sjes uit net kamp Tekst: Jan Jagtman Mijn vader, ir. C.P.H. Jagtman met roepnaam Clem, is als kapi tein van een vernietigingsbataljon op Oost-Java in dienst van het KNILgemobiliseerd in Malang. In 1Q42 is hij krijgsgevangen gemaakt. Van daar is hij op transport gesteld naar West-Java en heeft in Bandoeng en/of Batavia vast gezeten. Ilij stond op de nominatie naar Birma gezonden te worden, maar dat is niet gebeurd, om de volgende reden. In het kamp (Bandoeng of Batavia) was hij barakscommandant. In het kamp wer den berichten over de oorlog en de ge allieerden verspreid. Hoe deze binnenkwamen is mij niet bekend. Een van de barakgenoten, ene Sjef Notermans afkomstig uit Zuid-Limburg, zou hieraan hebben deelgenomen. De berichten wer den verspreid door briefjes door te geven, die in de barak werden verstopt. Dit gebeurde onder de atap en tussen steun balken. Een Japanner heeft dit ontdekt en de betrokken persoon en mijn vader, als verantwoordelijk commandant, zijn daar voor gestraft. Welke straf dat was weet ik niet. Mijn vader heeft die ervaring diep weggestopt en wilde er niet over praten. In ieder geval is de straf zodanig geweest, dat hij niet op transport is gesteld naar Birma. Misschien is het ook de reden dat hij het er levend van af heeft gebracht. Mijn vader is in 1968 overleden op 74- jarige leeftijd en heeft onder andere de op de foto's afgebeelde voorwerpen nagela ten. Het zijn een aluminium zeepdoosje en een aluminium beker, die hij uit het kamp heeft meegenomen. Ze zijn gegra veerd door iemand die bijzonder kunst zinnig was. Je kan dan ook wel van kleine kunstwerkjes spreken. Hoe mijn vader in het bezit ervan kwam is mij niet bekend. Het zou uit vriendschap of dankbaarheid gegeven kunnen zijn, maar ook een ruil middel geweest kunnen zijn. Op de beker staat aan de ene kant een landschap, dat het uitzicht van een kamp kan zijn en op de andere zijde een deel Mijn vader in 1946 van het kamp met een barak. In de beker zijn naast de afbeeldingen de letters G en V aan beide zijden gegraveerd, waar schijnlijk zijn dit de initialen van de kun stenaar. Tevens stuur ik een door mij nagetekende paraaf, die in de bodem is gegraveerd. Het zeepdoosje (geen initialen) heeft naast het landschapje met palmboom aan de andere zijde een landschapje met een hutje. Wat ik nu graag wil weten is: Wie was de kunstenaar? Om welk kamp gaat het? Wie weet nog iets van waar ik over schrijf of heeft mijn vader gekend en weet in welke kampen hij heeft gezeten? Graag kom ik in contact met mensen die mij verder kunnen helpen. Jan C.H. Jagtman, De Muggemvaart 20-136, 6988 BX Lathum. Telefoon: 0313 - 63 23 90 44 ste jaargang - nummer 8 - februari 2000 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 15