omstandigheden nooit had durven
nemen. Ze pakte wat spulletjes van
haar en de kindertjes bijeen en ging
met een deleman naar de dichtstbij
zijnde stad, om van daar in de nacht
trein te stappen en naar haar familie te
gaan, die in de grote stad woonde.
Daar zou ze veilig zijn. Daar dacht ze
alleen maar aan.
In de trein, tweede klas, zaten alleen
maar Japanse soldaten en Indonesiërs,
die de belanda's ook niet zo goed
gezind waren. Zij zat met haar twee
kleintjes naast een Indonesiër, toen
een grote, blanke man, opvallend in
het wit gekleed, de coupé binnen stap
te. Hij verzocht de Indonesiër naast
haar een andere plaats te zoeken. Hij
zelf kwam naast haar zitten en nam
een van de kinderen op schoot.
Na een paar uur kwamen ze op de
plaats van bestemming aan. Ze stap
ten uit en de grote, blanke man hielp
haar met de kindertjes en de bagage.
Zonder dat zij het vreemd vond, stap
te hij ook bij hun in de deleman, die
daar stond, midden in de nacht. Hij
vroeg haar naar het adres van de fami
lie en gaf de koetsier opdracht daar
heen te rijden.
Begeleider
Na aankomst en een hartelijke begroe
ting, realiseerde zij zich dat zij de
begeleider, de grote, blanke man in
het wit, nog moest bedanken en de
koetsier moest betalen. Zij keerde zich
om en tot haar grote verbazing keek
zij in een lege, donkere straat. Geen
deleman en geen grote, blanke man in
het wit.
Hoe kon dat! Zij en haar kinderen
waren nu veilig. Maar wie was die
man en waar kwam hij vandaan? Zij
had het zo gewoon gevonden: iemand,
die in de nachttrein bij haar en de
kleintjes kwam, haar had beschermd
en veilig bij haar familie had gebracht.
Het leek wel een gezondene, een
engel, maar door wie en van waar?
Dit is geen sprookje. Het is echt
gebeurd. De vrouw die dit heeft mee
gemaakt, leeft nog en heeft het me
onlangs verteld.
Er is meer tussen hemel en aarde...
moessQn
14