mid en helml zijt en ik zal u ru&tgewen'
ick ie Hoogf (1881-1939)
Echter ook dit artikel is niet bedoeld
om uitvoerig bij het leven en werk van
Dick de Hoog stil te staan. Daar is hier
geen ruimte voor. In het boek dat eind
dit jaar van mijn hand zal verschijnen
Louise Bertha de Hoog, kort na de vol
tooiing van het graf van haar echtge
noot.
bekend dat zijn gezondheid slecht was.
Al sinds jaren kampte Dick de Hoog
met hartklachten. Hij was een work
aholic die - mede als compensatie voor
zijn weinig gelukkig huwelijk - volledig
voor zijn werk leefde. Een privé-leven
kende hij nauwelijks.
Ook op zondag stond zijn deur open
voor Indo-europeanen die zich bij zijn
huis meldden om hulp. Daarbij was zijn
levensstijl ook nog eens uitgesproken
Bourgondisch. Hij was een gezel
schapsmens en liet zich het eten en de
daarbij horende borrel goed smaken,
hetgeen zijn toch al kwakkelende
gezondheid geen goed deed. Op foto's
staat hij steevast afgebeeld als een
gezette man met een iets te krap zittend
colbertje.
Binnen het IEV maakte men zich grote
Hoogplein. Slechts de ouderen wisten
nog wie hij was. De jongere generatie
zei de naam evenwel niets.
Hoe groot is het contrast met de uit
komst van een enquête onder Indo-
europese repatrianten uit 1953. Op de
vraag of men een naam wilde noemen
van degene die belangrijk geweest was
voor de Indo-europese groep, werd de
naam van Dick de Hoog veruit het
meest genoemd. De uitspraak in het
IEV-dagblad Onze Courant naar aanlei
ding van De Hoogs overlijden, dat de
herinnering aan hem 'tot in lengte van
dagen zou voortduren', blijkt geen eeu
wigheidswaarde te hebben.
Met het uitsterven van de generatie
Indo-europeanen die het vooroorlogse
Indië nog heeft gekend, dreigt ook De
Hoogs beeld te verdwijnen. Historici
zijn hier mede debet aan. In de vele
publicaties over Nederlands-Indië
wordt zijn naam nauwelijks vermeld.
Professor J.A.A van Doorn, de bekende
socioloog die veel over Indië heeft
geschreven, verbaasd zich er dan ook
over dat aan hem geen enkel gedegen
artikel is gewijd. Het is een lot dat hij
niet heeft verdiend.
over de Indo-europese gemeenschap in
Nederlands-Indië in de twintigste eeuw,
zal ik daarentegen wel uitgebreid zijn
leven schetsen en in gaan op de vraag
welke betekenis hij heeft gehad voor de
Indo-europese gemeenschap in de
voormalige kolonie tijdens het interbel
lum. Dit artikel is slechts bedoeld om
aandacht te vragen voor het grafmonu
ment en kort de geschiedenis ervan uit
de doeken te doen.
In liet harnas gestorven
Dick(y) de Hoog overleed kort na mid
dernacht op 1 maart 1939 op 57-jarige
leeftijd in het Julianaziekenhuis in
Bandoeng. Daags tevoren was hij vroeg
in de avond in zijn woning aan de bur
gemeester Kührweg door een hersen
bloeding getroffen en vervolgens in
coma geraakt.
Hoewel zijn dood als een schok kwam,
was zijn overlijden toch niet helemaal
een verrassing. Het was algemeen
zorgen om zijn gezondheid. Beseft
werd dat Dick de Hoog de bindende
factor was van het verbond en het IEV
zo veel aanzien en invloed gaf. De
gevolgen van een eventueel aftreden om
gezondheidsredenen, laat staan een
overlijden, zouden niet te overzien zijn.
Het voorstel een particuliere secretaris
aan te stellen om hem te ontlasten,
werd echter door hem afgewimpeld. Hij
wilde alles zelf doen en voor iedereen
aanspreekbaar blijven.
'Eerst mijn volk en dan mijn lichaam',
zou hij hebben gezegd. Deze opstelling
eiste zijn tol. In september 1938 werd
Dick de Hoog voor de zoveelste maal
getroffen door een hartaanval en kort
daarna nog eens. Hij moest absolute
rust houden en verbleef sindsdien in
een rustoord in de bergen. Het niets
doen ging hem echter slecht af en hij
keerde in februari 1939 naar huis terug
om daar verder te herstellen. Rusteloos
als hij was, kon hij het niet laten weer
44 ste jaargang - nummer 8 - februari 2000
23