op tournee. Ons gebied was uitgebreid en schaars bevolkt. In omvang stond het gelijk aan dat van het hedendaagse Frankrijk. Zo'n twintig Indiaanse reser vaten verspreid in een uitgestrekt bos-, moeras- en merengebied. Alleen sommi ge van de zuidelijk gelegen gemeen schappen waren met de auto bereikbaar, de rest alleen vanuit de lucht. We gingen eens in het jaar op groot tournee en bij die gelegenheid reisden we met een hele kliek. De Indian agent was hier de centrale figuur en we kun nen hem misschien het beste vergelijken met de controleur BB in het oude Indië. Daarnaast was er vanzelfsprekend de mountie, uitgedost in zijn beste pakkie, net als in Hollywood. Er werd census genomen en iedere man, vrouw en kind ontving een toelage. Dit laatste dateert nog uit de treaty van 1760 tussen Brit en Indiaan. Het deed me een beetje denken aan een kassian-fooi, een begrip dat Moesson-lezers niet vreemd is. Ondanks alle poppenkasterij had het evenement zijn plaats in het vaak moei lijke leven van deze mensen. Ze keken er naar uit, het brak hun vaak monotone leven. De dokter werd tijdens de tournee ver gezeld door twee scholieren met hun X- ray machine en portable generator. Deze twee hadden hun opleiding gekregen in ons ziekenhuis en hun bijzondere en onder primitieve omstandigheden tot stand gekomen werk heeft veel bijgedra gen aan de TBC-controle in dat land. Op de foto zien we de aankomst bij de nederzetting met de welluidende naam van Big Beaver House, een kleine Swampy Cree-gemeenschap in het noorden. De twee scholieren staan op de voorgrond en we zien de mountie hel pen het vliegtuig aan wal vlast te leggen. Het doet een mens altijd goed om een politieman de handen uit de mouwen te zien steken! De dokter was er bij voor alles en nog wat, medisch gesproken tenminste. Uiteindelijk kwam het er vaak op neer dat hij tanden en kiezen moest trekken. Dit is nooit mijn meest geliefde bezig heid geweest, maar we weten allen hoe erg kiespijn kan zijn. Ioko tandarts De dokter werd geïnstalleerd in de win kel van de Hudson Bay Company ter plaatse. Ik kreeg een tafel ergens in een hoek van de toko en daar kon ik mijn spulletjes kwijt. En wanneer je daar zo op klanten zit te wachten, dan moet je denken aan die mevrouw bij ons in de supermarkt. Ze geeft als reclame allerlei lekkernijen weg: 'Wilt u niet eventjes een van onze spe ciale koekjes proeven meneer? Ze zijn zo lekker!' Dan begint een mens respect te krijgen voor iemand die op die wijze zijn brood moet verdienen. Ik zat er nog maar net toen een wat schuwe Indiaanse knul naar me toe kwam en met gebaren legde hij uit dat er iets loos was in zijn mond. Hij was klein- maar-dapper zeggen we dan in Holland. Ik naam een kijkje met mijn flashlight en zijn vinger bleef rusten op een kies of een tand, zo goed weet ik het ook niet meer. Het zag er gammel uit, nogmaals meer wijzen en vragen. Ja, die moest er uit! Ik gaf hem een prikje voor de verdoving en toen ging hij van zijn stokje. Zoiets was me nog niet eerder overkomen en ik voelde zijn pols... geen pols! Een beetje paniek bij mij! Ik pakte de goeie jongen op, droeg hem door de toko naar de voordeur en in de frisse lucht. Dat moet ie hebben, dacht ik, maar ik had niet de minste notie wat de situatie buiten zou zijn. Daar vond ik mezelf met mijn patiënt in de armen op de stoep in het openbaar voor de hele gemeenschap van Big Beaver House, allen gezeten in het gras. Ogen waren gericht, geen woord werd gezegd en daar stond ik voor Piet Snot! In het gras kwam onze patiënt spoedig bij en alles was als voor heen. Maar, voor mijn tandheelkundig beleid heb ik daar geen patiënten meer gehad. Taxi In latere jaren kwam ik uiteindelijk in bezit van een klein hospitaal in Manitoba. Het was niet groter dan een oud herenhuis met een verdieping en omgebouwd tot een functioneel geheel, met twee kleine zie kenzalen, operatie/verloska mer, X-ray en poli kliniek. Ik was daar alleen en er waren geen officiële werku ren. Maar ons ver plegend personeel was het allerbeste en het zijn deze mensen die tellen. We ontvingen de meeste van onze patiënten daar uit het naburige grote reservaat Fort Alexander. Van daar kwa men ze binnen met het enige taxi bedrijfje in de buurt. Deze bezat maar één auto en droeg de originele naam: 'Patrick's Taxi'. Op een koude winternacht bedacht een jonge Indiaanse vrouw dat het toch wel de hoogste tijd was om naar ons hospi taal te gaan. Ze was in verwachting, zeg gen ze zo heel netjes in Holland. Het was niet haar eerste baby, maar deze was onrustig. De taxi werd geroepen en het stel was spoedig op weg. De wegen waren bevroren en glad, de sneeuw die winter kwam zo'n beetje je oren uit... en de baby had haast! Ik geloof niet dat de lezer van dit alles de hersencapaciteit van een meneer Einstein nodig heeft, om te begrijpen wat er nu eigenlijk ging gebeuren daar in die koude taxi van meneer Patrick. Moeder en baby, beiden alsnog intiem verbonden met de navelstreng, arriveer den bij ons in het pikkedonker. Na een korte commotie werden de twee geschei den en ieder belandde in hun eigen tam- pat senang. Onze taxichauffeur, hoewel wat grijzer na dit alles, was blij toen hij weer naar huis mocht. Hij had zijn best gedaan. Na een dag of wat in observatie werden moeder en kind in prima staat uit het ziekenhuisje ontslagen en toen ik ma vroeg of ze al een naam voor haar baby had, zei ze met een twinkel in haar ogen: Yes, doctor, his name is Patrick moessQn 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 32